Geophagus steindachneri

Artikel beschikbaar gesteld door :

Bron :

Tony Bernard,
Hamilton Aquarium Society
AQUARTICLES•COM
 

Geophagus steindachneri


Deze vis is oorspronkelijk beschreven in 1910 door Eigenmann en Hildebrand.  Ze worden gevonden in de belangrijkste moerassen van Columbia.  Deze relatief kleine vis wordt 14 centimeter groot.  De vrouwtjes blijven kleiner en worden 11 centimeter.  Hun bekken zijn neerwaarts gericht wat hen plaatst in het geslacht Geophagus. Ze houden van graven en grondelen door de bodem maar die wordt niet overal door het aquarium verspreid.  Het lichaam van het mannetje is voor 80 procent bedekt met metaal-groene vlekken en zijn lichaam is cremekleurig met een zwarte horizontale streep onder de zijlijn.  Het vrouwtje ziet er hetzelfde uit maar heeft minder metaalgroene vlekken.  In de hobby zijn ze bekend als de rode bult aardeter.
Ik bemachtigde een zak jongen op de veiling van de lokale aquariumvereniging van Sarnia.  Ze waren kleiner dan 3,5 centimeter en ze werden in een aquarium van 40 liter gezet om ze op te laten groeien.  Ik voerde ze afwisselend vlokkenvoer en pallets en af en toe wat gevriesdroogd voer.  Toen ze een centimeter of vijf water deed ik ze in een uitzwemmer met andere cichliden, waarvan de meeste Afrikaanse.  Ze deden het goed en groeiden snel in het 400 liter aquarium.  Van de vijf jongen waarmee ik was gestart had ik er 3 volwassen gekregen. Ik was verbaasd over hun onderlinge agressie.  Met een man en twee vrouwen rekende ik er op dat ik goed was voorbereid voor de kweek.
Mijn uitzwemmer werd een kweekbak voor de steindachneri voordat ik klaar was om ze naar een kleiner aquarium te verhuizen.  Met twee bekken vol in een week was ik gelukkig en ik maakte een aantekening op het aquarium met de tijd waarvan ik dacht dat het beste was om de vrouwtjes te verwijderen.  Indien mogelijk wilde ik het vrouwtje alleen in een 40 liter aquarium zetten om het haar mogelijk te maken om de jongen de juiste manieren voor de broedzorg in te prenten.  Een goed vrouwtje zal haar legsel ongeveer drie weken in haar bek houden en daarna loslaten.  Helaas hadden zij niet dezelfde boeken gelezen als ik en in de loop van de tweede week waren ze alle twee weer gewoon samen met hun aquariumgenoten aan het eten.  Er kwamen wat onaardige gedachten in me op, maar ze waren nog jong en dit was ten slotte pas hun eerste legsel.
De man is heel agressief en valt de vrouwtjes ieder gewenst moment lastig. Ik geloof dat een overbevolkt aquarium de agressie van het mannetje tempert eenvoudigweg omdat hij ze dan niet de hele tijd ziet. De volgende broedpoging was enkele weken later. Ik was verwonderd over het gedrag van het vrouwtje, ze ging als een dolle tekeer en het andere vrouwtje kon niet ver genoeg van haar vandaan blijven.  Ik geloof dat het permanente gevecht met het vrouwtje en de agressieve toenaderingen van het mannetje teveel voor haar werden en op een morgen vond ik haar dood en open gepikt.  Het vrouwtje had deze dag gevierd met een ontbijt van steindachneri baby’s.
Een beetje geïrriteerd hierover besloot ik om een beetje af te koelen de zaken enigszins op zijn beloop te laten. Maar nu de omstandigheden perfect waren en er niets anders in het aquarium aanwezig was dat hen hinderde, begon het kweken en zonder enig probleem verscheen er een bek vol dankzij de goede instincten van het vrouwtje om het mannetje te ontlopen door achter hem te blijven of zich ergens onder te verstoppen.  Ik werd beloond met 26 jongen de dag nadat ik haar had overgeplaatst naar een aquarium van 12 liter. Ik ververste gedurende een week dagelijks het water voor 50 procent met water uit het andere aquarium en daarna met 20 procent iedere week.  De jongen accepteerden fijngewreven droogvoer en proteïnepoeder en groeiden snel.
Inmiddels had het vrouwtje weer een grote bek vol jongen en ik was blij verrast haar die jongen in mijn aquarium van bijna 400 liter te zien loslaten en weer terug in de bek nemen als er iemand te dicht bij kwam.  Ik heb dit een tijdje aangekeken en daarna heb ik haar gevangen en uitgeknepen voor ze de jongen voorgoed in het grote aquarium vrij liet. Net als in het wild zouden de kansen om het daar te overleven vrij klein zijn. (Noot van de vertaler : het uitknijpen van muilbroedende cichliden vind ik persoonlijk geen goede zaak. Dit wordt meestal gedaan om een groter aantal jongen over te houden. ) Ik houd veel van deze Geophagus. Zij hebben hun eigen, specifieke manier van leven en zijn altijd actief. Ze kweken heel goed en ik verwacht dat zij snel de 40 – 60 jongen zullen krijgen waarvan ik in de beschikbare literatuur heb gelezen. Nu ik wat meer vertrouwd ben met deze vis ben ik er zeker van dat een speciaal-aquarium op zijn plaats is. Een paartje is echter ook een welkome aanvulling op een gezelschapsaquarium, zowel een Afrikaans (zoals bij mij) of een Zuid Amerikaans. Als u ooit gedacht hebt aan deze Geophagus steinfachneri zou ik niet aarzelen om ze u aan te raden.

NB : Geophagus steindachneri is ook bekend als Geophagus hondae of magdalena

Vertaling : Jan Bukkems
© Copy-right en voorwaarden voor gebruik