|
Barbus fasciatus komt oorspronkelijk uit Zuid-oost
Azië en wordt niet dikwijls in een aquariumwinkel te zien.
George kreeg de Barbus fasciatus toen ze nog jong waren van
Bernie Halverson en die noemde ze bij hun gewone naam :
Pandabarbeel, want als je goed naar ze kijkt, lijken ze best
op een Panda. In de aquariumliteratuur zijn ze ook bekend
als de streepbarbeel. Ik bemerkte eveneens dat de meeste
afbeeldingen in de boeken van vrouwtjes waren die er vrij
saai uitzien. Zelfs in “The Barbs Aquarium” uitgave 2002,
bladzijde 65, zult u zien dat, hoewel ze een foto van een
volwassen man hebben, ze toch niet de echte schoonheid van
deze barbelen getroffen hebben. George en ik kwamen tot de
conclusie dat de mensen ze misschien wel zien in
aquariumwinkels, maar dat het altijd vrouwtjes zijn en ze
daardoor niet echt opgemerkt worden. Ze zijn bovendien te
jong om hun hun volledige kleuren te laten zien.
Toen ik op zoek was naar wat kopij voor de Extended BAP (Extended
Breeder's Award Program, een wedstrijd voor kwekers in de
USA), kwam ik iets tegen over barbelen. Dit vroeg om een
bezoekje aan George, die meer vissen heeft dan ik op de twee
verdiepingen waar mijn aquaria staan, kan houden. Nadat ik
hem verteld had wat ik nodig had, zei George dat dat geen
probleem was aangezien hij Barbus fasciatus net had
gekweekt, en liet me trots de volwassen dieren zien. Ze
waren echt fantastisch mooi ! Wow ! Ik wist niet dat
barbelen zo’n geweldig mooie kleuren konden krijgen. De
volwassen dieren waren ongeveer 5 tot 7 centimeter groot. De
mannetjes waren schitterend van kleur. Hun kop en voorhoofd
waren zwart-grijs en vandaar een oranjekleurige zweem over
de kop via het bovenste gedeelte van het lichaam tot de
staart. Even voorbij de helft van het lichaam zie je dan
grijs-zwarte strepen en de eerste streep heeft bovenaan een
cirkelvormige vlek. Deze donkere vlekken zijn ook aanwezig
tussen de kop en de rugvin. De staart is ook donker oranje
gekleurd. Ik kan de schoonheid van deze vis haast niet
beschrijven. U zou hem zelf moeten zien. Het vrouwtje
daarentegen is saai om te zien met haar beige-bruin
gekleurde lichaam en vlekken op dezelfde plaats als het
mannetje. Ze is even lang als het mannetje. Ik had drie
mannen en een vrouwtje van de Barbus fasciatus in het
aquarium van 40 liter, evenals een koppel Tateurndina
ocellicauda en drie Cyprinella lutrensis. Het aquarium had
een kale bodem en een sponsfilter, een decoratief huisje
voor de vissen om in weg te schuilen en volop afzetmoppen
door heel het aquarium. We hebben gewoon water uit de kraan
met een temperatuur van 29 graden. Het water werd op
maandbasis voor de helft ververst en de vissen werden een
keer per dag gevoerd met Artemia-naupliën en droogvoer. Het
was ook een tamelijk druk aquarium met overal zwemmende
vissen. De barbelen waren verlegen en moesten een aantal
keren worden overgehaald om uit hun schuilplaatsen te komen
zodat ik ze kon zien. Het zijn scholenvissen, u zou er dus
diversen moeten houden om ze het naar hun zin te maken.
Toen de afzetmop de eerste keer naar eieren werd onderzocht
werden er 24 gevonden, maar ik kon niet met zekerheid zeggen
van wie ze waren, aangezien Cyprinella lutrensis hun eieren
ook zo maar rondstrooien als ze afzetten. De eieren werden
’s avonds gevonden en ze waren klein en doorzichtig met de
grootte van een speldenknop. Ik deed ze in een kleine
botervloot met gewoon kraanwater. Ik voegde geen
schimmelwerende of andere middelen toe. Ik bleef gewoon
opletten en de eieren werden gespoeld als het water mistig
werd. Na drie dagen kwamen ze uit en je kon de jongen
nauwelijks zien. Van de 24 eieren kwamen er 22 uit. Ik liet
ze nog een dag in de botervloot zitten totdat ze konden gaan
eten. Ik zette ze toen in een bakje van 20 liter met oud
water en een sponsfilter. Ook voegde ik een paar jonge
slakjes toe. Grotere slakken hadden kleintjes gegeten in het
verleden, dus die gebruikte ik niet. Na twee dagen gaf ik
een keer per dag pas uitgekomen Artemia naupliën.
Uiteindelijk kon ik zien dat er twaalf van hen Barbus
nigrofasciatus waren, ze waren ongeveer 3 mm groot, helder
gekleurd met een zwarte vlek op de staart. De anderen waren
jongen van de Cyprinella lutrensis. Toen de barbeeltjes wat
groter werden, kon je ook een vlek zien tussen de staart en
hun lichaam, evenals midden op het lichaam. Na drie maanden
waren ze ongeveer 2,5 cm lang en waren ze licht oranje met
drie donkere verticale strepen bij het oog, in het midden
van het lichaam en bij de staart. Ze waren op dat moment in
staat om alles te eten, en ik bracht ze onder in een
aquarium van 40 liter.
Het verbaast me nog steeds als in een andere mooie vis vind.
Het schijnt dat de aquaristische wereld onbeperkt is in de
keuze van vissen die we voor onze aquaria kunnen krijgen.
Deze prachtige barbelen vormen een grote toevoeging aan uw
gezelschapsaquarium, of zijn het zelfs waard om een aquarium
voor zich zelf te hebben. Vertaling : Jan Bukkems |