|
Een juweel : de Peckoltia sabaji
Één van de mooiste leden van de familie Loricariidae
is naar mijn mening de Peckoltia Sabaji, ook wel L75
genoemd. Als deze goudgekleurde met zwarte stippen bedekte
harnasmeerval door mijn bak schuifelt, vormt hij een
schitterend contrast met zijn omgeving. Of hij nu op een
stuk hout ligt, op een steen of tussen de bladeren van een
echinodorus; hij blijft schitterend.
Dit artikel is grotendeels gebaseerd op de ervaringen die ik
heb met het exemplaar dat ik nu nog steeds heb zwemmen, en
op zijn vroegere vriendje die helaas veels te vroeg naar de
eeuwige visvelden is vertrokken.
Oorsprong
De Peckoltia sabaji werd in 1990 voor het eerst
geïntroduceerd in het Duitse aquariumtijdschrift DATZ. Omdat
er in die periode ontzettend veel soorten harnasmeervallen
werden ontdekt kreeg hij een zogenaamd L-nummer : L75. Een
L-nummer is een nummer dat door tijdschrift is bedacht om de
vele nog niet benoemde L-nummers toch maar een naampje te
geven. Hierbij staat de L voor Loricariidae.
In 1992 werd de LDA02 in een ander tijdschrift
geïntroduceerd: Das Aquarium. Tien jaar later, in 2002 werd
de L124 geïntroduceerd en weer een jaartje later werd de
L301 geïntroduceerd.
Je zal je afvragen waarom ik dit vertel. Dit omdat het
uiterlijk de zelfde vis is, behalve dat de vangstplaatsen
verschillen en dat er lichte kleurverschillen zijn. Zo
worden de L75 en de LDA02 gevangen in de Rio Tapajós (Itaituba)
and Rio Curuá Una in Brazilië. De L124 echter werd gevangen
in de Rio Orinoco (Brazilië/Colombia). Ten slotte hebben we
nog de L301: deze kan je vinden in de Rio Rupununi in
Guyana.
Zoals gezegd, zouden de verschillen tussen de 4 soorten
alleen in de vangplaats verschillen; wat resulteerde in een
licht kleurverschil. Zo kan de kleur van je een iets andere
kleur geel hebben en de vinnen kunnen een meer gele of een
meer oranje tint hebben.
Ik heb zoals ik al eerder gezegd heb in dit artikel, 1
Peckoltia sabaji. Tot afgelopen zomer had ik er echter 2, en
als deze twee naast elkaar lagen zag je duidelijk
kleurverschil in de vinnen vond ik. Het exemplaar dat het
helaas niet gered heeft (ik kom hier later op terug) had
duidelijk iets rodere vinnen dan het exemplaar dat nog
leeft.
Een Peckoltia sabaji in het aquarium :
Als ik terugkijk naar mijn ervaringen met m’n Peckoltia
sabaji dan kan ik zeggen dat het hele rustige dieren zijn,
die geen vlieg kwaad doen en niet moeilijk doen met eten.
Toen ik mijn eerste L75 kreeg, had ik hem eerst in een
60*30*30 bakje gezet met enkele Corydoras atropersonatus.
Dit omdat ik op dat moment troubles had in m’n meterbak. Het
beestje was denk ik een centimeter of 8 lang, maar dit is
slechts een gokje…
Het bakje had ik ingericht met wat stukjes hout en wat
plantjes voor de visjes om te kunnen verstoppen. Verder
zaten er een Eheim 2232 op en een verwarming.
Al vanaf het eerste ogenblik zwom de Peckoltia lekker door
de kleine bak heen en weer om zijn nieuwe thuis te
ontdekken. Na een poosje werd dit wel wat minder als het
licht aan was, maar als dit uit was kwam hij gelijk weer te
voorschijn.
Het samenleven met de Corydoras ging ook perfect. De twee
meervalsoorten leefden vredig naast elkaar en deelden
broederlijk het eten. Dit was werkelijk een heel grappig
gezicht als er weer eens een Corydoras op z’n kop in de
zuignap van de L75 probeerde om aan een garnalentabletje te
knabbelen.
Een kleine 3 weken hierna kwam ik toevallig bij een
aquariumspeciaalzaak waar ik vaker kom een eenzame L75
tegen. Ik moet eerlijk bekennen: ik heb hem in een opwelling
gekocht, vond het een veels te mooi beest om te laten
zitten. Zodoende had m’n eerste Peckoltia sabaji dus een
vriendje.
De ruimte
Na een klein maandje vond ik de beestjes toch wel wat te
groot worden voor de kleine bak, en ik besloot ze dus in m’n
meterbak te plaatsen, waar ze in het gezelschap kwamen van
wederom een groep Cories, en ook een school Inpaichtys kerri.
In deze bak hadden ze veel meer ruimte, en ook zat er een
iets betere filtering op: een Eheim 2213.
Al snel had ik door dat de twee beestjes het prima naar hun
zin hadden met de Kerries en de Cories. De soortjes leefden
vredig naast elkaar.
Ik had intussen een danig L-nummer virusje te pakken, en kon
op een goede dag mijn beheersing niet bedwingen en kocht bij
mijn favoriete aquariumspeciaalzaak 2 exemplaren L264, twee
schitterende beestjes.
Men zegt vaak dat L-nummers slecht tegen soortgenoten en/of
andere harnasmeervallen kunnen. Toen ik mijn L205 en LDA33
had(nog voor mijn L75 tijdperk), was ik het hier aardig mee
eens. Deze twee vlogen regelmatig een robbertje vechtend de
bak door. Hoe anders was het met mijn L75 en L264! Deze vier
meervallen leefden vredelievend naast elkaar en deden elkaar
totaal geen kwaad. De enige strubbelingen die af en toe
optraden was als er een Peckoltia en een Leporacanthicus aan
hetzelfde stukje algentablet of stukje komkommer wilden gaan
knabbelen, maar dit bleef vaak alleen bij een beetje stug
geduw met de koppen tegen elkaar.
Ik ben trouwens van mening dat het ook veel uitmaakt of je
veel schuilplaatsen hebt in je bak. In de tijd dat ik de
L205 en LDA33 nog had, had ik op zich wel schuilplaatsen;
maar echt overdreven veel waren het niet. Dit ben ik
langzamerhand gaan veranderen; en tegen de tijd dat zowel de
L75 en de L264 erin leefden was de bak een grote kluwen met
hout en plantjes.
Eten
Ik heb het al even genoemd: het voedsel dat de Peckoltia
sabaji nodig heeft. Mijn ervaring hiermee is dat je je
gelukkig mag prijzen met zo’n kostganger. De beestjes zijn
tevreden met elk willekeurig voedseltje dat in de bak
terecht kwam. Of het nou stukjes komkommer, sperzieboontjes,
algentabletjes, garnalentabletjes of diepvriesvoer is: ze
eten het. En datgene waar andere meervalfamilies zich wel
eens schuldig aan maken, namelijk het oppeuzelen van je
plantenbestand, daar blijven ze keurig vanaf.
Ik moet hier trouwens nog een opmerking maken: zoals gezegd
eten ze alles. HELAAS eten ze ook eitjes. Dit heb ik
meerdere malen ondervonden, want er zit namelijk een
koppeltje Sleutelgatcichliden in m’n bak, en die hebben
regelmatig eitjes. De L75 heeft regelmatig deze eitjes op
zitten peuzelen, en hij was totaal niet bang voor de boze
ouders.
Conclusie
Al met al kan ik zeggen dat de L75 zeker een aanrader is als
je een ‘blikvanger’ in de bak wilt hebben die niet al te
standaard is. De meerval weet met zijn uiterlijk EN gedrag
gelijk de aandacht van de liefhebber te trekken. Verder zijn
ze totaal niet moeilijk te houden en doen niet moeilijk over
een dagje alleen maar een algentabletje of het gezelschap
van andere vissen. |