|
|||||||||
Artikel beschikbaar gesteld door : |
Marcel Beekman | ||||||||
Dit fraaie visje komt uit Australië, en vrij wel aan de gehele oostkust tot 20-30 km land inwaarts. Van Cooktown in het noorden tot Ulladulla in het zuidelijke New South Wales. Het is moeilijk om dit visje te beschrijven, omdat de kleur en lengte van de vinnen per vindplaats sterk verschillen. Ook de watercondities verschillen sterk per locatie. Eerst maar een aanwijzing hoe de kleuren kunnen variëren; het lichaam kan van bruingeel tot een zilverig grijsblauw kleuren. Langs de schubbenranden is altijd een grijs/zwarte nettekening te vinden. De staart, aars- en tweederugvin zijn van geel tot oranje gekleurd en voorzien van een zwarte en daarnaast een witte zoom. De eerste rugvin en de gepaarde vinnen zijn zwart met een witte zoom. De eerste rugvin kan bij sommige populaties zo zijn verlengd dat deze tot aan de staartvin reikt. De watercondities kunnen per vindplaats variëren van zoet- tot brakwater. Sommige populaties komen alleen in zoetwater voor. Andere populaties zwemmen geregeld van brakwater gebieden naar zoetwater, en andersom. De meeste nakweek kan zonder problemen in puur zoetwater worden gehouden. Met wildvang moet je voorzichtiger zijn, altijd informeren naar de herkomst! Voor de zoetwater populaties neem je de volgende richtlijnen aan : Temperatuur 20-27°C, pH 7 - 7.8, in de natuur komen extremere
condities voor : Temperatuur 15-28°C en de pH 5.5 tot 7.8. Toevoeging van zeezout voor een brakwatermilieu: 0,5 gram per liter. Bij een goede warme zomer kun je het verwarmingselement gewoon uitzetten. P. signifer heeft wel regelmatige waterverversingen nodig om gezond te blijven, 20 % per week is aanbevolen, in een klein aquarium is dit zeker nodig! In een groter aquarium kunt je hier iets van afwijken. Inrichting: deze soort houdt van een dichte beplanting, maar vanwege hun levendige karakter moet er toch wel voldoende zwemruimte zijn. De bodem kan uit zand of een grind/zand mengsel. Gebruik fijnbladerige planten zoals Cambomba, Hoornblad en Javamos. Ze zijn in een aquarium vanaf 60 cm goed onder te brengen, en dan in een schooltje van ongeveer 10 stuks. Zorg voor een verhouding mannetjes : vrouwtjes als 1 : 2. Zorg voor schuilplaatsen in de vorm van stenen, kienhout of dichte begroeiing. De mannetjes kunnen ongeïnteresseerde vrouwtjes behoorlijk opjagen. Als de diertjes in zoetwater worden gehouden, zijn Corydoras soorten of grondeltjes heel geschikt als gezelschap. Hele fraaie grondels zijn Tateurndina ocellicauda uit Nieuw Guinea en Chlamydogobius eremius (Woestijn grondel) uit Australië. Voor een brakwater milieu is natuurlijk het bekende Geelbandgrondeltje (Brachygobius nunus) uit Indonesië een leuke afwisseling in het bakje. Kweek : is gemakkelijk bij regelmatig voeren 1-2 keer per dag met levend voor dan zijn de visjes zo in paar stemming. Bij een goede verzorging kunt u dit dagelijks zien, en ook in de gezelschapsbak! Het mannetje zwemt met schokkerige bewegingen voor het vrouwtje langs, als zij dan op zijn uitnodiging ingaat volgt ze hem naar een door hem uitgezocht plekje in fijn groen. De visjes zwemmen naast elkaar waarbij het mannetje heftig met zijn borstvinnen "slaat". Daarna, in het groen, worden de eitjes afgezet en bevrucht, waarbij de visjes zij aan zij liggen. De eitjes (vrij groot 1,4 - 1,8 mm) worden in de onderste 10 cm van het aquarium in fijnbladerig groen afgezet. Het vrouwtje legt verspreid over een aantal dagen zo'n 10-12 eitjes per dag. P. signifer is een eiereter dus ; zo snel mogelijk de eitjes verwijderen. De eitjes zijn voorzichtig met de vingers uit het groen te halen en kunnen, mits vochtig gehouden !, 10 to 15 min. buiten de bak verblijven. Het verwijderen van de eitjes uit javamos kan een lastig karweitje zijn, de eitjes bezitten een plakkerig draadje en blijven gemakkelijk aan je handen kleven. De eitjes komen uit na twee tot drie weken. Ik breng de eitjes meestal over in een klein bakje van 20 cm met een klein laagje water (2-3 cm). Op deze manier kan ik de ontwikkeling van de eitjes goed in de gaten houden. Zorg er wel voor dat het bakje op een goed verwarmde plek staat, minimaal kamertemperatuur. Om te voorkomen dat eitjes verschimmelen kun het bakje het beste op een wat donkere plaats zetten. Een beetje (2-3 druppels) methyleenblauw kan ook geen kwaad om verschimmelen te voorkomen. De pas uitgekomen jongen zijn prima door de eerste twee weken te brengen met pantoffeldiertjes en hard gekookte eidooier. Daarna breng je de jongen groot met fijn droogvoer (bijvoorbeeld: Tetra Micromin) en levend voer (bijvoorbeeld: artemia). Na 3 maanden zijn de visjes 2-3 cm, na nog eens drie maanden geslachtsrijp. Bij een goede verzorging worden ze ongeveer 4 jaar oud. P. signifer is een taai visje waar u veel plezier aan kunt beleven! |
|||||||||
|