|  | Omdat ik al lange tijd enorme fan ben van cichliden, 
                    was ik hartstikke blij om thuis te komen van een 
                    aquariumbijeenkomst met een zak met Apistogramma nijsseni.  
                    Er zaten 5 jongen in die gekweekt waren door een 
                    mede-aquariaan. I k heb met succes verschillende andere 
                    soorten van de Apistogramma-familie gekweekt, maar dit was 
                    de eerste poging met de mooie nijsseni.De nieuwe aanwinsten werden meteen in een bak van 150 liter 
                    gedaan, die ik tot op dat moment gebruikt had om planten in 
                    te kweken.  Ik maakte verschillende schuilplaatsen, 
                    verdeeld over de hele bak.  De schuilplaatsen zorgden 
                    samen met de dichte plantengroei voor voldoende veiligheid 
                    voor de nieuwe vissen.  Tot mijn blijheid zwommen ze de 
                    volgende ochtend vrolijk rond in hun nieuwe onderkomen.  
                    In het aquarium zaten ook een school jonge Corydoras elegans 
                    en een school Hemigrammus bleheri.  Deze combinatie van 
                    vissen, samen met de bloeiende planten en het donkere grind 
                    wat op de grond lag, maakten het aquarium een mooi plaatje 
                    om te zien.
 Een aquaclear filter zorgde voor een goede waterkwaliteit, 
                    met een voorfilter wat gemonteerd zat op de buis van de 
                    filterinlaat.  Daarnaast zat er ook nog een groot 
                    filter met veel sponzen op de bak.  Een Hagen 
                    plantenlamp zorgde voor de verlichting, maar ook was het 
                    aquarium geplaatst in een fel verlichte ruimte.  Iedere 
                    week deed ik een waterverversing van 30%.  De stroming 
                    in de bak is licht, zodat de Zuid-Amerikaanse Cichliden zich 
                    het beste thuis voelen.  Het kraanwater werd vermengd 
                    met een klein deel gefilterd regenwater, wat ervoor zorgde 
                    dat de pH rond de 5,8 a 6,0 was. De temperatuur bedroeg 26 a 
                    26,5 graden.
 Het voeren van de cichliden was erg gevarieerd, zoals 
                    diepvries muggenlarven, artemia, rode muggenlarven en een 
                    mix van vlokvoer.  De vissen waren allemaal nakweek en 
                    vonden het vlokvoer ook best eetbaar.  Eigenlijk aten 
                    ze alles wat eetbaar was.  Naar mijn mening is een goed 
                    gevarieerd dieet en goede waterkwaliteit de sleutel tot het 
                    goed opgroeien van aquariumvissen.  Een gevarieerd 
                    dieet zorgt voor groei, kleur, voorbereiding op afzetten en 
                    een lang leven.
 Toen de nijsseni volwassen begonnen te worden, werden de 
                    kleuren meer en meer uitgesproken.  De mannetjes hebben 
                    een lichtblauw lijf met een gele kleuring onder in de 
                    buikstreek.  De zwarte buikvinnen zijn uitgerust met 
                    opvallend gele punten.  Deze soort heeft een mooie 
                    ronde staartvin met een fel rode rand aan de buitenkant. De 
                    vrouwtjes hebben een mooi fel gele kleur met een donker 
                    zwarte vlek bij de kieuwen en midden op het lichaam. De 
                    buikvinnen zijn zwart, zoals bij de mannetjes, maar hebben 
                    oranje punten.  Het vrouwtje heeft ook de rode band op 
                    de staartvin, maar is alleen zichtbaar wanneer ze haar 
                    jongbroed bewaakt.
 Ik schat de vissen zo´n 9 maanden oud toen ik voor het eerst 
                    jongbroed in het aquarium had.  Toen ik van plan was de 
                    wekelijkse waterwissel te doen zag ik de trotse moeder met 
                    haar kleine jongen zwemmen.  Ze had afgezet in een 
                    klein keramisch pijpje achter in de bak, maar dat was mij 
                    geheel ontgaan door de dichte beplanting in de bak.  
                    Gelukkig was er voldoende ruimte in de bak, zodat de andere 
                    vissen voldoende ruimte over hadden om in te leven.  
                    Want, zoals bij de meeste Apistogramma´s, zijn de vrouwtjes 
                    doorgaans erg agressief tijdens de broedzorg.  Ik ving 
                    8 jongen uit en deed deze in een aquarium van 38 liter.  
                    Helaas overleefden het er slecht 3. Een groot deel van de 
                    planten heb ik toen uitgedund, zodat ik het volgende 
                    paargedrag op de voet kon volgen. Ook gingen de andere 
                    bewoners uit het aquarium.  Het duurde bijna een maand 
                    voordat het volgende nest er kwam. Ik kon het moeilijk zien, 
                    maar wist zeker dat er minimaal 8 eieren in de schuilplaats 
                    zaten.  Toen ik de jongen voor het eerst zag zwemmen 
                    bleken het er zelfs 36 te zijn.  Deze keer liet ik de 
                    ouders de jongen een tijd verzorgen, alvorens ik ze uit de 
                    bak haalde.  Het is een geweldig mooi gezicht om 
                    Cichlide-ouders hun jongen te zien verzorgen. Uiteindelijk 
                    had ik 24 levende jongen over.  Het voeren gebeurde met 
                    net uitgekomen artemia, evenals voorbereid stofvoer.  
                    Toen ze groter begonnen te worden kwamen er ook muggenlarven 
                    op het menu.
 
 Tot slot wil ik zeggen dat de Apistogramma nijsseni een van 
                    de leukste vissen is om groot te brengen, of je nou van 
                    Cichliden houdt of niet, ik raad je aan om deze kleine 
                    beauty´s eens te houden.
 
                    Vertaling : Marcha van Es |