Afrikaanse vlindervis |
|||||||||||
Artikel beschikbaar gesteld door : |
Joe Gallo AQUARTICLES•COM |
||||||||||
Pantodon buchholzi is de enige binnen de familie Pantodontidae binnen de orde Osteoglossiformes. Deze orde is een groep van primitieve vissen, welke vertegenwoordigd worden door de Arowana, de Gymnarchidae mesvissen, de Mormirydea vissen (Olifantsvis), de Notopteridae mesvissen en de Arapaima gigas (een van de grootste zoetwatervissen). Leefomgeving De Afrikaanse vlindervis is een bewoner van vijvers, meren, moerassen en traag bewegende gedeeltes van rivieren. Het is een strikte oppervlakte zwemmer en eter, en heeft een enorme spring capaciteit. Het primaire voedsel van de P. buchholzi zijn insecten, toch eet hij ook kleine visjes die hij vind aan het wateroppervlakte. Voorkomen Het exotisch voorkomen van de Afrikaanse vlindervis heeft het dier een favoriete aquariumvis gemaakt sinds de introductie in de hobby in 1905. Een van de meest duidelijke kenmerken is de brede spanwijdte van de enorme borstvinnen, welke lijken op de vleugels van een vlinder (en waaraan hij z’n naam dankt). De borstkleur is olijfkleurig tot licht bruin, vaak met een camouflagepatroon van donker bruine vlekken of strepen. De buik kleur is zilverwit tot geelwit, meestal met donkere strepen of vlekken. De buikvinnen zijn vezelig en meestal steen rood tot karmijnrood aan de aanzet. De borst- en anaalvinnen zijn ver naar achteren geplaatst op het lichaam. De staartvin heeft een rafelig uiterlijk, met twee middelste vinnen die het langst zijn. De kop van de P. buchholzi is erg gelijkend met die van de Zuid Amerikaanse Arowana’s, met opvallende ogen, een grote bek met veel tanden. Kweek van de Afrikaanse vlindervis Ondanks dat het kweken van de Afrikaanse vlindervis niet veel voorkomt in aquaria, is het wel eens gedaan. De mannelijke vis is te onderscheiden door zijn grotere bekkenvinnen in relatie tot zijn lichaam en de kenmerken van zijn anaalvin, deze heeft een ongelijke vinrand. De vrouwelijke anaalvin, in vergelijking, heeft een bijna rechte vinrand. Wanneer de vissen van boven worden bekeken, zijn de verschillende groottes van de buikvinnen duidelijker te zien. Ik heb maar één keer met succes deze vissen gekweekt, en dan nog eens per ongeluk. Het paartje was gehuisvest in een 75 liter langwerpig aquarium, met licht zuur water met een temperatuur van ongeveer 26 graden. Ik heb geen paargedrag gezien, maar ze hebben een aantal vaal geel gekleurde eieren in de planten aan het wateroppervlakte gelegd. Het heeft een week geduurd voor de eieren om uit te komen, en ik heb tien jongen succesvol grootgebracht. Persoonlijke ervaringen met de Pantodon buchholzi Ik heb de Afrikaans vlindervis verscheidende keren gehouden over de jaren en vind het zeer fascinerende vissen. Al zijn ze niet erg actief, met uitzondering tijdens de voedertijd, hun ongebruikelijke voorkomen en oppervlakte zwemgedrag maakt ze zeer interessant om naar te kijken. Mannetjes kunnen behoorlijk territoriaal zijn en zullen vaak andere oppervlakte vissen lastigvallen (inclusief soortgenoten), welke te groot zijn om op te eten. Een speciale aanpassing die vereist is met deze vissen, is het aquarium compleet te overdekken. Het zijn extreem goede springers (helaas geen zwevers ondanks hun vleugelachtige vinnen) en kunnen een afstand van boven een meter halen vanuit het water. Voeding P. buchholzi kunnen problemen geven omdat ze geen voer aannemen wat zinkt, ook al is dit maar een paar millimeter onder hun mond. Ik heb behoorlijk wat succes gehad met gevriesdroogde ‘plankton’ welke redelijk lang blijft drijven. Sommige individuele vissen nemen vlokvoer tot zich zolang het drijft. Ik voer ook af en toe kleine levende krekels en dode vliegen. Ik heb een aantal Afrikaanse vlindervissen gehad die bevroren rode muggenlarven en kleine stukjes runderhart (beide ontdooit eerst) aten uit m’n vingers. Kleine visjes die naar de oppervlakte komen zijn leuk speelgoed voor de vlindervis. Ze zijn uitermate snel wanneer het om voedsel draait, welke verdwijnt met een snelle hap in hun gigantisch bekken. Over medebewoners, ik heb de vlindervis gehouden met een aantal andere Afrikaanse riviervissen, inclusief Ctenopoma en Microctenopoma soorten, verschillende soorten Polypteridae, kongo zalmen, Afrikaanse mesvis, Kersenbuik-achtige chiclides, en verschillende meervallen (Synodontis). Erg agressieve medebewoners, of vissen die geïnteresseerd kunnen zijn in de lange vinnen moeten voorkomen worden, hetzelfde geld voor vissen die klein genoeg zijn om te worden opgegeten. Andere oppervlakte vissen worden ook afgeraden (Arowana’s, killievissen, bijlvissen etc). De minimale aquarium inhoud voor een paartje volwassen vlindervissen is 75 liter, toch kunnen zij ook voor niet al te lange tijd in een 40 liter aquarium. Wateroppervlakte is veel belangrijker dan de diepte van de bak voor deze vissen, omdat zij hoogst zelden dieper als 2,5 cm onder het wateroppervlakte te vinden zijn. Ik voeg over het algemeen wat drijfplanten toe aan het aquarium ( vaak eikenbladvaren) omdat de dieren er van houden hierin te rusten. Maar de vlindervis heeft veel open ruimte nodig om te kunnen zwemmen en jagen dus de drijfplanten mogen nooit het gehele wateroppervlakte in nemen. Als toevoeging, de dieren hebben geen behoefte aan een sterke stroming, al zullen ze vaak wel in de stroming zwemmen, wachtend op een lekker hapje dat langs komt drijven. Samenvatting De Afrikaanse vlindervis is een erg fascinerende oppervlaktevis. Ze kunnen wat moeilijk te voeren zijn, en tolereren over het algemeen geen andere oppervlaktevissen. In de juiste omstandigheden, zullen deze vissen een waardevolle aanvulling zijn in uw aquarium.
Vertaling : Frieda Wenmakers |
|||||||||||
|