|
|||||||||
Artikel beschikbaar gesteld door : |
Frédéric Maelfait Aquarianen Gent | ||||||||
Xenotoca eiseni,ook wel tandkarper genoemd. Het zijn levendbarende vissen. Waar gekocht : Op de laatste ruilbeurs van de aquarianen heb ik deze vissen gekocht. Ik had er zo'n 8 gekocht. Biotoop : Dit visje is afkomstig uit de hooglandrivieren in de stroomgebieden van de Rio Grande, de Santiago en de Rio Panucco in Mexico. Deze rivieren hebben een rotsachtige bodem. Geslachtsonderscheid : Het geslachtsonderscheid is reeds vanaf de geboorte zeer duidelijk te zien. Met een klein vergrootglas zal men kunnen zien dat er vissen zijn waarbij de aarsvin uit twee delen bestaat. Dit zijn de mannetjes. Bij de volwassen dieren is het verschil daarenboven duidelijk te zien aan de grootte en kleur. Het wijfje wordt bijna dubbel zo groot (ca 8 cm tegen 5 cm voor het mannetje) en vooral omvangrijker . Aquarium : Aangezien deze vis tot ruim 8 cm uitgroeien is een te klein aquarium eerder ongeschikt. Een 150-literbak zou minstens voorzien moeten worden . Voor het water zijn noch de samenstelling noch de temperatuur belangrijk. We dienen wel te zorgen voor een goede beplanting waartussen het wijfje zich voor de opdringerigheid van het mannetje bij het wijlen kan verschuilen. Daarenboven vindt het jongbroed er een goed onderkomen in. Je moet zorgen dat ze altijd voedsel hebben anders zouden ze aan de medebewoners hun vinnen bijten. Voedsel : De jonge vissen ziet men algen grazen of als ze in een apart aquarium zitten dan geef je ook maar verpulverd droogvoer. De volwassen vissen geef ik droogvoer en muggenlarven. Kweek : De kweek is enigszins speciaal , vooral de geboorte. Het zijn inderdaad echte levendbarenden en geen eilevendbarenden. De jongen worden voor de geboorte via een navelstreng gevoed door de moeder. Er is haast geen dooierzak aanwezig . Bij de geboorte zijn de jongen ongeveer 1 cm groot. De geboorte kondigt zich aan wanneer het eerste rolronde wijfje hoekige kanten gaat vertonen ter hoogte van de buik . Ze gaat dan rustig vlak onder het wateroppervlak hangen. Bij de geboorte schiet het jong direct naar het wateroppervlak om er lucht te happen en de luchtblaas te vullen. We kunnen nu duidelijk de overblijfselen van een navelstreng zien. Ter hoogte van de aarsopening zien we inderdaad twee korte witte draadjes hangen. Je kan ze ofwel in de aquarium laten bevallen of in een ander bakje waar je dan als de bevalling gedaan is de moeder uitschept. |
|||||||||
|