|
||||||||||
Artikel beschikbaar gesteld door : |
Doug Williams, Tank Talk, Canberra and District Aquarium Society AQUARTICLES•COM |
|||||||||
Aequidens curviceps (dit is de verouderde naam, tegenwoordig is dit Laetacara curviceps, * noot redactie) is afkomstig uit het Amazone-gebied van Zuid-Amerika en leeft in rustig en niet te diep water. Daarnaast komen ze ook voor in het licht stromende water van de kreken, stroompjes etc. die de Amazone voeden. Ik noem deze vis een "cichlide van gemiddelde grootte" omdat beide sexen ongeveer 7,5 cm groot worden. Zo ongeveer de enige manier om het verschil tussen de beide sexen van de curviceps te herkennen is het feit dat, bij volwassen dieren, de buik- en anaalvinnen van het mannetje meer uitgestrekt zijn zoals bij veel cichliden. Bij goede verzorging is het vrouwtje iets voller en als ze van dezelfde leeftijd zijn mogelijk ook iets korter. Het is een rustige vredelievende soort die geen bedreiging vormt voor de beplanting, waarmee een plaats in elke representatieve collectie verdiend is. Het is niet verstandig deze soort te houden met al te levendige vissen en voldoende schuilplaatsen zijn van groot belang als je wilt dat de dieren hun natuurlijke gedrag vertonen. Persoonlijk vind ik het fijn dat je ze "niet uit het oog kan verliezen" als ze worden gehouden in een kleiner aquarium (60cm) als je bijvoorbeeld de verschillende sexen of dominante dieren wilt onderscheiden en om in de gaten te houden wat er allemaal in het aquarium gebeurd. Uiteraard zou een dergelijk 60cm aquariumspeciaal-aquarium moeten zijn. Als je toch een gezelschapsaquarium wilt, zou dit veel groter moeten zijn zodat individuele territoria kunnen worden gevormd. Mijn pogingen de curviceps te kweken: In de eerste plaats heb ik ontdekt dat je een mannetje en een vrouwtje nodig hebt. (Noot van de Tank Talk redactie: dit is niet zo dom als het klinkt. Hoe vaak komt het niet voor dat twee vissen in een kweekbak worden gezet zonder dat er ooit nakomelingen uit voort komen? Behoorlijk vaak komt dit doordat het geen écht koppel betreft.) Gezonde exemplaren uiteraard (goed verzorgd). Vlak voor de "Society’s Sydney fish buying spree" van 1983, kocht ik een curviceps vrouwtje op een veiling van de vereniging en ik slaagde er in een mannetje met een goed gevulde buik (vergeleken met het vrouwtje) te kopen. Eenmaal thuisgekomen zette ik mijn twee curviceps in een 75cm aquarium in de slaapkamer, waarin ze tot volwassen lengte konden uitgroeien. En waar ze konden doen wat alle goede cichliden doen, althans dat dacht ik. Maar helaas, het mannetje had zijn eigen ideeën en stierf. Het duurde even (in die tijd, maar ook vandaag de dag is dit nog het geval) voor ik weer curviceps in de buurt wist te vinden. Omdat de dieren pas half volgroeid waren, kon ik de sexe niet bepalen (ik kan me niet herinneren in welke winkel ik ze gekocht heb) en er ging een aardige tijd voorbij voor de dieren volwassen waren. Het eerste vrouwtje meegeteld, had ik nu één mannetje en vier vrouwtjes. Het mannetje vormde een koppel met één van de vrouwtjes, daarom verwijderde ik de drie overige vissen. De curviceps zet zijn eitjes op de bodem af, bij voorkeur op een platte steen. De eerste drie of vier legsels werden opgegeten door het mannetje, ongeveer een dag nadat de eitjes waren gelegd. Daarom hing ik een opfok net bovenin de aquaria en bij het volgende legsel (ongeveer drie weken later) verplaatste ik de steen met eitjes naar het opfok net zodat de eitjes niet konden worden opgegeten door de ouders. Door middel van een luchtsteentje in een hoek van het opfok net werd het water in beweging gehouden en drie tot vier dagen later kwamen de eitjes uit. Toen de eitjes echter uitkwamen en de jongen op de bodem van het net begonnen te kronkelen, probeerden de ouders de jongen te redden door ze door het fijne gaas te zuigen, waardoor alle jongen stierven (waarschijnlijk door kneuzingen). Bij het volgende legsel volgde ik dezelfde procedure, maar verwijderde de ouders en plaatste deze bij de drie andere vrouwtjes in een 50cm aquarium. Toen de eitjes uitkwamen, zette ik de stroming van het luchtsteentje lager om de water circulatie in het net wat te verminderen en zo kneuzing van de jongen te voorkomen. Na ongeveer vier dagen bereikten de jongen het vrijzwemmend stadium en ik begon te voeren met Liquifry (opgelost voer voor jongbroed). Zeven dagen later was het aantal jongen terug gelopen naar nul, waarschijnlijk door overvoeren en daardoor veroorzaakte vervuiling van het water of simpelweg door uithongering. (Tijdens dit legsel voerde ik geen waterverversingen uit.) Inmiddels had het mannetje weer een partner gevonden in het 50cm aquarium (ik weet niet zeker of het hetzelfde vrouwtje betrof). Daarop verwijderde ik de anderen zodat het koppel ongestoord kon paren in het 50cm aquarium omdat het 75cm aquarium inmiddels bezet was door maanvissen. Ik haalde de eitjes niet weg en na twee legsels bereikten de jongen het "wriggler" stadium alvorens te worden opgegeten. Bij de volgende legsels probeerde ik het mannetje dan wel het vrouwtje te verwijderen, maar telkens haalden de jongen het niet. Toen volgde een legsel waarbij de jongen een week lang vrij zwommen waarna ze alsnog werden opgegeten of verdwenen. Bij het volgende legsel nam ik geen enkel risico en verwijderde beide ouders en plaatste een luchtsteentje bij de eitjes. Toentertijd werden al mijn aquaria gefilterd door ondergrondse filters en de filter platen in dit aquarium waren bedekt met ongeveer 5cm fijn gemalen grind met een diameter van ongeveer 0,45cm. Fijn gemalen grind zorgt voor grotere ruimtes tussen de losse deeltjes dan bij "afgerond" rivier grind. Een aantal dagen nadat de jongen het vrijzwemmend stadium bereikten, merkte ik dat de jongen zich "ingroeven" tussen het grind en de glaswanden van het aquarium. De jongen leken te verdwalen of vast komen te zitten op ongeveer 2cm onder het bodemoppervlak, ofwel door een natuurlijk instinct om de bodem op te zoeken of doordat ze op zoek waren naar minuscule voedseldeeltjes op de grindkorrels. Ik merkte dat mijn pogingen om de jongen uit te graven of los te hevelen alleen maar meer schade toebrachten en liet ze dus maar zitten en na een aantal dagen was ik ze allemaal kwijt. Tijdens een bezoek aan David Barnard, een aquarium liefhebber die curviceps jongen had grootgebracht zonder de ouders te verwijderen, ontdekte ik dat hij zijn Liquifry eerst mengt in een kopje aquariumwater voor hij het in het aquarium giet terwijl ikzelf altijd een aantal druppels rechtstreeks in het aquarium liet vallen en dit met mijn vinger wat doorroerde om het met het water te vermengen. Soms miste ik hierbij een druppel die dan een bolletje op de bodem van het aquarium vormde en snel beschimmeld raakte. Op dit punt in mijn hobby begon ik alles in perspectief te zien en was uiteindelijk succesvol in het grootbrengen van curviceps jongen (afgezonderd van de ouders) met dank aan mijn opgedane praktijk ervaring en door te kijken naar de werkwijze van andere aquarium liefhebbers die "precies hetzelfde" deden. Mijn tips voor het houden van dwerg cichliden: - Regelmatige waterverversingen zijn vereist omdat ze vatbaar zijn voor ziektes in "oud" water. - Ze kunnen gehouden worden op een temperatuur van 23 tot 24.5 graden Celcius in een aquarium van minstens 40 liter. Om ze te kweken is een temperatuur van 27,5 tot 30 graden Celcius vereist. - In de opfok bak kan een turffilter gebruikt worden, dit houdt het water kristal helder en bacteriën op een minimaal niveau. (Noot van de redactie: Doe dit niet bij Tanganyika dwergcichliden zoals Julidochromis of Lamprologus omdat het zorgt voor een daling van de pH). Dit is een betere optie dan het gebruik van kleurstoffen als Methyleen blauw of Acriflavine, alhoewel ik beide met succes heb toegepast in combinatie met Malachiet groen in de vorm van "Multi Cure" van "Aquarium Pharmaceuticals". - Als de ouders niet in goede conditie zijn, zullen zelfs de beste kleurstoffen de eitjes niet in leven houden. - Kersenbuik cichliden (Pelvicachromis pulcher) en hun verwanten en Nanochromis nudiceps hebben relatief grote jongen die vers uitgekomen artemia als eerste voedsel kunnen krijgen, het gebruik van ondergrondse filters is mogelijk. - Apistogramma sp. en Aequidens curviceps hebben kleine jongen die in het filter kunnen verdwijnen. Deze jongen hebben eerst fijn voedsel nodig, maar wanneer ze eenmaal groot genoeg zijn om vers uitgekomen artemia te eten, heeft de hobbyist een grote stap gezet in de ontwikkeling van zijn of haar "Aquarium Kennis". Noot van de redactie: Doug bedankt voor het delen van zijn lastige ervaringen met curviceps. Niet verbazingwekkend dat hij zich nu concentreert op regenboogvissen, iets waar hij zeer goed in is. Vertaling : Martijn Los |
||||||||||
|