| 
					
                     
                     Deze vissen komen van oorsprong uit Birma en 
                    Indo-China waar ze worden gevonden in schaduwrijke waters. 
                    In de vrije natuur bereiken ze een lengte van 8 centimeter. 
                    Ze zijn erg vreedzaam en kunnen gemakkelijk met andere 
                    soorten in een gezelschapsaquarium worden gehouden. Ze zijn 
                    niet vaak verkrijgbaar in de dieren-speciaalzaak. 
                    De Colisa labiosa “sunset” is een kleurenvariant van de 
                    gewone Colisa labiosa, oftewel diklipgoerami. Hij heeft 
                    hetzelfde “goerami-achtige” lichaam met de verdikte huid 
                    over de lip, hetgeen resulteert in een verdikte verschijning 
                    (vooral bij de mannen). Hij heeft ook de draadachtige 
                    uitbreidingen van de buikvin, waar zijn tastorganen zich 
                    bevinden. Het verschil ligt hoofdzakelijk in de kleur. De 
                    vrouwen Krijgen een mooie gouden zweem over het lichaam als 
                    ze volwassen worden. De buiken van de vrouwen worden ook wat 
                    dikker als ze zich met eieren vullen. Mannetjes krijgen ook 
                    die gouden kleur maar worden aan de onderzijde meer 
                    chocolade-bruin als ze in broedstemming komen. De mannetjes 
                    zijn ook slanker dan de vrouwtjes. Ook hebben is de 
                    voorhoofdslijn boven het oog enigszins ingedeukt. 
                    Ze hebben de neiging om enigszins schuw te zijn en ze 
                    waarderen een goed beplant aquarium met veel schuilplaatsen 
                    en stille hoekjes om te rusten. Als ze op hun gemak zijn 
                    laten zij hun vinnen en kleuren zien. Als voedsel nemen 
                    accepteren ze droogvoer, maar ze hebben het liefst levend 
                    voer of diepvries-Artemia. Ze zijn heel sterk en kunnen 
                    gehouden worden bij temperaturen van 2o tot 30 graden 
                    Celcius (waarbij de ideale temperatuur rond de 25 graden 
                    ligt) en de meeste wateromstandigheden. 
                    Om deze vissen aan te moedigen om af te gaan zetten moet men 
                    een koppel in een goed beplant aquarium (Eikenbladvaren is 
                    ideaal) en veel drijfplanten zoals het mosselplantje en 
                    eendekroos. Het waterpeil moet laag gehouden worden op 
                    ongeveer 5-6 centimeter en de temperatuur tussen de 26 en 29 
                    graden. Gebruik een dekruit en een sponsfilter met een 
                    langzame snelheid. Probeer een groot, lang aquarium te 
                    gebruiken aangezien het aantal nakomelingen zeer groot is. 
                    (sommige bronnen spreken van meer dan 1500 stuks) Als het 
                    koppel heeft afgezet kunnen ze eenvoudig verwijderd worden 
                    en kunnen de jongen worden opgefokt in het kweekaquarium. 
                    Mijn vissen zetten af binnen 24 uur nadat ze in het 
                    kweekaquarium waren gezet. Ze zetten af zoals de meeste 
                    andere labyrintvissen. De man bouwt een een heel groot en 
                    hoog schuimnest (de omtrek was ongeveer 15 centimeter en 3-4 
                    bellen hoog). Na een eerste liefdesspel wordt het vrouwtje 
                    door het mannetje omklemt en worden 50 tot 100 eieren 
                    gelijktijdig afgezet en bevrucht. Het vrouwtje wordt dan 
                    even met rust gelaten terwijl het mannetje de eieren 
                    verzamelt en in het nest plaatst. Dit wordt herhaalt tot de 
                    voorraad eieren van het vrouwtje is uitgeput. Het mannetje 
                    verjaagt het vrouwtje en houdt zich verder bezig met de 
                    bewaking van het nest. 
                    Het mannetje van de Colisa labiosa is niet zo gemeen als het 
                    mannetje van de Colisa lalia en is gewoonlijk tevreden 
                    zolang het vrouwtje maar uit de buurt van het nest blijft. 
                    (ik zelf verwijderde beide ouders zodra het afzetten gebeurd 
                    was) 
                    De eieren komen binnen 24 tot 36 uur uit bij een temperatuur 
                    van 27 graden Celcius en de larven hangen gedurende de 
                    volgende 48 uur als kleine komma’s, terwijl ze de dooierzak 
                    verteren. De eerste 24 uur laat ik het licht aan omdat ze zo 
                    klein zijn. Zodra ze vrij zwemmen kunnen de jongen worden 
                    gevoerd met infusoriën en Liquifry. Een paar dagen later 
                    kunnen ze pas uitgekomen Artemia-nauplién aan. Zorg er voor 
                    dat een goede waterkwaliteit gehandhaafd blijft en zorg voor 
                    een vochtige warmte boven het wateroppervlak, vooral als ze 
                    4 – 6 weken oud zijn als het labyrint zich gaat ontwikkelen. 
                    Vermijdt ook een plotselinge daling van watertemperatuur 
                    evenals wijzigingen in de waterhardheid of Ph. , omdat e.e.a. 
                    dodelijk kan zijn voor de jongen. 
                    Ze groeien snel en, op voorwaarde dat ze goed worden gevoerd 
                    bij de juiste watersamenstelling, zijn ze na 60 dagen 
                    ongeveer 2 centimeter lang en hebben een gouden streep op de 
                    anaalvin. De jongen zijn zeer vreedzaam, maar hebben zeer 
                    veel ruimte nodig om te groeien, vooral als het aantal 
                    jongen groot is. 
                    Als u in de toekomst deze niet vaak geziene vis in de winkel 
                    ziet, geef ze een kans, ze zullen u zeker niet teleur 
                    stellen. 
                     
                    Vertaling : Jan Bukkems  |