Copella arnoldi

Spatzalm

Artikel beschikbaar gesteld door :

P.Bus A.V. Pronkjuweel
Met de wetenschappelijke naam van dit visje, Copella arnoldi, worden twee mensen geëerd die in de vorige eeuw veel voor onze liefhebberij hebben gedaan. Te weten Edward D. Cope, een belangrijke Amerikaanse ichtyoloog (viskundige) en J.G. Arnold, een liefhebber uit Hamburg die als koopman door de zeelieden uit de tropen veel vissen liet meenemen en ze dan schonk aan biologen om ze te determineren.
Dit slanke oppervlaktevisje is een sierraad in het aquarium. Het mannetje met zijn verlengde geel-oranje vinnen is werkelijk een schoonheid. De zwarte wit omzoomde vlek in de rugvin draagt bij tot zijn fraaie uiterlijk. Het vrouwtje is niet zo fel van kleur en heeft rondere vinnen. Het is geen vis die men direct in scholen moet houden, 2 of 3 paren in aquaria langer dan 150 cm. en beslist niet meer als 1 paar in aquaria kleiner dan 125 cm.
Wat is namelijk het geval? In tegenstelling tot andere zalmpjes kent de Spatzalm namelijk broedzorg. Gevolg, ze moet een territorium kunnen vormen. Bij teveel mannen loopt men kans dat ze elkaar flink te lijf gaan.
Wanneer men Spatzalmen in een gezelschapsaquarium houdt, moet men in ieder geval ervoor zorgen dat er, of goed sluitende dekruiten op het aquarium liggen of dat de lichtkap beslist niet kiert. Het zijn namelijk goede springers wat ze bij het afzetten van de eieren goed van pas komt.
Als ze paarrijp zijn zoekt het mannetje een geschikte afzetplaats. Ze zoeken het liefst een blad dat net boven het wateroppervlak hangt. Dat kan een blad van een onderwaterplant zijn dat boven het water uitsteekt of een blad van een oeverplant dat net boven water hangt. Heeft de man een dergelijk blad gevonden, dan vormt hij onder dit blad zijn territorium. Hij zoekt geen vrouwtje. Een kuitrijp vrouwtje zoekt zelf een mannetje dat een territorium gevestigd heeft.
Wanneer zich een paartje gevormd heeft begint het liefdesspel. Samen springen ze uit het water en bovenop het blad waar ze enige seconden stil naast elkaar blijven liggen, waarna ze na elkaar weer in het water glijden. Deze schijnparingen kunnen ze enkele uren volhouden. Pas in de laatste 5 tot 12 sprongen worden de eitjes afgezet en bevrucht. In totaal kunnen er tussen de 150 en 250 eieren worden afgezet.
Opmerkelijk is dat een mannetje altijd of links of rechts van het vrouwtje springt. Eén mannetje zal nooit de ene keer links en de andere keer rechts springen.
Na het afzetten wordt het vrouwtje verjaagd en betrekt de man de wacht onder het blad met de eieren. Om de ca. 20 minuten slaat hij met zijn staart waterdruppels over de eieren om ze vochtig te houden. Na 36 uur komen de jongen uit en worden met het opgespatte water in het aquarium gespoeld.
Als dit gebeurt in het gezelschapsaquarium dan bent u de jongen kwijt. In een kweekbakje kunt u, nadat alle jongen in het water zijn terecht gekomen, de man weghalen (de vrouw was reeds verwijderd). Het grootbrengen is niet bijzonder moeilijk. Wel moet U de eerste dagen over stoffijn voer beschikken, maar na enkele dagen eten ze al pas uitgekomen pekelkreeftjes en heel kleine watervlooien en cyclops.
De Spatzalm is afkomstig uit de zijriviertjes van de Amazone en de Rio Gara.


Auteur: Peter Bus, A.V. Pronkjuweel

© Copy-right en voorwaarden voor gebruik