Hemigrammus erythrozonus
Vuurneon

Artikel beschikbaar gesteld door :


Bron :

David Snell ,
uit "Delta Tale," Potomac Valley Aquarium Society
AQUARTICLES•COM

Hemigrammus erythrozonus

Sinds ik begonnen ben met het houden van vissen in 1993 heb ik altijd in tenminste één van mijn aquaria tetras gehouden. Maar in de zomer van 2000 besloot ik om te proberen ze te kweken.
Begin juni was ik in de aquariumwinkel van Centreville toen ik een mooi aquarium zag, gevuld met verschillende vissen inclusief een aantal volwassen Hemigrammus erythrozonus. Het was tamelijk gemakkelijk om de mannetjes van de vrouwtjes te onderscheiden. De mannetjes van de vuurneon waren slanker in het middel en de vrouwtjes waren daar ronder. Ik besloot om twee paartjes te kopen.
Ik had in mijn vissenkamer een 40 liter aquarium dat in tweeën was verdeeld. Zodoende kon ik de mannetjes van de vrouwtjes scheiden. De temperatuur werd op ongeveer 25 graden gehouden.Ik gaf ze gevarieerd voer, maar meestal gevroren rode muggenlarven, levende zwarte muggenlarven en pas uitgekomen Artemia-naupliën. Na ongeveer twee weken constateerde ik dat de vrouwtjes heel dik rond het middel waren geworden. Ze zaten vol met eieren.
Kweekaquarium :
Ik had een aquarium van 20 liter klaar gemaakt, gevuld met ongeveer 8 liter osmosewater met een hardheid van 2 Dh en een Ph van 6,0. De watertemperatuur was hoger dan 26º Celcius. Het water werd behandeld met een dubbele dosis zwartwater extract van Kent. Ik bond een klein stukje javamos aan een sla-klem die met een zuignap was bevestigd aan de achterwand van het aquarium. Op de bodem van het aquarium was een zelfgemaakt afzetrooster waar de eieren door heen konden vallen en zo van de volwassenen waren gescheiden.
Voor mijn eerste kweekpoging nam ik een van de twee paren en zette ze in het kweekaquarium. Het aquarium werd volledig met een handdoek bedekt zodat er geen licht in het aquarium zou kunnen komen. Tetra-eieren zijn zeer gevoelig voor licht en sommige mensen geloven dat licht bijdraagt tot het beschimmelen van de eieren. De tweede dag had het paartje afgezet en ik zag dat er ongeveer honderd eieren op de bodem van het aquarium lagen. Jammer genoeg waren alle eieren binnen 24 uur allemaal beschimmeld. Ik verwijderde het paartje en bracht ze weer terug naar het andere aquarium.
Voor de tweede kweekpoging nam ik onmiddellijk het andere paartje en deed ze in het kweekaquarium. Helaas werd er in de vijf dagen dat ze in dat aquarium waren, niet afgezet. Dit paartje werd dus ook terug gezet naar het andere aquarium.
De derde kweekpoging :
Nadat ze een week hadden door gebracht in het andere aquarium zette ik het eerste paar op 29 juni weer terug in het kweekaquarium. Binnen 24 uur had het paartje afgezet. Er waren ongeveer 200-300 eieren. Op 1 juli zag ik een paar larfjes. Ik kon de jongen zien wriemelen op de bodem van het aquarium. Als er licht op viel sprongen de jongen op van de bodem om dan weer naar beneden te zakken. Op de tweede dag zag ik ongeveer 17 larfjes verticaal tegen het glas geplakt. Op de derde dag zwommen er meer dan 60 vrij door het aquarium. De meesten zwommen boven in het aquarium, vlak onder het wateroppervlak. Ik voegde een bruissteentje toe om een geringe watercirculatie te realiseren. De andere eieren in het aquarium waren beschimmeld.
De jongen waren extreem klein en ze leken net op kleine glassplinters. Ze waren zo klein dat ik begon met het voeren met pantoffeldiertjes. Ik gaf de jongen een kopje van mijn pantoffeldiertjeskweek. Als ik met een schijnwerper in het aquarium scheen, zag ik dat het aquarium met pantoffeldiertjes was gevuld, waardoor het voer permanent tot de beschikking was.
Ik bleef doorgaan met het voeren van pantoffeldiertjes zodat ik zeker wist dat de jongen permanent voldoende voedsel hadden. De vierde dag begon ik ook wat pas uitgekomen Artemia-naupliën toe te voegen. Op de vijfde dag voegde ik ook micro-wormpjes toe.
Op de zesde dag ververste ik 25 procent van het water en verwijderde ik voorzichtig het afzetrooster. Ik ververste het water verder ongeveer een keer per week. De jongen groeiden goed. De twaalfde dag begonnen ze een zilverachtige kleur te vertonen. Toen ze drie weken oud waren begonnen ze al de karakteristieke rode lijn van de vuurneon te vertonen. Ze waren al meer dan 1 centimeter groot.
Na twee maanden had ik er nog ongeveer vijftig over en waren ze gegroeid tot 2 centimeter. De overgebleven vuurneons werden verhuisd naar mijn gezelschapsaquarium van 280 liter. Tijdens de veiling van de PVAS (Potomac Valley Aquarium Society) van november 2000 verkocht ik de volwassenen en een paar zakjes met jongen. Na zeven maanden bereikten de overgebleven 40 vuurneons hun volwassen lengte van 4 centimeter.

Vertaling : Jan Bukkems

© Copy-right en voorwaarden voor gebruik