|
Brachygobius xanthozonus,
er MOET een snuifje zout bij !!
Inleiding:
Vroeger, we schrijven 1980, heb ik deze kleine visjes nog
verzorgd en ik wou het toch nog eens proberen met mijn
jeugdliefde, het bijtje. En een brakwaterbak moesten ze
hebben natuurlijk, dat stond vast. Als er mensen op bezoek
kwamen en vroegen waar ik zoal mee bezig was en antwoordde
dat ik een brakwateraquarium aan het inrichten was, was niet
zelden hun reactie; stinkt dat water niet of ook, die vissen
kunt ge toch niet zien zwemmen in dat vuile water. Raar dat
bij sommige mensen het beeld opdoemt van vervuild en
stinkend water als men spreekt over brakwater. Maar dat
terzijde zal het hier hebben over een prachtig visje een
jeugdliefde dus; Brachygobius xanthozonus. In de publicaties
die men vind over dit visje kunnen we meestal lezen: kan
tijdelijk of ook gehouden worden in zoetwater en brakwater.
Dit visje is naar mijn bescheiden mening totaal ongeschikt
voor het gezelschapsaquarium, ze zullen daar ook niet tijdig
aan het nodige voor hun geschikte voer toekomen, het zijn
trage zwemmers en eten uitsluitend levend(diepvries) voer.
Maar dat is mijn mening dus.
Het kleven van het aquarium voor
mijn Bijtjes. |
Biotoop |
Zo klein zijn ze dus en al
volwassen en geslachtsrijp (mannetje) ! |
De typische buikvinnen gevormd tot
een zuigmap, die gebruikt worden om zich vast te houden
bij (sterke) stroming van het water |
Het leefgebied van deze soort situeert zich in Azië op de
eilanden van de Filippijnen en verder in Borneo, Sumatra en
Java. Hier leven ze in kleine kanalen en in kleine sloten.
De buikvinnen zijn tot een hechtschijf omgevormd, waarmee de
dieren zich urenlang aan stenen enz. kunnen vasthouden. De
naam, Brachygobius=kleine grondel mag niet verleiden tot de
veronderstelling, dat het uitgesproken bodemvissen zijn. De
watertemperaturen liggen er vrij hoog omdat deze plaatsen
aan de zon zijn blootgesteld, kan de temperatuur oplopen tot
35°C. De soort bevindt zich dus vooral in brakwater. Het
hoge woord is nu nogmaals gevallen en komt hier uiteraard
regelmatig terug, BRAKWATER!
Brakwater:
Uiteindelijk bereikt elke rivier haar eindbestemming, de
zee. Zoetwater vermengt zich hier met zoutwater in de
rivieren en zijriviertjes. De samenstelling van het brakke
water is moeilijk te bepalen omdat dit dagelijks, met eb en
vloed wisselt. Dus zeewater met verlaagd zoutgehalte wordt
brakwater genoemd. Om bepaalde fysiologische redenen zijn
slechts weinig in zout water thuis horende organismen in
staat zich in brakwatergebieden en zones met sterk wisselend
zoutgehalte te handhaven. We kunnen deze onderverdelen.
Brakwater met een laag zoutgehalte, S massa 1.002 tot
1.008.: Hier vinden we ook halfsnavelbekken (Dermogenys
pusillus), bepaalde Kogelvissen, Tetraodon nigroviridis, T.
fluviatilis, T. biocellatus. glasbaars (Chanda ranga),
Stigmatogobius sadanundio, Poecilia velifera, Floridae
jordanella.
Brakwater met een middelmatig zoutgehalte, S massa 1.008 tot
1.010.: De habitat van o.a. Zilverbladvis (Monodactylis
argenteus), de schuttersvis (Toxotes jaculatrix).
Brakwater met hoog zoutgehate S massa 1.010 tot 1.012: Het
mangrove. Hier leven de slijkspringers ( Periopthalmus
barbarus).
In de eerste habitat SG 1.002-1.008 leeft Brachygobius
xanthozonus. Dus zeker een snuifje zout, maar hoeveel?
De schaarse informatie die we vinden over de samenstelling
van brakwater en het zoutgehalte ervan spreekt men meestal
over een soeplepel, koffielepel per liter, een eetlepel per
liter, een halve eetlepel per liter? Of een snuifje zout
zoals wij op onze frietjes doen?
Is altijd zo vaag vindt ik. Daarom voor de duidelijkheid de
juiste hoeveelheid die ik gebruik en de meting ervan. De
watersamenstelling met de nadruk op die ik gebruik.
Zeewater bevat zouten, waarvan het belangrijkste
natriumchloride (NaCI) is, ons keukenzout. Zeewater en ook
brakwater zijn meer of minder zout, afhankelijk van de
geografische zones.
In de wereld van de zeeaquariumhouders meet men niet het
zoutgehalte, maar de soortelijke massa, uitgedrukt in de
volgende formule: s.massa=gewicht van 1 liter zeewater
gedeeld door gewicht van 1 liter zuiver water x 1000. Deze
waarde staat niet vast. Hoe meer zouten het water bevat, hoe
hoger de soortelijke massa is.
Deze soortelijke massa varieert ook afhankelijk van de
temperatuur (hij neemt af naarmate de temperatuur stijgt).
De soortelijke massa kan met verschillende apparaten gemeten
worden. Ik gebruik hiervoor een densimeter, ( waarvoor dank
aan mijn broer Willem, die een zeeaquariumliefhebber was)
die hoger drijft naarmate het water zouter is. De waarde
kunt u precies aflezen ter hoogte van het wateroppervlak.
Het is aan te bevelen de densimeter buiten het aquarium te
gebruiken, omdat de beweging van het water het aflezen erg
moeilijk maakt. Neem liever een reageerbuis of een
doorzichtig bakje(van pvc bijvoorbeeld). Zodra hij stil
hangt leest u de waarde af die overeenstemt met het niveau
van het water. Bij mij bedraagt die tussen de 1005-1008. Ter
vergelijking tropische koraalriffen hebben een soortelijke
massa van 1021-1024. Zeewater bevat gemiddeld 35g zout per
liter - het zoutgehalte is dus ca.3,5‰.
Zeewater bevat meer dan 60 elementen. Alle in zeewater
opgeloste stoffen zijn nuttig, daarom is het zeer belangrijk
dat het zout dat we gaan gebruiken om ons water brak te
maken van een uitstekende kwaliteit moet zijn! In de
aquariumhandel zijn verschillende merken te koop. De
kwaliteit van het zoete water dat U gebruikt is van groot
belang: het moet zo zuiver mogelijk zijn, ik gebruik
hiervoor osmosewater. Ook voeg ik nog een Calcium, mineralen
en sporenelementen preparaat toe (Tropic Marin®). Keukenzout
is dus totaal ongeschikt voor ons aquarium daar dit slechts
Na en Cl bevat en ook jodium. In tegenstelling tot de totale
hardheid die alleen bij zoetwater wordt gemeten, wordt met
de carbonaathardheid ook bij zeewater de hoeveelheid calcium
en magnesiumcarbonaten en bicarbonaten gemeten. Deze waarde
is belangrijk voor het in stand houden van de pH. Omdat
brakwater zout is, ligt de pH hoger dan die van zoet water.
Het Aquarium:
Het aquarium dat ik speciaal gekleefd heb voor mijn Bijtjes
heeft de volgende afmetingen : 90cm(L)x55cm(B)x35cm(H) met
een biofilter geïntegreerd in het aquarium.
Achter- en zijwanden zijn binnen bekleed met kunststofplaten
speciaal voor het aquarium. In de lichtkap bevinden zich
drie TL-lampen 2x18 watt PhilipsTL-D Aquarelle en 1x18watt
Aqua Rays-FreshAqua, ook nog een 7 watt spaarlampje als
eventuele nachtverlichting.
Het biofilter bestaat uit 5 vakken, 55cm(L)x12cm(B)x35cm(H)
gevuld met bioballen, pijpjes en 2 sponzen(dikte 3cm.,
dichtheid 20kg/m3) . Uiteraard is het eerste vak gevuld met
filterwatten en argexkorrels als mechanisch filter. Het
water wordt het aquarium ingepompt met een dompelpomp van
490 l/h en via een overloop gaat het water terug het
biofilter in. Ook bevind er zich een eiwitafschuimer en een
aquarium verwarmer in het tweede vak van de biofilter. Een
eiwitafschuimer hoeft zeker niet, vanaf een soortelijk
gewicht van 1.010 is het wel aan te bevelen. In het aquarium
zelf is ook een oxydator A (6,0%) geplaatst. De temperatuur
en pH kan constant afgelezen worden via digitale meters.
Nu de inrichting. Als bodembedekking gebruik ik fijnkorrelig
zand (ca. 0,2-1,0mm) en een deel grofkorrelig zand
(2,0-3,0mm) waar de planten zich bevinden. De bodemdikte mag
zeker niet te hoog zijn 1 à 2cm, enkele millimeters beneden
het bodemoppervlak is al geen vrije zuurstof meer aanwezig.
Kienhout, veel kienhout. Het kienhout dat ik gebruik is al
oud en kan er zo in (heeft wel iets gekost, maar daar beleef
ik al jaren plezier aan) en zo geeft dit bijna geen kleur
meer af aan het water. Lavastenen om holen te creëren als
afzetplaats. Schuilplaatsen dus. Moeten dus kunnen een
territorium vormen.
En later ook buisjes als afzetplaats, hier kom ik nog op
terug.
Vul nu het aquarium met zoet water en laat 24 uur beluchten.
Bereken de hoeveelheid zout die moet opgelost worden en doe
het in het aquarium. Laat het nogmaals 48 uur luchten,
controleer de soortelijke massa en pas zonodig het
zoutgehalte aan of water afhevelen en zoetwater toevoegen.
Voeg ook een opstartpreparaat toe. Nadat het zout is
toegevoegd neemt de ammoniak toe en bereikt in acht tot tien
dagen zijn maximum.
Tegelijkertijd ontwikkelen de bacteriën die de ammoniak gaan
omzetten zich en vormen zich nitrieten die tegen de tiende
dag hun maximumgehalte hebben bereikt. De eerste verdwijnen
tussen de 20ste en 25ste dag; de nitraten moeten door
gedeeltelijke waterverversingen worden verwijderd. Het op
gang brengen van deze kringloop duurt ten minste vier weken.
In de ziltige habitat in de natuur zouden er heel weinig, of
geen planten zijn. Maar in het aquarium is het zoutgehalte
toch stabieler, dus hier kunnen we gebruik maken van
bepaalde planten. Javavaren (Microsorum pteropus) en
Vallisneria spiralis doen het bij mij goed.
Volgende planten zouden het ook doen in een brakwatermilieu
met een S. massa van 1.002-1.008 (bron:
www.tropica.com):
Aponogeton crispus
Bacopa monnieri
Cladophora aegagrophila
Crinum calamistratum
Crinum natans
Crinum thaianum
Cryptocoryne wendtii 'Mi Oya'
Glossostigma elatinoides
Lilaeopsis brasiliensis
Lilaeopsis macloviana
Microsorum pteropus 'Narrow'
Microsorum pteropus 'Philippine'
Nymphaea lotus (zenkeri)
Samolus valerandi
Shinnersia rivularis
Taxiphyllum barbieri (Vesicularia)
Planten en brakwater, ze gaan niet echt samen. Na een tijd
sterven ze af, dus nu staan er geen planten meer in het
aquarium.
Waterverversing om de week (1/5). Als het waterpeil van een
brakaquarium daalt door verdamping, is niet het brakwater
dat verdampt, maar het zoete water. Zoet water moet u dan
ook toevoegen om het peil terug te herstellen. Hou hier
rekening mee. Een opstarttijd (met biofilter) van een
brakwateraquarium duurt ongeveer 2 maand. De waterwaarden
van mijn aquarium: pH:7.73 – Gh: 24 – Kh: 4 -NO³:12,5mg/l -
NO²:<0,3mg/l>
Opstarten van het aquarium |
Het biofilter |
Een mannetje |
Een vrouwtje, lekker rond met
eitjes in de buik |
De vissen:
Nu het aquarium in orde was konden ze eindelijk komen. Ik
bestelde bij mijn handelaar 20 stuks. Na een telefoontje
ging ik kijken het waren nog zeer jonge dieren van ongeveer
een halve cm groot. Het geslacht is op deze leeftijd nog
onmogelijk vast te stellen ook bij volwassen dieren is het
niet altijd eenvoudig. De mannetjes blijven kleiner (ca.
3cm.) en ook wel slanker dan de vrouwtjes (ca. 4cm).
Deze werden tijdelijk in een aquarium (60 literbak)
losgelaten met zuiver zoet water daar ze ook bij de
handelaar in zoet water zaten, na ze gewend te hebben aan
hun nieuwe leefomgeving (druppelmethode u weet wel). Nu werd
er over een tijdspanne van 5 weken overgeschakeld naar
brakwater door toevoeging van wekelijks een hoeveelheid
water uit de brakwaterbak. Het water had nu de gewenste
waarden en werden ze overgeplaatst naar hun speciaalaquarium.
Een visje is gestorven. Maar de overgebleven 19 stuks doen
het uitstekend.
Op een menu van hoofdzakelijk Artemia (juist ontloken) en
het gebruikelijke voer, tubifex, zwarte witte en rode
muggenlarven, watervlooien cyclops (zowel diepvries als
levend) groeiden ze uit tot mooie en hopelijk geslachtsrijpe
vissen. Droogvoer werd bij mij niet opgegeten en daarom gaf
ik dat ook niet meer. Ze zijn verdraagzaam onder elkaar,
maar toch is er soms een beetje opwinding. Het territorium
wordt wel op bepaalde momenten verdedigd, vooral tijdens de
paring, en bij de eiafzetting wordt er toch geen vis in de
buurt geduld zoals ik later heb kunnen waarnemen.
De eerste eitjes:
De eerste waargenomen afzetting had plaats bijna twee jaar
na aanschaf van de visjes, op een stuk kienhout, ik schat
een 50 tal. Ik weet niet of dit de eerste afzetting was daar
zij ook hebben kunnen afzetten op plaatsen die ik niet zag.
Het legsel werd bewaakt door het mannetje maar echt fanatiek
bewaakt er mocht niemand nog in de buurt, en ‘bewaaierd’
doormiddel van de borstvinnen.
Hij nam zelfs geen eten meer op, prachtig om te zien die
broedzorg. Ik zo fier. De eerste larven zwommen vrij rond na
6 à 7 dagen.
De larfjes zijn zeer klein een 2 mm en die ik kon
overhevelen (een tiental) werden overgezet in een klein
aquarium met water uit het grote aquarium.
Eerst teren de visjes op hun dooierzak hoopte ik, de tweede
dag werd er liquifry (rood) toegediend en ook twee soorten
stofvoer. Dag 2 werd er Artemia gevoederd maar werd niet
genomen veel te groot in verhouding met de larven.
Met een vergrootglas kon ik vaststellen dat er helemaal geen
enkel voedsel werd opgenomen. Alle vislarven dood in het
aquarium. Teleurstelling en pijn in het hart uiteraard.
Maar een week terug een afzetting van eitjes. Ook hier een
prachtig aantal bevruchte eitjes. Nu werd het kienhout met
de eitjes overgebracht naar een klein aquarium met water uit
de bak van de ouders en hopelijk het juiste mannetje. Daar
ik ook ervaring heb met de kweek van Mogrunda mogrunda en
Tateurnudina ocellicauda wist ik dat hier de eieren moeten
bewaaierd worden door het mannetje anders beschimmelen ze.
Dus afwachten nu en hopen. Dag 2 na overzetting alle eitjes
beschimmeld. Nu moest er toch eens goed nagedacht worden. Ik
plaatste drie grijze buisjes met een diameter van 3cm en een
lengte van 10cm in het aquarium in de hoop dat er hierin de
eitjes zouden afgezet worden. Als dat het geval was zou ik
eventueel ook het mannetje kunnen overbrengen in een klein
aquarium.
Derde keer goede keer? Had de buisjes zo geplaatst dat
ik inkijk had met een zaklamp.
Na een waterverversing is er soms veel meer activiteit in
het aquarium de mannetjes verkleuren, hun gele kleur is
intenser en zwemmen dan altijd opgewonden door de bak met
(schijn)aanvallen tegen andere mannetjes.
Ook de vrouwtjes zwemmen dan fanatieker door het aquarium
achternagezeten door de mannetjes. Ze gedragen zich heel
anders dan normaal, want het zijn geen drukke zwemmers. Ze
zwemmen met schokbewegingen en liggen rustig met hun
buikvinnen op een stuk kienhout, zelfs tegen de zijwanden.
Het water dat ik bijvul is zuiver zoetwater (osmose). Het
zoutgehalte wordt aangepast door bijvulling via het
biofilter.
|
Mannetje die de eieren bewaakt.
Hier ziet men ook de intensere gele kleur. |
De filosofie hierover is dat ik zo probeer een eb en
vloed te creëren in het aquarium met verschillende
parameters van het water wat toch ook gebeurd in hun
natuurlijke habitat. Als dit gebeurd zijn de verschillen
tussen de geslachten goed waarneembaar, vrouwtjes zijn
groter en ronder. En inderdaad na zo een waterverversing
begon een mannetje een van de buisjes te verkennen erin
eruit er rond. Hij begon door het ganse aquarium te zwemmen
mannetjes uitdagen, verjagen en een vrouwtje aan te porren
in de flank. Dat ging zo een hele tijd door, tot het
uitgekozen vrouwtje in het buisje verdween met het mannetje.
Opwinding ook bij mij nu! Na een tijdje even gekeken met de
pillamp, en inderdaad er lagen al eitjes tegen de wand van
het buisje! Het mannetje zwemt nu rond het buisje, verdwijnt
er weer in om de eieren te bevruchten. Terug eruit, andere
soortgenoten worden verjaagt die te dicht komen. Oja er
zwemmen ook twee jonge kogelvissen (Tetraodon nigroviridis)
in dit aquarium rond en ook zij werden verjaagd. Nu vraagt U
zich af wat doen die in godsnaam in dat aquarium?
Dat is misschien mijn volgende verhaal. Terug naar onze
bijtjes, in het buisje kleefden er al flink wat eitjes.
Geprobeerd foto’s te nemen maar toch na enkele pogingen
gestopt, bang dat de paring niet verder zou gaan. Na een uur
zag ik het vrouwtje de buis verlaten, nu ja verlaten, ze
werd verjaagd door het mannetje. Nu was de grootte vraag
pijpje met eieren eruit halen of er nog inlaten totdat de
eitjes waren uitgekomen en dan de larven proberen af te
hevelen?
Dit leek me geen goede keuze aangezien het juiste tijdstip
niet gekend is (mijn bed instaleren in mijn viskamer was en
is voorlopig nog geen optie) en er al een groot deel van de
larven in de grote bak verdwenen zouden zijn. Ik koos voor
het er voorlopig nog in te laten.
Na dag vier besloot ik het pijpje met de eitjes en het
mannetje over te plaatsen naar een klein aquarium (15
liter). Uiteraard met water uit de grote bak voorzien van
een sponsfiltertje. Onder water met beide handen werden de
openingen afgesloten zodat er water in het buisje bleef als
ik het overbracht naar het kleine aquarium. Ook het mannetje
bevond zich in het buisje, dat was eerst gecheckt zodat ik
deze maal zeker de juiste man had.
Onderwater werd nu het buisje op de bodem van het kleine
aquarium geplaatst, er was dus zeker geen lucht in het
buisje geweest. Wat mij nu zorgen baarde zou het mannetje
zijn broedzorg verder zetten? Hij zwom direct uit het buisje
en onrustig door het aquarium rond. Maar na een tijd buis in
buis uit……Tot hij er lange tijd niet meer uitkwam.
Voorzichtig geschenen met de lamp oef terug aan het
bewaaeiren van de eitjes. En inderdaad de zevende dag
larfjes in het aquarium ! Nu was ik voorbereid ze moesten en
zouden zeer fijn voer krijgen of anders….Het oude recept
toegepast een hardgekookt eitje. Het eigeel geplet en een
beetje water erbij en dan opzuigen met een pipetje en zo
voorzichtig een stofwolkje in het aquarium. Inderdaad met
het vergrootglas kon ik nu hun gele buikjes zien. Had
intussen ook al infusiekweken opgestart en daar werd ook
gretig van gegeten. Dit wel even controleren met de
microscoop of er inderdaad pantoffeldiertjes (Paramecium
caudatum) aanwezig zijn in uw kweekflessen. Dit voedsel heb
ik de eerste week om de vier uur gegeven. Voor infusie
gebruik ik water uit mijn vijver en gedroogde blokjes van
raapjes (Brassica napus, geen suikerbieten!). Na deze week
was ik toch al een klein beetje gelukkig, geen verliezen al
was het uitgekomen aantal kleiner dan ik had gedacht 20
vislarven. Nu kon ik proberen te voederen met artemia. Ik
had mijn opstelling om artemia te kweken in volle stelling
gebracht (vier flessen i.p.v. twee van 1,5 liter). Deze
kweek is altijd aan de gang daar mijn volwassen Bijtjes dat
dagelijks krijgen, aangevuld met cyclops en rode
muggenlarven. Nu kregen ze dagelijks 4 maal verse artemia,
ook nu kon men met de loep hun gevulde buikjes zien die nu
roze kleurden van de artemia. Deze twintig visjes groeiden
op , zij het vrij traag. Op de 15e dag zien we de
dwarsstrepen verschijnen. Inmiddels zijn er nog kweken
grootgebracht een nest van 54 en een van 63.
En ook eenmaal eitjes op een stuk kienhout met het juiste
mannetje. Geloof het of niet altijd in hetzelfde buisje en
nooit in die twee andere die er ook altijd in liggen, straf
toch. Mijn uitzwemmer voor deze kweken is nu prachtig om
zien, die miniatuur uitvoering van die toch al zo kleine
visjes.
Jonge vislarve –2mm groot, 2 dagen
oud |
Visje van 17 dagen oud (het buikje
roze van de artemia) |
Visje van 27 dagen oud, de typische
banden worden al zichtbaar |
Een jong visje rust op een
meetsondekabeltje Ø 2mm |
Conclusie:
In eerste instantie wou ik ze verzorgen onder de beste
omstandigheden, aan kweken werd zeker nog niet gedacht (ik
moet daar nu ook niet flauw overdoen, zit altijd in mijn
achterhoofd). Deze prachtige kleine diertjes hebben mij al
vele uren geboeid met hun gedrag en ook werd mijn geduld
beloond met voortplanting, zodat ik ook de broedzorg kon
waarnemen. Dit is zeker geen handleiding tot het kweken van
Brachygobius xanthozonus. Wel wou ik even vertellen hoe ik
deze visjes verzorg. Dus in een brakwater aquarium en neen
dat water stinkt niet en is niet vuil!
Hoe ik hun nageslacht met toch wel wat teleurstelling en
zoeken tot een goed einde heb weten te brengen.
En die eerste liefde, is zoals het gezegde: ‘oude liefde
roest niet’ inderdaad en dat geld hier zeker ook.
Fotomateriaal en tekst ©: Vleminckx Swa.
Copyright - Auteursrecht
Alle foto's en tekst zijn eigendom van Swa Vleminckx
Voor ieder gebruik is toestemming vereist.
Bij ieder gebruik is naamsvermelding verplicht.
Tous les photographie et texte sont propriété de la
SWA Vleminckx
pour chaque autorisation d'utilisation ont été exigés.
À chaque utilisation est l'indication d'indicationindication
oblige.
All photograph and text are property of Swa Vleminckx
for every use authorisation have been required.
At every use is indicationindication indication obliges.
Alle Fotographie und Text sind Eigentum von SWA Vleminckx
für jede Gebrauchermächtigung angefordert worden sind.
An jedem Gebrauch ist indicationindication Anzeige verbindet
Tutti i fotografia e testo sono proprietà della SWA
Vleminckx
per ogni autorizzazione di uso è stato richiesto.
Ad ogni uso è l'indicazione di indicationindication obbliga.
Toda la fotografía y texto son característica de la SWA
Vleminckx
para cada autorización del uso se ha requerido.
En cada uso es la indicación del indicationindication obliga.
Все фотоснимок и текст собственность Swa Vleminckx
для каждого утверждения пользы.
На каждой пользе индикация indicationindication обязывает.
Toda a fotografia e texto são propriedade do Swa Vleminckx
para cada autorização do uso foi exigido.
Em cada uso é a indicação do indicationindication obriga.
Tutti i fotografia e testo sono proprietà della SWA che
Vleminckx per ogni autorizzazione di
Literatuur:
Dr. Etscheidt Jutta Compleet Handboek Zoetwater-Aquarium ––
Zuid-Nederlandse Uitgeverij NV., Aartselaar, België. ISBN
9043807834
Dr. Van Ramshorst J.D. (redactie) - Elzeviers Aquarium
Encyclopedie – Elsevier-Amsterdam/Brussel.
ISBN 9010016382
Frey Hans – Het Aquarium van A tot Z. N.V.W.J. Thieme & Cie
– Zutphen 1968.
Hiscock Peter - Een natuurlijk aquarium creëren –– Deltas,
België -Nederland.
ISBN 9024380235
Rundle John - Kweek met de Hommelgrondel –-Aquariumwereld:
Jaargang 48, nr.10 Blz.: 236-241.
Van den Nieuwenhuizen Arend – Brachygobius cf.
Aquariumwereld: Jaargang 55, nr. 01, Blz.: 198-204.
Van de Nieuwenhuizen Arend – Tateurnudina ocellicauda
Aquariumwereld: jg.: 36, nr. 12, blz.: 242-247.
Könemann - De grote Aquariumgids –2000 Nederlandstalige
editie.
ISBN 10987654321
Verhoef-Verhallen Esther J.J. Tropische Aquariumvissen
encyclopedie –1997 R & B, Lisse ISBN 9039602654
Grzimek – het leven der dieren, Milieu. 1975 Uitgeverij het
Spectrum, Utrecht/Antwerpen.
ISBN 9027486298.
http://www.aquariumwereld.be/jaargang_2002/55_09.htm
Jaargang 55– Nr. 9 - September 2002
ISSN 1372-6501
Brachygobius cf. doriae
|