|
|
Verlegen of drukke kleine bevers |
Iets meer dan een maand geleden kreeg ik van een lid
zijn Julidochromis ornatus voor het ‘Breeders Award
Program’. Hij ging binnen een paar weken verhuizen en zijn
grootste zorg ging uit naar zijn discusvissen en zijn
wildvang maanvissen, Pterophyllum altum. Toen hij mij
zijn koppel ‘Juli’s’ met jongen aanbood, nam ik dat bod
natuurlijk aan.
Zoals de meeste clubleden, was ik geen cichliden liefhebber,
buiten maanvissen om. Maar wie kan deze fel gele
vissen met donkerbruine strepen weerstaan? Na het
verwijderen van wat planten en het toevoegen van stenen om
grotjes te creëren was de 115 liter bak klaar. De
temperatuur is 24,5˚C en de pH is ongeveer 7,4. Hoewel
mijn water wel een beetje aan de harde kant is, wist ik dat
het niet hard genoeg was voor deze cichliden, maar ik had
besloten me daar later druk over te maken. Na een
korte gewenningsperiode verdwenen het 7,5 cm grote mannetje
en het 6,5 cm grote vrouwtje tussen de rotsen, om nog maar
zelden gezien te worden. Ik wist dat er een goede
reden was dat ik niet gek was op cichliden, ik moest steeds
zeggen : ja, er zitten wel vissen in die bak. De
jongen waren bezig hun nieuwe huis te onderzoeken en hadden
geen ziekteverschijnselen door de verhuizing. De
Juli’s hadden vlak voor de verhuizing nog afgezet en de
vorige eigenaar had alle jongen van het grootste nest
gevangen, maar kon er maar een paar van het laatste nest te
pakken krijgen. Ook deze kleine jongen hebben de
verhuizing overleefd.
Het koppel Juli’s vestigde zich in de bak en begon zand van
onder de stenen naar voren te verplaatsen, dat leek mij een
goed teken. Ik bleef kijken, in verwachting van een
zwerm jongen, zoals bij mijn maanvissen. Ik denk dat
ik daar wat meer onderzoek naar had moeten doen. Alles
ging goed tot ongeveer een week geleden. Plotseling waren
beide ouders heel beschermend bij hun grot en jaagden de
oudste jongen weg. Hiervoor waren die jongen altijd
rond aan het zwemmen en op zoek naar voedsel. Ik heb
een stuk spons op de aanzuigbuis van mijn filter, waar de
jongen aan pikken, net als aan de algen die gevormd zijn op
de achterwand. Een paar dagen geleden besloot ik om
bij de bak te gaan zitten (eigenlijk liggen, omdat de bak
onderop een aquariumkast staat) en kijken wat er gebeurt.
Ik keek naar de grot, en verwachtte nog steeds een zwerm
jongen, toen ik wat beweging zag op 1 van de rotsen.
Wat een perfecte verstopplaats. De kleine jongen waren
onmogelijk te zien, totdat ze bewogen; er zaten er ook nog
een paar op de bealgde wand. Er was geen sprake van
school vorming, ze leken allemaal hun eigen weg te gaan,
maar bleven dicht bij de grot. De ouders toonden geen
interesse in hun jongen, maar verdedigden hun grot fel.
Terwijl ik de bak aan het observeren was kwam ik voor een
tweede verrassing te staan. Waar kwamen al deze
middelgrote jongen vandaan? Ik zou twee volwassenen,
ongeveer 15 jongen van het oudste nest, een paar van het
tweede nest en het nieuwe nest moeten hebben. Maar ik
had ook ongeveer 15 jongen die qua maat tussen de laatste
twee nesten in viel.
Ik kan deze sterke vissen alleen maar aanraden. Niet
alleen jongden ze vlak na de verhuizing naar hun nieuwe
huis, maar ook de jongen overleefde zonder erg veel zorg.
Doordeweeks worden de vissen een maal per dag gevoerd met
fijngewreven droogvoer. In het weekend krijgen ze
daarbij nog diepvries Artemia, rode muggenlarven en
gevriesdroogde tubifex. Normaal gesproken, als ik wist
dat ik jongen had, had ik microwormen en/of net uitgekomen
Artemia gevoerd. Maar ik denk dat ze het best goed
deden zonder dit voer. Ik ververs eens in de twee weken zo
een 25-30 procent van het water.
Een laatste aantekening, als de volwassen Juli’s jou niet
kunnen zien, zullen ze naar buiten komen en beter te zien
zijn.
Vertaling : Rense Dorenstouter |