|
De kroon op mijn
aquaristische ervaringen!
't Ja, in mijn "bakje" zwemmen vreemde snuiters rond, van
bizarre oppervlakte bewoners, zoals de "Zwarte Arowana", tot
lugubere bodemcreaturen; waarvan de Potamotrygon laticeps er
één is, een stekelrog uit de prachtige Amazone en omstreken.
Vele mensen zullen nog nooit gehoord hebben van dit rare
unicum, laat staan al gezien hebben. Anderen zullen zich
afvragen of het wel "verantwoord" aquarium houden is, als je
deze soorten bezit! Hoe dan ook, hier volgt een pittig
verslag van ervaringen waarbij moeilijke keuzes zijn gemaakt
en opofferingen zijn gedaan. Aanschouw het wonder der
wonderen uit mijn biotoopaquarium... Gevoelige lezers,
U bent gewaarschuwd!
Mijn verhaal begint in het prachtige "Sea Life Center" te
Blankenberge. Daar heb ik voor het eerst een rog
(zoutwater) ontmoet. Ik heb zeker een half uur met dat beest
aan het spelen geweest! Eenmaal deze dieren aan de
mens gewend zijn geraakt, is er geen huis mee te houden; hoe
meer je aait, hoe zotter ze worden. Het is gewoon een
fantastische en formidabele ervaring, zeker de moeite waard
om eens te beleven! Mijn besluit stond vast, ik wilde
hoe dan ook een rog, weliswaar een zoetwatervariant- , in
m'n aquarium hebben. Natuurlijk niet om mee te spelen,
maar om zijn mystieke, bizarre uitstraling. Na enige
opzoekingen over het "hoe" en "wat" van deze vis (WAT IK
IEDEREEN DIE OVERWEEGT OM OOK ZO'N DIEREN TE GAAN HOUDEN
STERK AANRAAD!!!), startte ik mijn zoektocht die vlug
eindigde in "Aquarium Neon" te Lokeren.
Direct vond ik wat ik zocht want de winkeluitbater had zo'n
4 verschillende varianten binnen. Te mooi om waar te
zijn, maar toen ik de prijzen bekeek was ik al heel wat
minder enthousiast, want een stekelrog kost al gauw een
slordige 3000 BF voor een jong, fragiel exemplaartje! Voor
sommige soorten kan je makkelijk 14000 BF neertellen!
Hoe langer ik keek, hoe groter het verlangen, hoe meer mijn
portefeuille jeukte. Mijn verstand (?) gebruikende,
opteerde ik toch niet voor de duurste. Men weet nooit
wat er met het beestje kan gebeuren eens het bij U thuis
gearriveerd is (ziektes, aanpassingsproblemen, enz.)
Achteraf bekeken bleek de Potamotrygon laticeps een goede
keuze te zijn want het was (is) een vredige en niet-rovende
soort. Daar ze in Lokeren enkel wijfjes hadden, was ik
verplicht ergens anders een partner te gaan zoeken. Om
een lang verhaal kort te houden, heb ik deze bij toeval op
een "import lijst" gevonden bij ons in Wachtebeke ("de
Meerval'').
En nu een woordje uitleg over de familie waartoe de
Potamotrygon laticeps behoort: de Paratrygonidae. Deze
familie omvat vissen die tot de groep van roggen en vleten
behoren. Het lichaam is "dorso-ventraal" afgeplat, wat wil
zeggen: er uitziend als een omgekeerd bord. De gepaarde
vinnen zijn gedurende de evolutie naar opzij geschoven en
aan elkaar gegroeid, zodat ze een dunne tedere strook omheen
het lichaam vormen. Het skelet bestaat uit kraakbeen
en het lijf is bedekt met placoïde schubben die een
lederachtige "look" geven. Bij bepaalde leden zijn er
sterke tanden aanwezig, die bij anderen dan weer
gedegenereerd zijn. De bek bevindt zich aan de
onderzijde van het lichaam en is dus niet zichtbaar.
De kieuwbladen zijn over de gehele lengte aan de kieuwbogen
bevestigd, er zijn dan ook 10 kieuwspleten zichtbaar aan de
onderzijde van het lijf. De bevruchting geschiedt
inwendig, want de mannetjes hebben een gepaard
copulatieorgaan (pterygopodium) dat zich tijdens de evolutie
uit de buikvinnen heeft ontwikkeld; deze bevinden zich
achteraan en voor de staart. Het geslachtsonderscheid
is dus zeer eenvoudig te bepalen, want de wijfjes hebben dit
uiteraard niet. Alle roggen hebben een gepaard "spiraculum".
Dit zijn gaten afsluitbaar door een vlies, nodig voor de
ademhaling. Deze spiraculi bevinden zich op de kop
achter de ogen. De naam "stekelrog" hebben ze niet
gestolen want ze zijn uitgerust met een scherpe stekel, al
dan niet uitgerust met een gifklier, die zich meestal op de
lange fijne staart bevindt. Dus, een prik van zo'n dier kan
je best laten verzorgen door een dokter! En nu terug
naar onze P. laticeps.
Volgens "Mergus Aquariën Atlas" werd deze vis voor het eerst
beschreven door Garman in 1913, maar daar heerst onzekerheid
rond; daar er nog veel andere soorten stekelroggen in z'n
biotoop rondzwemmen. Het dier werd voor het eerst
ingevoerd (vermoedelijk) rond 1970, maar ook hier is er
twijfel over. S ynoniemen die gebruikt werden zijn: Discëus
laticeps, Paratrygon laticeps en Trygon laticeps. Deze
rog heeft een zeer groot verspreidingsgebied in
Zuid-Amerika; van het stroomgebied van de Orinoco en de
Magdalena in het noorden tot verschillende rivieren in
Argentinië, in het zuiden. In de natuur kan een
mannetje, dat iets fraaier gekleurd en getekend is dan het
wijfje, zo'n 54 cm lang worden, waarvan de staart ongeveer
een 18 cm bedraagt. De diameter is ongeveer 33 cm.
Het vrouwelijk exemplaar wordt groter en meet een lengte van
68 cm, haar staart is 25 cm lang. Haar lichaam heeft een
diameter van 41 cm! Dus zeker geen te klein aquarium
gebruiken voor dit prachtige dier. Gelukkig blijven ze in
het aquarium wat kleiner. Als voedsel nemen ze
zoetwaterkreeftjes, slakjes en op de bodem levende insecten
tot zich. Indien ze heel grote honger hebben dan eten ze ook
wormen, rode muggenlarven, tubifex, mysis en houtwormen.
Eventueel kan dit gemengd worden met wat diepvriesvoer
zoals: mosselvlees, kokkels, krill en artemia.
Opgelet, een stekelrog kan kieskeurig zijn wat z'n "diner"
betreft! De kans zit erin dat ze vlug uitgehongerd zijn,
dikwijls met de dood tot gevolg!!! Dus steeds goed
controleren of het dier goed eet. Het zijn typische "benthofage"
vissen, dit wil zeggen dat ze het voedsel uit en van het
zandoppervlak opnemen. In het aquarium moet men zand
als bodembedekking gebruiken (10 cm dik!!!). De kans op
verwondingen zou vergroten indien men andere bodemsubstraten
zou gebruiken. Verder kan je het bakje verfraaien met
wat kienhout en enkele stenen, als er maar genoeg
zandoppervlakten zijn. Planten laat je best
achterwege, want onze vriend smijt zich graag eens in de
bodembedekking! Deze Potamotrygonvariant is een
specialist in camouflagetechnieken, zeker als ze jong zijn
en nog geen opvallende tekeningen dragen. Als ze op
het zand rusten, zijn enkel de uitpuilende ogen zichtbaar.
Deze ogen hebben een ovaalvormige iris en de pupil is
uitgerust met een "lipje" dat naarmate de lichtsterkte
vergroot of verkleint. Hun lichaam is dus zandkleurig
en naarmate het humeur zijn ze met fraaie tekeningen
versierd.
De lange fijne staart met donkere panterachtige vlekken
heeft een stekel! Maar geen nood, éénmaal ze u kennen,
zijn ze geenszins van plan deze te gebruiken. Als ze
zich kwaad maken of ergeren aan iets dan veranderen ze hun
lichaam van een "plat bord" naar een "diep bord", leuk om
te zien! Het wonderbaarlijke aan deze roggen is de
broedzorg. Ze zijn levendbarend en zetten volledig
zelfstandige jongen op de wereld! Volgens een verslag
uit een instituut in Detroit (Amerika) zou het niet al te
moeilijk zijn om met deze dieren te kweken. Tijdens de
vrijpartij bijt het mannetje zijn geliefde, hierdoor kunnen
kleine wonden ontstaan, die gelukkig snel genezen.
Daar het éénzaten zijn, is het beter haar partner weg te
halen tijdens de zwangerschap, tenzij er genoeg
schuilplaatsen zijn in het aquarium! Na een tweetal
maanden verschijnen grote knobbels op haar rug waarin men de
embryo's kan zien bewegen! Als de jongen geboren
worden, hebben ze ongelooflijke afmetingen aangenomen en
zijn reeds 9cm lang!!! De kleine zwemmende schotel is
reeds volledig zelfstandig en ziet eruit als de volwassen
exemplaren. Het duurt wel nog even vooraleer ze eten, het is
vanzelfsprekend dat de jongen geen genoegen nemen met
artemia naupliën, maar eten stukjes regenworm en levend
voedsel zoals de volwassen exemplaren! Het grootste aantal
jongen geboren uit één wijfje is 4 stuks volgens de
wetenschappers uit Detroit en de tijd die verstrijkt tussen
twee bevallingen is 3 á 4 maand. Zelf heb ik er nog
niet mee gekweekt, daar mijn twee lievelingen nog te jong
zijn. Maar wat niet is, kan nog komen, nietwaar?! Dat
zou pas een première zijn denk ik.
Op gebied van watersamenstelling vraagt deze vis niet zoveel
aandacht; een PH tussen de 6 en 6,5. Een GH rond de 10dH,
gecombineerd met een KH van 1 tot 2dH. Dus eerder wat aan de
zurige kant. De watertemperatuur mag variëren tussen
de 24 en 28ºC. Er is natuurlijk ook een keerzijde aan de
medaille en hierdoor heb ik enkele vissoorten moeten weg
doen, daar ze de vinnen en de staart van deze rog een
lekkernij vonden. Gelukkig had ik dit heel vroeg
opgemerkt, zodat m'n favoriete vis geen erge verwondingen
heeft gehad. Dus geen bijtgrage vissen bij dit tedere
dier plaatsen (zoals Aequidensachtigen, Crenicichla's,
Astronotussen en grote "Pleco's"). Kleine Corydorassen kan
men ook best achterwege laten, daar ze met hun scherpe
vinstralen de buikzijde van de rog kunnen beschadigen! Bij
mij deelt deze sierlijke schijf het aquarium met grote (!)
Brochissen, Dianema's urostriata, Uaru's, Guianacara's,
Geophagussen en de mooie Osteoglossum ferrerai. Verder is
onze Potamotrygon laticeps een vredig en rustig dier dat net
als een geest door het water zweeft, op zoek naar z'n
eeuwige bezigheid: eten. Het is gewoon een unicum en wie
weet, komt er een dag dat ik de pracht van dit dier met U
mag delen op een tentoonstelling...
|