|
Iedere liefhebber die begaan is met alle facetten van de aquaristiek, start met volle overtuiging een nieuwe aquarium op. Zoals het hoort heeft hij zich via boeken, een vereniging of uit opgedane ervaringen, een beeld gevormd hoe deze watergemeenschap moet in stand gehouden worden. Ondanks deze basis en het nemen van allerhande voorzorgsmaatregelen, zal hij vaststellen dat niet alles volgens het boekje verloopt : planten groeien niet, de filtering verloopt niet optimaal, kortom er ontbreekt een schakel in de kringloop die normaal gesloten moet zijn. Als gevolg hiervan komen lagere planten,waartoe onze algen behoren, tot ontwikkeling. Men moet al, en dan nog, een "optimaal" draaiend aquarium hebben opdat deze algvrij zou zijn. Voor mijn part mogen en moeten er algen aanwezig zijn, op voorwaarde dat zij de bovenhand niet krijgen.
Het proberen verwijderen van algen, kan gebeuren op verschillende manieren :
- via scheikundige preparaten die in de handel te koop zijn als algwerende middelen.
- door biologische bestrijding.
Het hoeft geen betoog dat dit laatste wel het aangewezen middel is, want onze watersamenstelling wordt hierdoor niet beinvloed.
Met biologische bestrijding bedoel ik enerzijds het inbrengen van een zeer ruim plantenbestand met bij voorkeur plantensoorten die snel groeien en gekatalogeerd worden bij de echte waterplanten. Deze nemen immers rechtstreeks hun voedingsstoffen uit het water op waardoor voor de algen, bij een gezonde plantengroei, geen voedsel overblijft. Anderzijds zijn er enkele vissoorten die gekend zijn om hun algenverdelgend vermogen. Algenverdelgend vermogen is een groot woord. Een vissoort mag dan als eigenschap hebben dat zij graag algen lust, in ons aquarium zal het aanbod van voedsel voor andere vissen hen ook wel interesseren. Dit kan zowel groenvoer zijn als voer van dierlijke oorsprong. Het zal voor hen veel gemakkelijker zijn om met hun mond open ons voedsel voor andere vissen op te vangen, dan wanneer zij met hun aangepaste bek de algen moeten afschrapen van ruiten,substraten of bladeren.
Als wij het hebben over algeneters, dan denken wij onmiddellijk aan de 3 bekendste soorten zijnde de Plecostomus punctatus, de Gyriniocheilus aymonieri en de Ancystrus dolichopterus.
De meesten houden een Plecostomus, maar hebt u al eens een flink uit te kluiten gewassen exemplaar gezien ? Deze doet mij altijd denken aan een mammoetbulldozer. Ooit heb ik zo?n dier zien zitten in een aquarium van 80 l. Het dier kon zich amper bewegen, laat staan draaien. Een groot aquarium is hier een vereiste.
Een andere soort die bij ons bekend is als algeneter is de Gyrinocheilus aymonieri. Ik noemde de Plecostomus een bulldozer, deze geef ik de bijnaam van een sneltrein. Deze vis heeft als eigenschap dat hij urenlang op eenzelfde plaats kan blijven hangen, om zich dan als een bliksemschicht naar een andere plaats te begeven. Stelt u zich eens voor dat er vissoorten in uw aquarium zitten die het moeten hebben van alle rust en vrede en zij zien zo?n torpedo door het water schieten, het is om de witte stip van te krijgen.
Een derde bekende soort is de Ancistrus dolichopterus. Dit is een rustige vis die het meest kan voldoen als algeneter, maar hier speelt de faktor geluk ook een grote rol. Sommige exemplaren zijn gelijk een grasmachine, anderen daarentegen laten de algen links liggen zonder aanwijsbare reden.
De vissoorten die ik nu ga voorstellen zijn wel degelijk, maar niet uitsluitend, algeneters. Door hun uitzicht en gedragspatroon zijn het vissen, die naast de drie hierboven vermelde soorten, ook de moeite waard zijn om eens te bestuderen.
Wij hebben het over de Rineloricaria microlepidogaster, de Sturisoma barbatum en de Farlowellasoorten : acus en gracilis.
Spijtig genoeg worden zij niet zoveel aangeboden in de aquariumzaken en zijn zij nogal prijzig. Voor een echte liefhebber kan dat toch geen probleem zijn, een paar boterhammen minder in de maand en klaar is Kees.
Al deze soorten behoren tot de groep van de Loricariidae, zijnde de harnasmeervallen. Zonder uitzondering komen zij voor in het Zuid-Amerikaanse kontinent waar zij vertoeven in snelstromende bergbeekjes en rivieren. Hun lichaam dat bestaat uit zwaar gepantserde schubben en een zuigmond, voldoet uitstekend om weerstand te bieden aan dit snelstromend water; met hun zuigmond zetten zij zich vast aan de stenen. Alle vinnen met uitzondering van de staartvin zijn uitgerust met een stekel.
De Rineloricaria microlepidogaster (verslikt u zich niet bij het uitspreken van deze naam) komt voor in het Zuid-oosten van Brazilië. Zij kunnen hun lichaamskleur zeer goed aanpassen aan deze van de omgeving, zodanig dat wij heel goed moeten rondkijken om deze diertjes te ontdekken. Wist u dat zo?n exemplaar "rondzwemt" in ons clubaquarium ? Zij houden van een zuurstofrijk milieu, met bij voorkeur ook wat stroming in de waterlagen. Het is dus aangewezen om een zware filter te gebruiken of een bijkomend circulatiepompje te gebruiken. Is er geen voldoende zuurstof aanwezig, dan zullen zij dit laten merken door vlak onder het wateroppervlak aan de ruit te gaan hangen. Het zijn uitgesproken nachtdieren waarbij het dus aangewezen is om ?s avonds te voederen. Naast algen moeten wij hen ook afwisselend groenvoer en voedertabletten aanbieden. Opletten !! Hier niet teveel van geven of hun algenetende eigenschappen gaan totaal verloren.
De Sturisoma barbatum heeft zijn biotoop in Paraguay in de Rio Cajuta. Het is een zeer vredelievende vissoort die zelfs in het bijzijn van heel kleine visjes kan samengehouden worden. Naast algen en groenvoer houden zij ook van wat dierlijk voedsel in de vorm van witte muggelarven. Van voedertabletten en vlokkenvoer moetn zij niet weten, "verse kost" is hun slogan. Een bijkomende eigenschap van deze vissoort is dat zij ook dagaktief is, zodanig dat wij hun gedragspatroon beter kunnen observeren.
De Farlowella acus en gracilis hebben als oorsprong het Amazonebekken. De vorige beschreven soorten hebben een langgerekte spits toelopende lichaamsvorm (naar de staart toe), de Farlowellasoorten zijn daarentegen naaldvormig.
- Farlowella acus.Het zijn schuwe visjes die zich tijdens de dag verschuilen achter substraten of zich vastzuigen aan de onderzijde van bladeren. Van alle soorten zijn deze visjes het meest gevoelig aan wisselende watersamenstellingen en houden zij niet van snelstromend water.
- Farlowella gracilis.Columbia is hun thuishaven, meer bepaald in de biotoop van de Rio Caqueta. Dit is een vredelievende bodembewoner die gerust met een vijftal exemplaren mag samengehouden worden, zonder eigenlijk te spreken van een scholenvis. Het water moet terug zeer zuurstofrijk zijn en over turf filteren is een noodzaak.
Alle beschreven vissoorten houden van een watersamenstelling die geldt voor de meeste vissen uit de Zuid-Amerikaanse wateren : een Ph-waarde lager dan 7°, een GH van max. 12° bij een watertemperatuur van 23°C tot 26°C.
Om een verantwoorde inrichting te creëren voor deze soorten, zorgen wij voor een zanderige bodem,gezien zij zich hierin durven ingraven of woelen op zoek naar iets eetbaars, een flink plantenbestand waarbij drijfplanten niet mogen vergeten worden (kwestie van een schemerzone te scheppen), een mooi stuk kienhout dat dienst doet enerzijds om zich erop vast te zuigen, anderzijds als decoratiemateriaal en substraat voor adjectieve planten zoals javavaren, javamos, anubias enz.
Wil men een poging tot kweken wagen, dan is het geraadzaam om een PVC-buisje van aangepaste lengte en diameter op de bodem van ons aquarium te voorzien, liefst op een rustige plaats. Zij zullen hierin hun eieren vastzetten. Het mannetje zal voor het jongbroed zorgen. Op deze wijze kan dit buisje met vis en eieren overgeplaatst worden in een kweekbak. In plaats van een plastiekbuisje kan ook een stuk bamboestengel gebruikt worden: dit komt meer natuurlijk over.
Als besluit wil ik dit nog even kwijt:
Denk nu niet dat door inbreng van algenetende vissen men een algvrij aquarium gaat krijgen. Het is nog altijd aan ons om de oorzaken van buitensporige algenbloei te vermijden waaronder behoren:
- te groot voedselaanbod
- te voedselrijke bodemgrond
- vervuilde filter
- stagnerende plantengroei
- teveel organisch afval
Een matig visbestand in verhouding met de grootte van uw aquarium, een uitgebalanceerde voedingswijze en een gezonde plantengroei zullen reeds veel moeilijkheden op gebied van algvorming vermijden.
Als aanvulling probeer eens met voornoemde vissoorten. Sukses ermee!
|