|
||||||||
Artikel beschikbaar gesteld door : |
P. Bus, A.V. Pronkjuweel | |||||||
Een tandkarper, die tot de oppervlaktezwemmers behoort en die meerdere leden van onze vereniging wel eens in hun aquarium hebben gehouden. Over de vraag of deze tandkarper al dan niet geschikt is voor onze aquaria, is al meerdere malen geredetwist. Ik persoonlijk ben van oordeel, dat dit visje wel degelijk een plaatsje in ons aquarium waard is. Het is alleen de vraag met welke visjes we hem samenhouden en welk voedsel we hem geven. Als men van oordeel is dat we deze vis met elke andere soort visjes kunnen houden, hebben we het wel degelijk mis, want voor sommige medebewoners zal de Aplocheilus lineatus een gevaar opleveren, speciaal voor de kleinere soorten. In volwassen staat en bij minder goede voedering, als we hem bijvoorbeeld geen levend voer geven, zal deze vis er niet voor schromen kleinere visjes als zijn hoofdschotel te beschouwen. Houden we met deze omstandigheden rekening: hem met grotere vissen samenhouden en zorgen voor levend voer, dan hoeven we nergens bang voor te zijn en kunnen we dit prachtige visje met een gerust hart in onze aquaria houden. Aplocheilus lineatus kunnen we tot één der grotere killyvisjes rekenen en daarbij ook nog tot de snoekenfamilie, al wordt hij niet zo groot. Volwassen zal hij ongeveer 6 à 7 cm. meten. In onze aquaria en bij een goede verzorging in grote bakken kan hij ook wel eens de 10 cm. halen. Land van herkomst is India en Ceylon (Sri Lanka), Aplocheilus lineatus komt ook voor in Thailand. Hij behoort tot de familie Cyprinodontidae. Nu wil ik proberen om de kleur te beschrijven, ofschoon dat niet mee zal vallen, want naar mijn mening heeft hij beslist meer kleuren dan de regenboog. Met zijn gerekt lichaam heeft hij iets van een snoek weg. Brede kop en bek en een lichte vlek op het schedeldak. Lichaamskleur olijfbruin met donkere rug, zijkanten met groengouden glanzende punten die tot lengtestrepen samenvloeien, glanzend groen in zijn iris, de bek meestal blauwgroen en de kieuwdeksels zijn grasgroen. De loodrechte vinnen zijn donkerrood, de aarsvin gestipt met een brede gele zoom. Veel rood in zijn staartvin met in de basis veel goudachtige puntjes. De buikvinnen zijn lang toegespitst met veel rood erin en naar achteren soms geel kleurend, de borstvinnen zijn meestal kleurloos, soms licht gekleurd. Volgens de literatuur zou hij gemakkelijk tot voortplanting overgaan, maar op dit gebied heb ik nog geen ervaringen op kunnen doen. De vrouwtjes van de Aplocheilus lineatus zijn wat kleurverscheidenheid betreft vrij onaanzienlijk, ze bezitten niets van het brillante kleurenpalet der mannetjes en de vinnen zijn ook niet zo fors ontwikkeld; vooral de buikvinnen niet. Als voedsel kunnen we van alles toedienen als het maar leeft: muggelarven, larven van haften, watertorretjes, ja zelfs een overschot aan jonge Guppen ruimen ze met graagte op. Toen ik nog in de kinderschoenen stond met mijn aquariumhobby, weet ik nog goed dat dit visje een andere naam had; Panchax lineatus, maar goed dat hoort ook weer tot de verleden tijd. Probeer ze zelf eens te bemachtigen en ik kan U verzekeren dat U een stel juweeltjes aan de oppervlakte van Uw aquarium hebt ronddartelen waar U veel plezier aan zult beleven. |
||||||||
|