Astatotilapia nubila
 

Artikel beschikbaar gesteld door :


Bron :

Kenneth Balog,
uit "Wet Pet Gazette", Norwalk Aquarium Society
AQUARTICLES•COM

Het kweken met Astatotilapia nubila

Astatotilapia nubila werd voor het eerst beschreven door Boulenger in 1906. Het is een kleine Haplochromissoort uit het Victoriameer in Oost Afrika. Het is een van de weinige cichliden die ook buiten het Victoriameer voorkomt in de meren Nabugabo en Kyoga en in het bijzonder in de rivieren van het Victoriabekken en dus niet bedreigd wordt met uitsterven door de Nijlbaars.
De A. nubila is een vrij algemene haplochromissoort die weinig kenmerken vertoont van een bepaalde specialisatie zoals die zo vaak gezien wordt bij andere Afrikaanse cichliden. Hij heeft geen speciale tanden, kaken, vinnen of gewoontes, hij is alleen maar ontzettend taai en heeft een zeer onaangenaam karakter. Zijn grootste bekendheid dankt hij aan de broedkleuren van het mannetje. Zijn broedkleuren zijn fluweelachtig gitzwart over het gehele lichaam met schitterend karmozijnrood in de buik- en staartvinnen. Het is een sensationeel gezicht om te zien, en het is de enige vis uit het Victoriameer met dit kleurenpatroon. Het vrouwtje is saai groenachtig grijs en wordt 9 centimeter, terwijl het mannetje bijna 13 centimeter groot wordt.
Een trio van A. nubila werd gekocht op een veiling en werd in een reeds bewoond aquarium geplaatst samen met een kolonie Pseudotropheus. Het was de verwachting dat de Pseudotropheussen taai genoeg zouden zijn om met de agressie van de nieuwe vissen om te gaan omdat het genoeg doelen waren om schade te beperken. De filtering werd verzorgd door een combinatie van spons- , hoek- en buitenfilters. Het aquarium had een inhoud van 200 liter hard water met een temperatuur van 26 graden Celcius, een bodem van verbrijzelde koraalsteen, opgestapelde rotsen en PVC-pijpen als schuilplaatsen.
Dat was niet bijzonder succesvol. De volgende morgen was de minst dominante man dood en het vrouwtje was half dood. Ze werd naar de quarantainebak verhuisd en herstelde met een opmerkelijke snelheid. Wat later, nadat ze was terug gekeerd in het 200 liter aquarium, werd ze achter een scheidingsruit geplaatst. Beide vissen konden elkaar wel zien maar niet bij elkaar komen, tenminste dat was de bedoeling. Binnen enkele minuten was het mannetje over de scheidingsruit gesprongen en begon het vrouwtje te molesteren. De waterhoogte werd met 15 centimeter verlaagd in een poging om het overspringen te ontmoedigen en dat werkte ongeveer een dag. Uiteindelijk lukte het de man om onder de scheidingsruit door te graven en die opzij te duwen zodat hij er door kon. Ten gevolge hiervan moest het vrouwtje opnieuw naar de quarantainebak worden verhuisd om te herstellen. De veerkracht van deze soort is nauwelijks te geloven.
Tenslotte werd het mannetje in een 40 liter aquarium naast de quarantainebak gezet. Zware dekruiten op beide aquaria ontmoedigden het over springen. Deze keer konden beide dieren elkaar in volledige veiligheid zien. Een bijkomend voordeel van deze opzet is dat het mannetje zijn volledige broedkleuren en kweekgedrag laat zien. Na een aantal maanden was het vrouwtje volledig hersteld van haar verwondingen en haar lichaam vulde zich met eieren. Nu was ze regelmatig bij de scheidingsruit te zien en probeerde ze bij het mannetje te komen. Beide aquaria kregen een waterverversing van 50 procent met iets koeler water. Het vrouwtje werd bij het mannetje gezet en het afzetten begon vrijwel onmiddellijk. Het vrouwtje werd de volgende morgen verwijderd om haar eieren in alle rust uit te broeden.
Vier weken later werden bijna 50 jongen losgelaten. Ze waren klein voor Afrikaanse muilbroeders, ongeveer een halve centimeter bij het vrij laten, maar ze groeiden snel op een dieet van pas uitgekomen Artemia-naupliën en fijngewreven droogvoer. De jongen hadden geen speciale zorg nodig en de verliezen waren praktisch nihil ; het schijnt dat de hardheid van de soort ook bij de jongen voor komt.
Al met al kan de Astatotilapia nubila gezien worden als een vis voor meer ervaren aquarianen. Zijn agressieve temperament en de noodzakelijke bescherming van het vrouwtje zorgen ervoor dat hij te moeilijk is voor de gemiddelde aquariaan.

Vertaling : Jan Bukkems

© Copy-right en voorwaarden voor gebruik