Apistogramma reitzigi

Reitzigi dwerg-cichlide

Artikel beschikbaar gesteld door :

Onno Scheffe Paradijsvis Alblasserdam
Het geslacht Apistogramma is gemakkelijk te kweken; het vecht-en paaigedrag en broedzorg zullen wij dan ook bespreken aan het voorbeeld van de REITZIGI-DWERG-CICHLIDE. Het verspreidingsgebied van deze soort es nog niet met zekerheid bekend, maar hoogst waarschijnlijk komt hij uit het stroomgebied van de Rio Paraguay. Sinds zijn ontdekking in 1939 is deze soort echter niet meer terug gevonden. De onderzijde van kop en keel zijn geel, de rest van het lichaam is prachtig blauwgroen.

Vechtgedrag
Wanneer twee mannetjes elkaar aan de grens van het territorium ontmoeten, vertonen zij als inleiding een instinctief gedrag. De eerste fase hiervan bestaat uit het imponeren, waarbij beide dieren zich op een zijde leggen en elkaar de gele onderzijde van het lichaam tonen. In de tweede fase zwemmen de vissen heel langzaam naar elkaar toe, richten zich op en slaan krachtig met de staartvin. Zij raken hierbij elkaar niet, het is de druk van het in beroering gebrachte water dat voor het effect moet zorgen. Is de druk van een van beiden te sterk, dan gaat deze er als de mindere vandoor. Zijn de dieren echter tegen elkaar opgewassen, dan ontstaat er echte vijandelijkheden, waarvan de ramstoot wel het meest opvalt. De tegenstanders stoten elkaar tegen de kop, waarbij ze de bek zo ver mogelijk opensperren en de kieuwdeksels uitspreiden. De stoten worden met grote felheid uitgevoerd. Voelt een van de dieren zich de mindere, dan zwemt hij snel buiten bereik van de overwinnaar. Even sterke dieren gaan tot de volgende fase over- het 'trekkebekken'. De vissen grijpen elkaar bij de lippen en proberen door trekkende en duwende bewegingen elkaar het evenwicht te doen verliezen. Onder bepaalde omstandigheden kan het meer dan tien minuten duren voordat een van de dieren het opgeeft. Interessant is wanneer de overwinning behaald is wanneer de tegenstander met de flank tegen de bodem is gedrukt. De strijd eindigt dan en de overwonnene vlucht. De overwinnaar voert nog wel ramstoten uit maar deze dient alleen maar om de overwinnaar op de vlucht te jagen. In de kleine ruimte van het aquarium kunnen ze echter tot de dood van het zwakste dier leiden, aangezien dit niet kan uitwijken en steeds weer door de overwinnaar gezien wordt. Geheel anders loopt de strijd tussen wijfjes van de Reizig. Wanneer deze zich op de zijde leggen, blijft het imponeren achterwege; zij gaan al heel gauw over tot het gevecht, wat te verklaren is door het feit dat zij haast altijd alleen voor de kuit en de jongen moet zorgen en daardoor geen tijd hebben voor langdurige schermutselingen.

Paaigedrag
Het paaien van de Reitzigi begint met de imponerende zijligging van het mannetje. Het wijfje blijft rustig staan en wacht af. Vervolgens maakt het mannetje het wijfje met onrustige fladderende bewegingen het hof, hij zwemt om haar heen en gaat soms op de kop staan om het wijfje de fel geel gekleurde lichaamsdelen te tonen. Als het wijfje nog niet paarrijp is, verdedigd zij zich door weg te zwemmen of met de staart te slaan. Alleen wanneer zij gereed is om kuit te schieten, houd zij zich rustig; de werving verloopt dan tamelijk snel via de zijligging en slaan met de staart. Als het mannetje door het vrouwtje geaccepteerd wordt, dan verschijnen bij haar de paaikleuren; de dieren zwemmen dan samen door het aquarium om een geschikte paaiplaats te zoeken. De keuze daarvan wordt door het wijfje gedaan. Nu volgen eerst symbolische poetshandelingen, die vergelijkbaar zijn met andere cichlide-soorten maar weinig tijd in beslag nemen, en vervolgens wordt een substraat voor de kuit schoongemaakt. Als dit klaar is komt het mannetje weer in zijligging naar het wijfje toe, richt zich op en drukt zich tegen haar aan. Het wijfje zet nu met langzame zwembeweging op het substraat een aantal eitjes af, die meteen door het mannetje worden bevrucht. Nadat kuit is afgezet, leidt het wijfje het nog steeds wervelende mannetje van de plaats weg en verjaagt hem ten slotte met ramstoten en slagen met de staart uit de omgeving van het broed. Het wijfje blijft op korte afstand de kuit bewaken, het mannetje doet hetzelfde op wat grotere afstand.

Broedzorg
De verdere ontwikkeling van de kuit en de jongen verloopt zoals reeds bij andere soorten beschreven is. In een klein aquarium kan het wijfje, dat in vergelijking met het mannetje veel kleiner is, zich tot een echte 'tyran' ontwikkelen. Zij reageert op iedere beweging van het mannetje met ramstoten, zodat hij nauwelijks gelegenheid krijgt om voedsel op te nemen. Jongen die te ver van de zwerm afdwalen worden door het wijfje in de bek genomen en teruggebracht. Dit 'verzamelinstinct' word pas geprikkeld wanneer ze een van de jongen inderdaad buiten de zwerm ziet; ze heeft totaal geen gevoel voor het aantal jongen dat ze heeft, en 'mist' er dus een in de zwerm. Wanneer het wijfje gevaar meent te bespeuren, waarschuwt zij de jongen door plotseling haar borstvinnen stil te houden zodat er geen beweging meer in het water is. De jongen laten zich naar de bodem zakken en houden zich daar stil. Als ze wat groter zijn, komt er een tweede waarschuwingsbeweging bij: het wijfje gaat boven de jongen staan en trekt met de kop. De jongen laten zich meteen naar de bodem zinken en blijven doodstil liggen totdat het wijfje opnieuw boven de jongen verschijnt, haar borstvinnen en kop beweegt en een bepaalde kleur aanneemt om de jongen te verzamelen. Deze gedragswijzen kunnen echter in sterke mate door de omgeving beïnvloed worden, bijv. in een aquarium waarin voorturend een sterke stroming staat. De vissen kunnen zich dan binnen zekere grenzen door afwijkende gedrags- en bewegingswijzen aan de veranderde omstandigheden aanpassen. Waterwaarden Ph = 6.2 - 6.4 , KH= 4 dh , °C =27

© Copy-right en voorwaarden voor gebruik