Botia sidthimunki

Dwergmodderkruiper

Artikel beschikbaar gesteld door :

Peter-Jan Taheij
Als ik iemand de naam van een vis uit Zuid-Oost Azië hoor noemen, spits ik mijn oren, en heeft die persoon meteen mijn onverdeelde aandacht. Dit komt omdat ik een flink aantal jaren geleden mijn aquarium gespecialiseerd heb tot een Zuid-Oost Aziatisch gezelschaps (-speciaal) aquarium. Als gevolg hiervan ontstaat er als vanzelf een verlanglijstje van vissen in je hoofd.
Zo was ik een keer bij een mede-aquariaan die mijn gekte op het gebied van Zuid-Oost-Aziatische vissen kende. Hij had een kennis die zijn aquarium opruimde, en deze had nog een viertal Botia sidthimunki's zitten, waar hij van af moest. Tegen een zeer schappelijk prijsje verhuisden deze vier dwergmodderkruipers dus naar mijn aquarium.

De visjes komen uit het noorden van Thailand, en leven in schooltjes in kleine modderige watertjes. Zoals op de foto te zien is zijn het visjes, die tot zo'n 5 cm lang worden, met een bijna witte grondkleur en daaroverheen een regelmatig zeer donker bruin tot zwart vlekken patroon, dit bestaat uit een lengtestreep op de flank en een streep op de rug, waartussen zich verschillende verbindingen bevinden, waarvan het aantal en de dikte per vis verschillend is. Sommige banden lopen door tot onder aan de buik. Ook de intensiteit van het patroon kan per vis verschillen, maar dit heeft ook met de gemoedstoestand te maken. Een vis die zich op z'n gemak voelt is namelijk veel intensiever gekleurd. Ze hebben aan hun kleine spitse snuit een zestal baarddraden die ze gebruiken om voedsel in de bodem op te sporen. Meestal is het vrouwtje wat groter en forser dan het mannetje.

Botia sidthimunki is een uitgesproken gezellig scholenvisje. Een schooltje van deze altijd levendige visjes dat door het aquarium zwemt is een prachtig gezicht.
De bodem moet bedekt zijn met fijn grind, waarin de visjes graag "snuffelen" naar voedsel. Wat schuilplaatsen van wortelhout en stenen, een stevige randbeplanting en flink wat vrije zwemruimte in het midden van de bak, worden door de visjes zeer op prijs gesteld. De watertemperatuur mag tussen de 26 en 28°C. Als watersamenstelling voldoet zacht en lichtzuur water met een pH iets onder de 7 uitstekend. Het is aan te raden ongeveer 10% water per week te verversen.

De dwergmodderkruipers eten praktisch alles wat door hun bek naar binnen kan, maar het liefst zuigen ze tubifex of rode muggelarven uit het grind, waar ze soms met hun hele kop in verdwijnen om ze te pakken te krijgen.

De kweek is in gevangenschap al enkele keren gelukt, maar deze berustte meestal op toeval, en gegevens omtrent watersamenstelling zijn er niet van bekend.

Omdat ik al eerder geprobeerd had om aan een schooltje te komen, was mij over de Botia sidthimunki het volgende verhaal bekend: De visjes konden niet meer geleverd worden omdat bewuste nakweek in gevangenschap niet lukte. De dwergmodderkruipers die al jaren in de handel aangeboden werden, waren namelijk allemaal wildvangexemplaren. En daar lag nu het punt, Sinds in het noorden van Thailand een stuwdam in een bepaalde rivier gebouwd was, zijn de visjes niet meer gevangen. Er werd aangenomen dat ze als gevolg van een sterke verandering in het milieu uitgestorven waren. Dit verhaal werd mij bij vier onafhankelijke dierenspeciaalzaken bevestigd.
Mijn vreugde was dus des te groter toen ik de hand kon leggen op vier van deze visjes. Spontane kweken hebben zich bij mij helaas ook niet voorgedaan. De diertjes zijn ondanks hun leeftijd van 8 jaar toch nog zeer actief.

En nu verschijnen de visjes eindelijk weer in de aquariumzaken, in Wageningen zit zelfs een zaak die ze regelmatig heeft zitten. Omdat ze nu wat minder gemakkelijk te krijgen zijn, is ook de prijs dusdanig omhoog geschoten dat het nauwelijks meer te doen is om er een schooltje van te houden. De visjes zijn dientengevolge van gezelschapsvisjes gepromoveerd tot visjes voor het speciaalaquarium.

Peter-Jan Taheij.

© Copy-right en voorwaarden voor gebruik