|
||||||||
Artikel beschikbaar gesteld door : |
Roman Cuynen Aquarianen Gent | |||||||
Labidochromis caeruleus wordt dikwijls gekocht als één van de eerste vissen in het Malawi-aquarium. De knalgele kleur valt direct op bij beginnende cichlidenliefhebbers. Meestal zal men in het begin een koppeltje kopen. Dit gaf bij mij in 't begin problemen, maar ja, je weet niet beter en van fouten moet je leren. Beter is enkele jonge visjes aan te kopen, bijvoorbeeld een 7 tal. Dit komt dikwijls overeen met een volwassen koppel. Mijn aquarium is 2 meter, dus ruimte genoeg. De jonge caeruleusen zaten samen met jonge Pseudotropheus sp. acei (geel vin). Deze combinatie ging zeer goed samen. Van zo gauw de jongen begonnen te groeien, herken je meteen de mannetjes aan hun voorste zwarte vinnen. Opgepast... Ik heb ooit een vrouwtje gehad dat zich gedroeg als een mannetje, en ook zwarte voorste vinnen had. Dit komt wel eens meer voor. Enkele maanden later begint het baltsen. De vissen kleuren prachtig geel met een knal zwarte tekening in de vinnen. De Labidochromis caeruleus kan al vrij vroeg een kropje hebben. Op een keer had ik een aquarium van 1 meter leeg staan. Een vrouwtje was al een week met een krop aan 't rondzwemmen. Ik heb het toen alleen in de aquarium gezet met een enkele steen naar de hoogte gericht. Na 24 dagen krop zag ik plots een 20 tal gele visjes in een trosje bijeen zwemmen. Bij onraad nam het vrouwtje de jonge visjes direct terug in de krop. Naderhand begon ik wat artemia-naupliën te geven, en na een tijd liet ze de jonge visjes weer eventjes los. Men zei mij altijd dat Malawicichliden geen goede broedzorg hadden en dat ze hun jongen altijd opvreten. Wel je moet het toch altijd zelf ondervinden wat waar en onwaar is. Toch zit er verschil in de broedzorg bij Malawi en Tanganjika cichliden. Want een week later liet ze haar jongen gewoon los en zwom ze terug heen en weer, waar bij Tanganjika de broedzorg veel langer duurt. Wat mij nog van het hart moet is de toestand hoe de vissen groeien. Bij een vrouwtje had ik de jongen uitgeknepen en de jongen apart gezet. De andere jongen waren met broedzorg geboren. Na een maand de moeder bij haar jongen te laten, begonnen die sneller te groeien en mooier geel te worden. De andere jongen die uitgeknepen waren stonden iets achter op groei en waren niet zo mooi geel. Waarschijnlijk is hier de stress-factor mee gemoeid. Jonge visjes met hun moeder voelen zich veel rustiger. Na 1 maand is het vrouwtje goed hersteld en kan het terug in de grote aquarium. Daarom is het raadzaam van meerdere vrouwtjes te geven aan het mannetje, zodat ze niet telkens achter hetzelfde vrouwtje jagen. Mijn verhouding is van 5 vrouwen en 2 mannen met goede resultaten. |
||||||||
|