|
Binnen onze tropische vissenfamilie vormen deze
killi's toch een aparte soort die meer dan
vermeldenswaardig is. Eigenlijk zouden ze op geen
enkele tentoonstelling mogen ontbreken, dus ook zeker
niet op AQUARIANA 2002. Killivissen behoren tot de
eierleggende tandkarpers en zijn ondergebracht in de
familie van de Rivulidae met als onderfamilie :
Rivulinae. De soort die we nu even nader gaan
bekijken is de Cynolebias flammeus.
Als we dit visje willen vangen, zullen wij naar Zuid
Amerika moeten vliegen richting Brazilië. In dit
mekka van tropische vissoorten hebben we kans om dit
visje te vangen in het stroomgebied van de Rio Parana,
een bijrivier van de bovenstroorn van de Rio Zaianten,
en de Nova Roma.
Het geslachtsonderscheid tussen een mannetje en een
vrouwtje is te herkennen aan de bontere kleur van het
mannetje. Zo ook heeft het mannetje hoge verlengde
vinstralen op zijn rug- en buikvin waarmee hij op een
indrukwekkende manier kan imponeren.
Het is geen scholen - of territoriumvormende vis die in
perfecte harmonie met zalmen zoals bv. de Cynolebias
griseus kan samengehouden worden. Zoals dit voor de
meeste seizoenvissen het geval is houden wij dit visje
het best in een speciaal aquarium. Het hoeft geen
groot aquarium te zijn, integendeel, een "miniatuur"
bakske is zeer geschikt. Ditzelfde aquarium kan
zelfs gebruikt worden als kweekbak. Leggen we in
het aquarium een "dot" turf op de bodem of in een ander
bloempotje, dan zal dit killivisje graag hier haar
eieren afleggen. Wel te verstaan moeten we deze
dot turf eerst deftig gaan uitspoelen vooraleer te gaan
gebruiken voor aquariumdoeleinden. Het kweken van
dit visje is niet zo makkelijk. Ze zijn zeer
productief.
In de literatuur is er sprake dat de ontwikkelingstijd
van de eieren ligt tussen de 3 en de 4 maanden.
Daar heb ik wel mijn bedenkingen bij. In de natuur
zal dit misschien wel het geval zijn want dan gaan ze
afleggen vlak voor de droogtijd aanbreekt. Als het
terug begint te regenen en er ontstaan terug plassen dan
zullen de eieren na verloop van tijd uitkomen. In
aquariumomstandigheden is dit uiteraard volledig anders
omdat, in normale omstandigheden het aquarium nooit
droog komt te staan. Zijn we de trotse bezitter
van jongen van deze Cynolebias flammeus, dan moeten we
ze grootbrengen met Artemianaupliï. Volwassen
dieren houden het liefst van levend voedsel zoals
muggenlarven, watervlooien, cyclops, mysis. Het
voedsel moet in verhouding zijn met de grootte van hun
bek. Droogvoer hebben ze niet graag. Ondanks
het een killivis is, is het een robuuste kerel die met
zijn 3 cm lengte en zijn stevige body, behoort tot de
grootste onder zijn soortgenoten.
Deze Cynolebias flammeus is een prachtig visje dat de
naam van waaiervis waard is. Op zijn zijflank
heeft hij over de volledige lengte een aantal
dwarsbanden die zowel op zijn rug als over de buikvin
doorlopen. Zijn grondkleur is turkoois blauw.
Over zijn oog loopt een zwarte dwarsstreep die zijn iris
kruist. De buikzijde heeft, afhankelijk van zijn
vindplaats, een geelachtige schijn, terwijl de
bovenzijde van de kop naar de rugvin toe, een
kruisgewijs schubbenpatroon heeft, dat eveneens een
turkoois blauwe kleur heeft. Zijn staartvin gaat
vanaf de staartwortel van transparant naar een blauwe
kleur over
Een prachtig visje, dat echter heel moeilijk op de kop
te tikken is in de vakhandel |