|
|
Corydoras barbatus (Quoy & Gaimard, 1824) |
Hier is een Cory die allang in de hobby bekend is maar die
nog nooit een vaste plaats heeft veroverd, misschien ook wel
doordat hij niet in een prijsklasse zit waar de meesten
onder ons zoeken. Hij komt uit de kuststreken van Brazilië
tussen Rio de Janeiro en Sao Paulo.
Een mogelijke reden dat hij niet vaak in onze aquaria
voorkomt is zijn verschijning. De volwassen man is echt een
ongewone vis. Hij kan meer dan 10 centimeter lang worden
hetgeen hem tot de grootste van zijn soort maakt. Het is een
van de z.g. langsnuit-corydorassen en heeft een tamelijk
hoge rugvin. Zijn opvallende kleuren zijn een voorbeeld van
contrasten. Hij heeft een schitterende witte buik , een
witte tekening achter de kieuwen en de borstvin en een
streep tot midden op de neus. Deze staan aan de basis van
gitzwarte kronkelige strepen, punten en alles wat u maar
kunt bedenken in de rest van het lichaam.
Ik had deze vissen af en toe in dierenspeciaalzaken gezien
maar de prijs weerhield me er altijd van om ze te kopen,
vooral omdat ik geen ervaring met deze bijzondere soort had.
Gelukkig vond ik enige tijd geleden een zak met jonge dieren
op een visveiling en ik besloot dat dit een goede
gelegenheid was om ze eens een keer te proberen.
Natuurlijk duurde het wel een tijdje voordat deze zes jonge
dieren enig teken van geslachtsrijpheid begonnen te vertonen
en zelfs 18 maanden later waren ze nog niet gegroeid tot hun
maximale grootte, maar ze leken in ieder geval gezond. Zij
werden in een gezelschapsaquarium gehouden samen met wat
Tetra’s, Apistogramma’s en een Ancistrus, plus nog enkele
andere Corydorassoorten, Ze leefden nu al een jaar op
diepvries- en droogvoer en ze schenen goed te gedijen. Het
water in het aquarium was zacht en zuur met een Ph van 6,2
en een totale hardheid can minder dan 1.
Een dag na een waterverversing bemerkte ik een klein kluitje
eieren tegen de voorruit van het aquarium. Voordat ik de
eieren kon verwijderen hadden de tetra’s en de cichliden ze
echter al netjes opgeruimd. Nadat ik het aquarium een paar
minuten zorgvuldig had bekeken zag ik een van de vrouwtjes
Barbatus rondzwemmen met een kluitje eieren tussen haar
aarsvinnen en zag hoe zij ze tegen het glas plakte (en
vervolgens werden opgegeten door de overige bewoners). Ik
kon er slechts een paar redden en geen ervan bleek bevrucht
te zijn.
Zodra ik een aquarium over had zette ik twee mannen en drie
vrouwen daarin apart. Het was een aquarium van 170 liter,
met hetzelfde water als het gezelschapsaquarium, zonder
bodemgrond en zonder verwarming. Een krachtig filter zorgde
voor een forse stroming en doorluchting. Ik kon een vriend
van de aquariumvereniging ompraten om een van zijn grote,
kleurrijke mannen uit te lenen. Zo had ik drie goede, grote
vrouwen en drie mannen, waarvan een heel bijzondere.
Het duurde niet lang voor het kweekgedrag begon. Zodra de
nieuwe man enigszins gewend was aan zijn nieuwe omgeving,
werden de vrouwtjes heel actief en begon de grote man
dominantie te vertonen. Terwijl de vrouwtjes snel op en neer
begonnen te zwemmen bij de voorruit, werden de kleinere
mannen opzij geduwd. Het leek erop dat de punt van de snuit
van het mannetje nuttig gebruikt wordt, tenminste gedurende
de paartijd. Als de grotere man naast zijn jongere
metgezellen zwom, sloeg hij ze met zijn snuit tegen de
zijkant van hun koppen. Ik geloof niet dat ze er enig schade
van hebben geleden, maar prettig hebben zij dit zeker niet
gevonden.
Met de regelmaat van de klok werden iedere vier dagen tien
tot dertig eieren afgezet. De eieren werden door mij in een
klein aquarium gedaan om uit te komen, en nadat de jongen
hun eerste voer opnamen (meestal twee dagen na het
uitkomen), bracht ik ze over in een aquarium van 40 liter om
te groeien. Veel van de eieren waren niet bevrucht en
beschimmelden vrijwel onmiddellijk, maar er bleven er genoeg
over om het interessant te houden. Bovendien waren na het
uitkomen verliezen zeldzaam. De jongsten in een 10 liter
aquarium werden spaarzaam gevoerd met micro-wormpjes en het
water werd twee keer per dag voor de helft ververst. Zodra
ze eten tot zich namen werden ze verhuisd naar een groter
aquarium en werden ze gevoerd met meer micro-wormpjes en pas
uitgekomen pekelkreeftjes. Verder werd het water een keer
per dag voor de helft ververst. Deze meervallen zijn niet
bijzonder moeilijk te verzorgen en te kweken en ze zijn een
ongewone toevoeging voor een gezelschapsaquarium en een
leuke soort om in een speciaalaquarium te houden.
Zodra het grootste gedeelte van de jongen een maand of twee
oud was werden ze overgebracht naar het aquarium van 170
liter dat als kweekbak had gediend. Ik voerde ze met fijn
gehakt diepvriesvoer, levend en droogvoer en het voer waar
ze tot dan toe op groot geworden waren. De jonkies zwommen
graag in een school, zelfs liever dan andere
Corydorassoorten. Het is een amusant gezicht om veertig
jonge barbatussen op en neer te zien zwemmen voor de
voorruit.
Voor meer informatie:
Baensch Aquarium Atlas, I- Reihl & Baensch, pp. 460, 461,
474- foto’s en tekst
Back to Nature Guide to Catfishes,- Dr. David Sands, pp. 40,
41- foto’s en tekst
Corydoras,- Werner Seuss, pp. 32, 62, 63- fotos en tekst
Freshwater and Marine Catfishes,- Dr. Warren Burgess, pp.
342, 362, 365- foto’s en tekst
Aquarium Quarterly, Corydoras,- Dr. Warren Burgess, pp. 60,
62,- foto’s en tekst
Aqualog: All corydoras,- Glaser, Schafer, & Glaser, pp. 97,
98,- foto’s en info
Web Page: Planet Catfish
www.planetcatfish.com/core/index.htm ,een uitstekende
bron van informatie over corydorassen en andere meervallen
Vertaling : Jan Bukkems |