Limnochromis auritus

Artikel beschikbaar gesteld door :

 Jan Mannekens Aquarianen Gent

Deze keer zal ik het hebben over een Tanganyikacichlide die mij reeds jaren boeit, maar waarvoor ik jammer genoeg niet de ruimte heb.  Maar ooit wil ik deze bescheiden schoonheid houden.

Limnochromis auritus is zeker niet de meest bekende der Tanganyikacichliden.  Ik zou zelfs durven stellen dat hij eerder zelden gehouden wordt.  Misschien wel omdat deze vis ook wel bekend staat als de "bulldozer" van het Tanganyikameer.  Met andere woorden, als er eentje is dat bergen zand kan verzetten in het aquarium dan is het deze wel.  In het Tanganyikameer, waar hij algemeen verspreid voorkomt is dat natuurlijk geen probleem (zand genoeg daar), maar vele liefhebbers vinden het toch jammer als er zo'n berg zand tegen de voorruit ligt. En blijkbaar weten ze zeer goed waar de voorruit is...
Jammer dat dit vele liefhebbers afschrikt want we hebben hier te maken met een zeer interessante vis!

Zoals reeds vermeld komt, leeft L. auritus over het ganse meer.  Daar leeft hij bij voorkeur boven modderig substraat.  Op grotere diepten, waar weinig licht is, leeft hij ook wel in open water.  En wat is zijn lievelingsbezigheid daar in het Tanganjikameer?  Juist, graven!  L. auritus graaft een gangenstelsel in het modderig substraat, waarbij verschillende gangen met elkaar in verbinding staan.  Dit gangenstelsel is de ideale schuilplaats wanneer hij bedreigd wordt door rovers.  En ook om te paren zijn deze tunnels van noodzakelijk belang.  L. auritus wordt zo'n 17 cm groot en "zou" nauw verwant zijn met de substraatbroeders, ook al is hij zelf een biparentele muilbroeder. 

Waarom nauw verwant aan de substraatbroeders ?
Wel, substraatbroeders zetten meestal veel, maar kleine eitjes af en het duurt slechts een paar dagen eer de jongen uitkomen.  Muilbroeders daarentegen hebben meestal een klein aantal grote eieren die gedurende langere tijd (meerdere weken) worden bebroed.

L. auritus is zoals reeds gezegd een biparentele muilbroeder, maar dan met een groot aantal kleinere eieren en een korte broedtijd.
Wie de vorige paragraaf gelezen heeft zal nu wel weten dat het hier toch wel een interessant beestje betreft. Hoe kunnen we deze dieren nu houden in het aquarium?  Wel, in de eerste plaats moet men zorgen voor een voldoende groot aquarium met een voldoende dikke zandbodem.  Het aquarium is bij voorkeur matig verlicht. Dan komen ook zijn groenige kleuren en fluorescerende stippen duidelijker tot hun recht.  Bij weinig licht voelt deze bescheiden cichlide zich ook meer op zijn gemak.

Vermits we met zo'n supergraver te maken hebben, moeten we ervoor zorgen dat hij de rotsformaties niet kan ondergraven.  Omvallende stenen zetten uw living zo blank.
Om kans te maken, kan men in het aquarium een paar PVC buizen die aan één zijde zijn afgesloten ingraven. Deze buizen moeten een diameter hebben van 5 cm en zo'n 50 cm lang zijn.  Deze cichliden leven bij voorkeur in kleine groepen en zijn zeer vreedzaam.

Het afzetten gebeurt altijd in een gegraven gang (of in de PVC-buis).  De man zwemt daarbij in de gang en laat daar zijn sperma achter.  Nadat de man de tunnel uit is gekomen, gaat het wijfje op haar beurt de gang in om daar een groot aantal eieren af te zetten.  Deze eieren worden waarschijnlijk meteen bevrucht bij het verlaten van de eibuis.  Het vrouwtje neemt de eieren in de bek en die eieren die de gang uitwaaieren worden door de man verzameld en daarna voor het vrouwtje uitgespuwd zodat ze deze ook kan opnemen.
Gedurende het afzetten komt de vrouw af en toe naar buiten en port dan in de buikstreek van de man.  Dit waarschijnlijk om hem ertoe aan te zetten om nog wat gomvocht in de gang achter te laten.
Na een tijdje wordt het aantal eitjes te groot voor het vrouwtje en nu begint de man eieren te verzamelen en ze bij te houden, zodat nu beide ouders aan het muilbroeden gaan.  Na een paar dagen is het aantal eieren geslonken zodat ze allemaal in de bek van één dier passen.  Nu is het afwisselend de man of de vrouw die alle eieren en/of larven in de bek heeft.  De jongen verhuizen frequent van ouder, zodat beide ouders kunnen eten en het verhuizen zelf is zeer spectaculair, waarbij honderden jongen uitgespuwd worden voor de bek van de partner. Na negen dagen stopt het muilbroeden en zwemmen de jongen vrij rond. Z e worden nog lang daarna voorbeeldig beschermd door ma en pa.

L. auritus heeft een kort darmkanaal en dat geeft aan dat we hier zeker niet te maken hebben met een algeneter. In de natuur leeft hij van slakken en kreeftachtigen die hij tijdens zijn graafwerken tegenkomt.  De jongen leven in de natuur van zooplankton.  Het is dus aan te raden om ze voldoende fijn voer te geven de eerste dagen.

Zo, wie een vreedzame, boeiende vis in een veranderend landschap wil, heeft aan deze L. auritus een waardige aanwinst.  Wie heeft ervaring met deze vissen?

Bronnen: Tanganyika cichlids in their natural habitat - Ad Konings

© Copy-right en voorwaarden voor gebruik