|
Ilyodon cortesae
PAULO-MAYA & TRUJILLO-JIMÉNEZ,
2000
Nederlandse naam:
geen
Verspreidingsgebied:
Deze soort heeft een zeer beperkt verspreidingsgebied en
komt alleen voor in de bovenstroom en de bronnen van de San
Juan Tacámbo rivier, die onderdeel uitmaakt van het Río
Balsas stroomgebied in de staat Michoacán, Mexico. Dit
kleine gebied wordt bedreigd door menselijk gebruik van het
water en de lozing van afvalwater uit de nabij gelegen stad
Tacámbaro. De vissen uit de natuurlijke populatie lijken
niet gezond en hebben voor een deel last van parasieten
(DOMÍNGUEZ-DOMÍNGUEZ ET AL 2005).
Kenmerken:
Net als de andere soorten uit het genus Ilyodon is de soort
langwerpig. Het lichaam is zilverkleurig en op het lichaam
bevindt zich een horizontale, uit zwarte vlekken bestaande,
band. Bij de vrouwtjes is de band minder duidelijk dan bij
de mannetjes. In de staart- en rugvin bevinden zich enkele
zwarte vlekken. De mannetjes zijn verder nog van de
vrouwtjes te onderscheiden door de tot geslachtsorgaan
omgevormde aarsvin. Een belangrijk verschil met de andere
soorten uit het genus vormt de relatief grotere kop van deze
soort (PAULO-MAYA & TRUJILLO-JIMÉNEZ 2000). Het is met een
maximale lengte van 7 cm één van de kleinste soorten in het
genus Ilyodon.
Verzorging en kweek:
Zoals uit de lichaamsvorm al blijkt is de soort afkomstig
uit stromend water. Het is dan ook aan te bevelen om voor
enige stroming in het aqariumwater te zorgen. Het aquarium
waarin soorten uit het genus Ilyodon worden gehouden moet
dan ook minstens een meter lang zijn. De vissen komen het
beste tot hun recht als ze in een school worden gehouden. Ze
houden zich meestal op in de middelste waterlaag. Een door
het jaar variërende temperatuur is op de lange duur voor
deze soort het beste. De temperatuur kan dan tussen de 17 en
de 24°C schommelen. Het zijn alleseters die ook op alleen
droogvoer een hele tijd gehouden kunnen worden. Plantaardige
bestanddelen dienen onderdeel uit te maken van het voedsel.
Met algen begroeide stenen of kienhout worden de hele dag
‘afgegraasd”.
De kweek is over het algemeen eenvoudig. De vrouwtjes worden
tijdens de draagtijd voller en dikker, maar blijven een
slanke vorm houden. Tijdens de baring trekken de vrouwtjes
zich terug tussen de planten en werpen daar de jongen. De
langwerpige jongen zijn bij de geboorte zo’n 2 cm lang. De
eerste uren na de geboorte is de trophotaenia, waardoor de
jongen zijn gevoed, goed zichtbaar. De jongen houden zich de
eerste dagen na de geboorte tussen de planten op. Daarna
zwemmen ze door het hele aquarium. De grote dieren
beschouwen hun jongen niet als voedsel en er zullen er dan
ook altijd veel overblijven. Deze voegen zich al snel bij de
hele groep.
Het is een rustige soort die kan worden samengehouden met
andere soorten die dezelfde eisen stellen.
Opmerkingen:
Over de soorten in het genus Ilyodon is al veel geschreven.
Er zijn verschillende visies over het aantal soorten en de
discussies hierover lijken nog niet beëindigd. Ilyodon
cortesae is de meest recent beschreven soort.
Tekst: Kees de Jong
|