Etroplus maculatus

Oranje cichlide

Artikel beschikbaar gesteld door :

Peter-Jan Taheij
Etroplus is het enige cichlidengeslacht in Azië. De drie vertegenwoordigers van dit geslacht leven in brak water in Voor-Indië en Sri Lanka (het voormalige Ceylon). Alleen de kleinste soort, de Etroplus maculatus, dringt ook door in zuiver zoet water. De twee andere soorten zijn vanwege hun grootte en uitgesproken voorkeur voor brak water nauwelijks geschikt voor verzorging in een aquarium.
De Etroplus maculatus wordt ongeveer 8 cm lang, waardoor hij als dwergcichlide beschouwd kan worden. Het lichaam is zijdelings sterk afgeplat en is ovaal tot ei-vormig. Zijn nederlandse naam heeft de oranje cichlide te danken aan zijn geel tot oranje gekleurde flanken die bezaaid zijn met rode punten. Op zijn lichaam heeft hij enkele donkere ronde vlekken, waarvan er één vrijwel altijd duidelijk zichtbaar is. De rug is grijsblauw tot bruinzwart van kleur. In de paaitijd komt over het hele lichaam een blauwiriserende glans.
De ongepaarde vinnen zijn geel tot oranje van kleur en deels ook rood gestippeld en afgezet met een donkere zoom, die vooral in de aarsvin goed opvalt. De buikvinnen zijn volledig zwart van kleur. De vinnen zijn allen enigszins afgerond van vorm.
De mannetjes en vrouwtjes lijken zo sterk op elkaar dat het erg moeilijk is de geslachten te onderscheiden. Doorgaans zijn de vrouwtjes wat matter van kleur en hebben geen rood in de zoom van de vinnen.

De Etroplus maculatus kan het beste paarsgewijs gehouden worden en is vreedzaam tegenover andere soorten. Ook woelt hij niet in de bodem, waardoor hij ook in een gezelschapsaquarium gehouden kan worden.
Een speciaalaquarium kan worden ingericht met een zandige bodem en schuilplaatsen van wortelhout en stenen. Verder stelt de oranje cichlide een rijkelijk beplante bak op prijs.
Aan de watersamenstelling worden geen speciale eisen gesteld, wat harder en alkalischer water voldoet uitstekend, omdat dit vaak de samenstelling van het brakke water is waarin de oranje cichlide regelmatig verblijft. Wel is het aan te raden om één à twee theelepels zout op tien liter water toe te voegen, omdat de weerstand tegen parasieten als witte stip hiervan sterk toeneemt.
Deze soort houdt van een goed verwarmd aquarium, de temperatuur moet in ieder geval boven de 23°C liggen.

Voor de kweek wordt de temperatuur verhoogd naar 25 tot 28°C, wat voor vissen vaak een impuls is om aan de voortplanting te gaan denken.
Uit de kleine uiterlijke verschillen tussen de ouders viel al af te leiden dat de Etroplus maculatus een open substraatbroeder is, waarvan de ouders samen het broed verzorgen. De legplaats, een steen of een stuk hout, wordt door de ouders zorgvuldig gereinigd. Hierop wordt dan een pakket van zo'n 200-300 eieren afgezet.
Nadat de eieren uitgekomen zijn, hangen de jongen vaak enige tijd aan de ouders, waar ze zoals het broed van de discus, van een voedzame slijmhuid kunnen eten. Na enkele dagen worden de jongen in een klein kuiltje ondergebracht, van waaruit de zoektochten naar voedsel beginnen. Al snel kan dan overgegaan worden op het bij voeren met pekelkreeftjes. Bij een voldoende aanbod aan klein infuusvoer, kunnen de jongen ook gescheiden van de ouders grootgebracht worden.

Wanneer de vissen groter worden kunnen ze net als de ouders met verscheidene soorten leven- en diepvriesvoer voorschotelen. Voor een deel worden ook zachte groene algen en droogvoer in vlokken en tabletten gegeten.
De ouders, maar vooral de moeder, blijven erg lang intensief voor het jongbroed zorgen, zodat bij een geslaagde kweek vaak veel jongen volledig kunnen uitgroeien.
Voor de kweek wel enkele theelepels zout per tien liter water opgelost zijn, om schimmelziekten bij de jongen te voorkomen.
De oranje cichlide is een zeer apart visje die mede vanwege zijn kleur en vorm toch wel regelmatig in de aquariumhandel te vinden is.

Peter-Jan Taheij.

© Copy-right en voorwaarden voor gebruik