Characidae

Karperzalmen

Familie uit de onderorde der karperachtigen. Een grote groep van vissen, verspreid over Afrika, Zuid- en Midden Amerika, waarvan vele soorten in het aquarium gehouden kunnen worden. De betanding is goed ontwikkeld. Bij veel soorten is tussen de rug- en staartvin een vliezige huidplooi aanwezig, de z.g. vetvin. Deze vetvin wordt vaak als kenmerk van de karperzalmen aangevoerd, maar kan ook ontbreken. De naam karperzalm hangt samen met die vetvin, die een typisch kenmerk is van de echte zalm. De meeste vissen uit deze familie zijn behendige zwemmers die zich meestal in scholen ophouden. Veel soorten zijn in het aquarium taai en niet veeleisend. Ze behoren dan ook tot de meest populaire aquariumvissen. Karperzalmen zijn over het algemeen vreedzame vissen, die dus uitermate geschikt zijn voor het gezelschapsaquarium. De schaarse ruzies die wel voorkomen eindigen over het algemeen met imponeergedrag en zelden met beschadigde vinnen.

De meeste karperzalmen houden van veel licht, helder, zuurstofrijk water en een goede beplanting. Er moet wel voldoende vrije zwemruimte overblijven. De soorten uit de tropische oerwouden geven de voorkeur aan wat minder licht. Ze zijn ook niet zo erg warmtebehoeftig. Een donkere bodem laat de kleuren van de vis meer spreken. Aan de watersamenstelling worden geen bijzondere eisen gesteld, behalve voor de kweek.

De voeding geeft over het algemeen geen problemen. De karperzalmen accepteren zowel levend als droogvoer. Uiteraard zijn er wel uitzonderingen.

De kweek is ten dele gemakkelijk, maar kan bemoeilijkt worden door de bijzondere eisen die soms gesteld worden aan de watersamenstelling. Broedzorg komt slechts in een enkel geval voor. Verdere gegevens komen aan de orde bij de beschrijving van de afzonderlijke soorten.