|
|
Kweken van Chapalichthys pardalis |
Sommige vissen zijn een puur genoegen om te houden en
kweken. Jij zorgt voor het goed gefilterde aquarium, enkele
schuilplaatsen(tussen de planten), een uitgebalanceerde
voeding en zij doen de rest. De prachtige levendbarende,
Chapalichthys pardalis, is één van deze. Ze zijn afkomstig
uit Mexico en de klassenaam, Chapalichthys, is afgeleid van
de Chapal Lagoon (Mexico’s grootste natuurlijke meer).
Ichthys betekent gewoon vis. De soortnaam, pardalis, is
Grieks voor panter- of luipaardvlekken. Hun lichaam is
bedekt met cirkelvormige vlekken. Ze maken deel uit van een
familie van levendbarenden genaamd Goodeidae, een
handelsnaam zou luipaard Goodeidae kunnen zijn, als dat te
moeilijk is voor je, kan je ze nog altijd luipaard goodies
noemen.
We hebben deze vis willen hebben sinds we voor het eerst een
prachtig mannelijk exemplaar hadden gezien in een show te
Brantford enkele jaren geleden. Jammer genoeg zijn er niet
veel hobbyisten die Goodeidae houden. Ik vermoed dat ze
terecht kwamen in een zak met Xenotoca eiseni, soms
Mexicaanse levendbarenden of red-tailed goodeidae genoemd.
Één ervaring met deze ongelofelijk heethoofdige, agressieve,
taaie en eindeloos vruchtbare vis kan toekomstige negatieve
reacties uitlokken wanneer Goodeidae vermeld worden. De
red-tailed Mexican zou, net als de ciclide Tilapia , niet
verkocht mogen worden zonder waarschuwing op het zakje. Bij
de luipaard Goodeidae en het grootste deel van de familie
verkrijgt men een totaal andere ervaring.
Gelukkig vonden we een zak met jonge pardalis op de Hamilton
veiling vorige herfst. Één van de mannetjes (kan je
herkennen aan de inkeping aan de aarsvin), had een gebogen
ruggengraat en werd dus uitgeselecteerd, maar we hadden nog
steeds 2 mannetjes en een kleiner vrouwtje. Mannetjes worden
uiteindelijk rond de 6 cm met iets grotere vrouwtjes en de
onze was maar ongeveer 4 cm, maar ze bewees al snel genoeg
dat ze volwassen genoeg was om jongen ter wereld te brengen.
Binnen de maand heeft ze vier grote (1.2 cm) jongen
voortgebracht. Met een wedstrijd-gericht resultaat voor ogen
(in veel landen worden wedstrijden gehouden met het kweken
van vissen) hebben we deze buiten beschouwing gelaten omdat
ze duidelijk al zwanger was toen we ze gekocht hadden. We
hebben nog niet zorgvuldig aantekeningen gemaakt, maar de
zwangerschap leek leek bijna twee maanden te duren.
De pardalis hebben, net als andere goodeidae, geen enorme
nesten omdat ze werkelijk levendbarend zijn. Voor de meeste
Poeciliidae(guppy’s, zwaarddragers,…) daarentegen, betekend
levendbarend niet meer dan dat de eieren inwendig bevrucht
worden en daar ook uitkomen voordat ze ter wereld komen. Hun
baby’s zijn erg klein, maar talrijk. Eieren van goodeidae
worden gevoed door een placenta-achtige strucktuur genaamd
trophotaenia. Ze brengen een langere periode door in de
moeder, worden veel groter en zijn minder in aantal.
(twintig zou in de meeste gevallen al een groot nest zijn.)
Het andere verschil is dat het mannetje Goodeidae geen
pakketjes sperma produceert. Bij Poeciliidae kunnen deze
pakketjes opgeslagen worden bij het vrouwtje en daardoor is
een opeenvolging van zwangerschappen mogelijk, ook zonder
dat een mannetje aanwezig is na de eerste. Goodeidae moeten
elke keer opnieuw bevrucht worden.
De paringsdans van de pardalis is erg ingewikkeld. In
tegenstelling tot het gonopodium van de gup e.a., zal de
aarsvin van deze Goodeidae geen belangrijke rol lijken te
spelen. Wetenschappers die deze fenomenen bestuderen hebben
deze effectief al weggehaald en de bevruchting vond nog
steeds plaats.
Erg gelijkend op de mannetjes, behalve de inkeping in de
aarsvin en de felgele band nabij het uiteinde van de
staartvin, heeft ons vrouwtje een tweede nest voortgebracht.
Ze kreeg 11 grote jongen deze keer en, typisch voor deze
soort, hadden deze geen moeilijkheden met de volwassenen.
(Ik zei je dat ze gemakkelijk waren.)
De onvermijdelijke vraag is, “kan je ze in een
gezelschapsbak houden?” We hebben het niet geprobeerd, maar
alles wat we gelezen hebben insinueert dat het kan. Gewoon
water dat niet te warm is, is goed voor hen. Ze appreciëren
regelmatige waterverversingen en verschillende soorten voer,
net als vele andere vissen. Ze vallen hun eigen jongen niet
lastig, dus lijkt het aannemelijk dat ze kleinere visjes ook
niet zullen aanvallen. We zouden aanraden om voorzichtig te
zijn en goed te observeren bij het introduceren van andere
soorten. Het is sowieso leuk om naar hen te kijken.
De aangeraden voorzichtigheid komt van onze ervaring vele
jaren geleden met een gelijkaardige soort, Ameca splendens.
Het is ook een prachtige en van nature vreedzame soorten
Goodeidae. Hoe dan ook, voor redenen die alleen bekend zijn
bij de vis, zullen ze af en toe Corydorassen aanvallen (in
het bijzonder de albino aeneus), en stukken uit hun rug- en
staartvin bijten. We hebben dit ongelukkige karaktertrekje
pas ontdekt toen we enkele exemplaren aan een plaatselijke
dierenwinkel hadden verkocht en ze in een bak met Cory’s
werden gezet. Oeps!
Foto’s van Tom Bridges
Vertaling : Vera Van Den Hende |