Mogurnda mogurnda

Artikel beschikbaar gesteld door :

Bron :

David Marshall en Kevin Webb,
Ryedale Aquarist Society, England
AQUARTICLES•COM
 

Mogurnda mogurnda, de populairste grondel van Australië

Achtergrond – onderzocht door David Marshall

Algemeen
Het geslacht Mogurnda bestaat uit kleine bodembewonende grondels die er in slagen door grote dapperheid, tolerantie voor lage zout gehaltes en het vermogen om te overleven in zeer zuursof arm water (waar veel andere vissen het laten afweten), vele natuurlijke en menselijke hindernissen te overwinnen.
Ze gedijen dan ook prima in uiteenlopende milieus (waaronder boorputten, snel stromende riviertjes en vijvers) in Australië en Nieuw Guinea

Wetenschappelijke naam – Mogurnda mogurnda

Engelse benamingen – Northern Purple Spotted Gudgeon, Australian Spotted Gudgeon, Northern Trout Gudgeon, Chequered Gudgeon.

Lengte van de vis – 170 mm -Blijft in aquaria meestal kleiner

Leefgebied – Mogurnda mogurnda is de enige van het geslacht die van nature voorkomt in zowel Australië als Nieuw Guinea. De Australische populatie bevindt zich in het noordwesten en strekt zich uit vanaf Kimberley en Arnhem Land tot aan het Golf van Carpentaria kanaal,Cape York en oostelijk richting de Mossman rivier.
De populaties in Nieuw Guinea bevinden zich in de lagere gedeeltes van de Kikori rivieren systeem en naar het westen tot Edna Bay in de provincie Irian Jaya.
In hun hele leefgebied kunnen deze visjes gevonden worden in uiteenlopende milieus, waar ze prima gebruik maken van de beschikbare schuilplaatsen en elk diertje of plant eten dat ze eetbaar lijkt.

Aquarium verzorging - Minimale aquarium grote van 60x40x40cm.
Temperatuur 25° C.
pH 7 - 8.
Aquarium ingericht met bloempotjes als schuilplaatsen, echte of plastic planten en stenen van verschillende grootte. Is niet geschikt voor het gezelschaps aquarium. Ze hebben een reputatie als vinnenbijters. Eten met graagte alle soorten aquariumvoedsel. Zorg voor een goed sluitende aquariumkap en/of dekruit, ze kunnen bij paniek uit het water springen (als verdediging tegen roofvissen)

Voortplanting -
In de natuur planten ze zich voort tijdens het regenseizoen, van november tot februari. In deze korte tijd kan het vrouwtje tot maximaal tien maal een nest eitjes produceren.

KWEKEN – door Kevin Webb

Twee paartjes M. mogurnda, elk ongeveer 5cm groot, werden aan een aquarium van 60x40x40cm toegevoegd. Een aantal Corydoras bewoonde het aquarium al.
Aan het normale menu van de visjes wordt, om de paaibereidheid op te voeren, kleine garnaaltjes, voer met een hoog eiwitgehalte en ingevroren rode muggenlarven toegevoegd.

Na ongeveer acht weken begon een van de mannetjes een intensere blauwe kleur te vertonen, en signalen af te geven dat hij klaar was voor de paring. (David : een ander symptoom van paaibereidheid is het puntig worden van de geslachts papil)
Toen een vrouwtje, vol met rijpe eitjes, reageerde, koos zij de voorkant van het aquarium om daar een aantal eitjes af te zetten. (jonge vrouwtjes leggen een maximum van 20 eitjes, dat aantal gaat omhoog naar 150 naarmate ze ouder worden.) In een aantal gevallen die ik heb meegemaakt schat ik het aantal eitjes zelfs dichter bij de 200). Het mannetje volgde zijn partner op korte afstand, en bij het bevruchten van de eitjes nam hij de ouderlijke taak waar door het wapperen met de vinnen bij de eitjes (voor voldoende vers water), en het verjagen van alle andere vissen, waaronder zijn partner, uit het gebied met de eitjes.

De eitjes, kleverig en zwaarder dan water, worden aan dunne draadjes aan het glas gehecht in groepjes van ongeveer 50 mm in diameter, en zweven in de stroming net zoals de eitjes van de clownvis uit de tropische zeeën.

Observaties in het wild laten zien dat de eitjes na 8 a 10 dagen uitkomen, maar naar mijn eigen ervaring komen ze in het aquarium sneller uit. Gemiddeld komen ze na 5 dagen uit, 7 dagen was de langste periode.

Zodra de eitjes uitkomen houd de broedverzorging op, en moet je dus of de ouders verwijderen of het risico nemen dat maar een klein aantal overleeft. Toen de eitjes eenmaal uitgekomen waren, verdween het jongbroed snel. Gelukkig kon ik het aquarium snel grondig onderzoeken en een aantal overlevenden redden. Al snel volgde twee paringen, waarvan ik steeds een klein aantal jongen kon redden.

Nu was de tijd om te experimenteren aangebroken, en bij de twee opeenvolgende paringen verwijderde ik de eitjes voor ze uitkwamen, en liet die “kunstmatig” uitkomen. Op die manier wist ik ongeveer 60 tot 100 jongen op te laten groeien.

Bij het volgende kweek experiment werd een groep van 20, 50% man 50% vrouw, M.mogurnda in een aquarium van 90 x 60x 40cm geplaatst. Dit aquarium was gevuld met “oud” aquariumwater (dat geen zout bevatte) dat op een constante temperatuur van 28 C, DH 61 (?) en een pH van 7.5.
De inrichting bevatte een aantal voor het aquarium geschikte stenen en keien.
Er volgde veel paringsactiviteit, en ook nu werden alle eitjes op het glas afgezet.

Zodra de kleintjes hun dooierzak verteerd hebben worden ze gevoerd met pekelkreeftjes (artemia) en groeien ze snel.
Dus, als je deze visjes eens bij de lokale aquariumwinkel tegenkomt, het zijn interessante kleine visjes om te houden.

Vertaling : Menno van Hoeke

© Copy-right en voorwaarden voor gebruik