Aequidens diadema

Artikel beschikbaar gesteld door :


Bron :

Ray Gettler,
uit "Splash", Milwaukee Aquarium Society
AQUARTICLES•COM

Vier Jaar en veel geduld geeft Aequidens diadema

In oktober 1997 gaf Dr. Wayne Leibel een lezing voor de ‘Milwaukee Aquarium Society’s’ Herfstlezing workshop, en bracht enkele Aequidens diadema voor de zeldzame vis veiling die zou volgen.  Als gewoonlijk bij zo’n gebeurtenis, moest ik iets nieuws of zeldzaams zien te krijgen, of vissen die ik nog niet heb gekweekt. Met dat gezegd te hebben, kocht ik een zak met vier Aequidens diadema.  Toen ik thuis kwam zette ik de vissen uit in een aquarium van 130 liter. Het aquarium was opgezet voor cichliden uit Amerika, met een 4 cm dikke bodem van fijne kiezel en twee stukken hout.  Het water was zacht, het had een temperatuur van 27 graden Celsius en een pH van 7. Het werd verlicht met een standaard TL en gefiltreerd met een ‘Whisper 2 power’ filter. De vissen werden gevoerd met cichlidenvlokken en dit werd aangevuld met levende volwassen pekel garnaaltjes.
Na een jaar waren er drie vissen over.  Tom Wojtech die zes diadema’s van Wayne had ontvangen heeft er nog maar één over en gaf deze aan mij.  Deze vis werd in een 75 liter aquarium in quarantaine gezet. Na een periode van een paar maanden verloor ik nog één van de originele diadema’s.
Op de ‘American Cichlid Association’ conventie die werd georganiseerd door de ‘Great Lakes Cichlid Society’ uit Cleveland, Ohio in juli 2000 kocht ik vier diadema’s van ongeveer 5 cm bij de ‘stille veiling’ van Guy Jordan voor 35 dollar. Toen ik thuis kwam heb ik de vissen ondergebracht in een aquarium van 110 liter vergelijkbaar in opzet met het eerste aquarium. Één van de vissen was iets groter dan de anderen en groeide ook sneller. Er was soms agressie in het aquarium en binnen een maand had ik een opgedroogde vis op mijn vloer liggen. Een paar maanden stierf er nog één door de pestkop.
Het aantal vissen dat over was gebleven in augustus 2001 waren twee van de originele diadema’s, één van Tom en twee van de ‘ACA’. Ik vond het tijd om deze vissen zover te krijgen dat ze kuit gingen schieten, dus was het een kwestie van ‘mix and match’. De diadema van Tom was 23 cm en ging in een aquarium van 285 liter met een bodem van 4 cm fijne kiezel, twee rotsen van 15 cm en twee stukken hout en een pot van klei van 15 cm. Het water was zacht, had een temperatuur van 28 graden Celsius en een pH van 7. Het werd gefiltreerd met een ‘Whisper 1 power’ filter en een bruissteentje en een standaard TL voor verlichting. Ik nam aan de hand van observaties aan dat dit een vrouwtje was en gaf haar het aquarium voor zichzelf voor een week om te acclimatiseren. Ik begon haar meer te voeren met levende volwassen pekelkreeftjes. Ik bracht de grootste van mijn originele vissen van 25 cm in dit aquarium en de andere bracht ik over met de kleinste van de ACA diadema’s in het 130 liter aquarium.
Er was enige activiteit in het aquarium met de diadema van Tom en de grotere van de originele vissen waarvan ik aannam dat het een mannetje was. Ongeduldig als ik was, haalde ik na twee maanden het grotere mannetje weg, omdat er nog geen eieren waren afgezet. Ik besloot de grotere diadema van de ACA waarvan ik ook aannam dat het een mannetje was over te brengen in de 130 liter bak. Ik zag veel flirten en paargedrag in de eerste week en na een maand op 12 december 2001 werden tussen 5 en 8 uur ’s ochtends eitjes afgezet. Toen het leek dat ze klaar waren met paren verwijderde ik het mannetje want hij gedroeg zich zeer agressief. Het bleek dat Toms vis inderdaad een vrouwtje was.
Omdat ik op non-actief was gesteld op mijn werk had ik veel vrije tijd en bracht hier veel van door in de viskamer, kijkend naar de ontwikkeling van de eitjes en uiteindelijk de jongen. Er waren 200 tot 300 eieren binnen in de pot van klei afgezet en waren vaal wit van kleur. Ik heb de pot eruit gehaald en in een aquarium van 20 liter gezet met water uit de grote bak. Ik heb zoveel methyleenblauw toegevoegd dat de eitjes niet meer te zien waren en een bruissteentje voor de pot geplaatst voor watercirculatie.
De eieren kwamen uit op 14 december ongeveer 60 uur nadat ze afgezet waren. Gedurende die tijd heb ik voorzichtig de eieren verwijderd die licht wit waren geworden wat gemakkelijk te zien was door het donderblauwe water. Vanaf dat moment ben ik begonnen met dagelijkse waterverversingen van 40%, want ik wilde niet het risico lopen de jongen te verliezen en ik toch genoeg tijd had omdat ik tijd vrij had van mijn werk.
Op 16 december zag ik dat de kleintjes een vlekje hadden in het midden van hun staart. Op 19 december vertoonden ze ook een vlek in het midden van hun lichaam. Ze begonnen vrij rond te zwemmen op 25 december. Slechts enkelen bleven op de bodem hangen met hun dooierzakken nog steeds aan zich vast. De volgende dag ben ik begonnen met het voeren van baby pekelkreeftjes. Tegen de 28ste kon ik al de dorsale vin bij sommige visjes zien, en er waren er nu ongeveer 60 tot 70 die het hadden overleefd.
Op 4 januari leken hun kopjes ronder en waren hun ogen naar voren gericht. En hun bekjes leken naar beneden gericht. Op dit moment kon ik ook een anale vin onderscheiden. Rond de 10de januari begonnen de twee vlekken te vervagen. Tegen de 16de kregen de vissen verticale zwarte banden op de dorsale vin en achterhelft van hun lichaam. Op dit moment introduceerde ik vlokken in hun dieet. Ze aten het zonder problemen. Ik ging door met het voeren van baby pekelkreeftjes. Een zwarte vlek verscheen in het midden van hun lichaam rond de 26ste en de volgende dag waren ze groot genoeg om volwassen pekelkreeftjes te eten.
Ik probeerde het mannetje en vrouwtje opnieuw in te brengen, maar omdat zij zo lang de baas was geweest in het aquarium werd zij de agressor en jaagde het mannetje zo het aquarium uit. Hij viel bijna twee meter, en hoewel ik hem snel van de vloer heb gepakt en in zijn eigen aquarium terug heb geplaatst moet hij enkele zware aandoeningen hebben opgelopen, want na een paar dagen lijden stierf hij.
Ik was erg opgelucht toen ik op de ‘MAS’ algemene ledenvergadering op 22 februari zes jongen in kon brengen voor mijn BAP* punten. Het heeft maar vier jaar en zeer veel geduld nodig gehad, om de eerste in onze club te zijn die succesvol de Aequidens Diadema te hebben gekweekt.


• BAP = Breeders Award Program , een wedstrijd voor kwekers van vissen

Vertaling : Jos Kistemaker

© Copy-right en voorwaarden voor gebruik