|
VLINDERS VAN HET
TANGANYIKAMEER |
Mijn eerste
kweek met Xenotilapia papilio |
Op een zaterdagmorgen reden enkele Antwerpse
Tanganyika-vrienden en ik samen richting Rotterdam naar
een aquariumhandel. Daar aangekomen, stond ik tot
mijn grote verbazing oog in oog met een groep
Xenotilapia papilio "Tembwe".
Het waren prachtige vissen, met blauwe en gele tinten.
De vinnen zijn zwaar getekend, kortom schitterende
dieren, zeker als er daglicht in het aquarium valt.
De Xenotilapia papilio-dieren zaten met een 15-tal
volwassen dieren en een 10-tal jonge dieren tezamen in
een twee meter aquarium.
Veel lectuur, laat staan over kweekervaringen, is er
over deze soort moeilijk te vinden. Eén van de
meegereisde vrienden wist te vertellen dat ze moeilijk
tot kweken komen in een aquarium. Dit was voor mij
een nieuwe uitdaging. Meteen bestelde ik 10 jonge
Xenotilapia papilio, die al een grootte hadden van zowat
3 cm. De vissen zagen er gezond uit maar toch
waren er twee die de overtocht naar Antwerpen niet
hadden overleefd. Het zijn namelijk zeer
stressgevoelige dieren.
Thuis aangekomen werden ze in een aquarium van 120 x 40
x 40 cm gezet zonder verder gezelschap. Het
overzetten gebeurde via de "druppelmethode", wat
ongeveer een uur in beslag nam. De
watersamenstelling was als volgt : PH 8,5, 9 DH, 520
microSiemens geleidbaarheid, nitrietvrij en 25 mg / l
nitraat. Een hele tijd bleven de Xenotilapia
papilio in een groep zwemmen. De eerste dagen
lieten de vissen hun schrikkleur zien en weigerden ze te
eten.
Ik begon al het ergste te vrezen en vond er niets beter
op dan ze het gezelschap te geven van vijf jonge
Cyprichromis sp. "Jumbo Chipimbi" van zowat 4 cm lengte.
Gezien deze dieren wel goed aten, hoopte ik dat dit een
stimulans zou zijn voor de jonge Xenotilapia papilio.
En inderdaad, na een dag zag ik dat het lukte.
Heel voorzichtig kwamen ze wat Cyclops eten.
Nadien gaf ik gemalen "Cichlidensticks", droogvlokken
met Spirolina en niet te vergeten Artemia-naupliën.
Op dit levend voer zijn ze echt gek.
Na enkele maanden begon de tekening in de vinnen goed
zichtbaar te worden. Het aquarium staat in de
kamer dichtbij een lichtkoepel; met de eerste
zonnestralen schitterden reeds de prachtige kleuren van
de vissen. Eén Xenotilapia papilio-dier had echter
weinig tekening in de vinnen. Mogelijk was het de
"underdog" in de groep; bovendien was het ook de
kleinste in het gezelschap.
Ondertussen waren de dieren ongeveer 9 maanden oud.
Nu begonnen twee individuen zich af te zonderen van de
rest. Ze hielden zich meestal op in de hoek van
het aquarium waar met enkele grote rotsblokken voor hun
een geschikte verblijfplaats scheen gemaakt te zijn.
Het mannetje verdedigde ook deze ruimte als zijn
territorium. Ik had inmiddels de
Cyprichromis-dieren terug uit het aquarium verwijderd en
was blij verrast de volgende dag reeds het wijfje
Xenotilapia papilio met een bek vol eieren te zien
verschijnen. Een week later was het aquarium aan
een reinigingsbeurt toe. Tot dan was alles goed
verlopen, maar waarschijnlijk door een bruuske beweging
waren de inwoners zo geschrokken dat ze als een pijl uit
een boog door het aquarium schoten, met als gevolg
paniek en ...geen eieren meer in de muil van het
broedende wijfje. Ja , uit stommiteiten moet je
leren.
Wanneer het vrouwtje zowat anderhalve maand later
opnieuw een legsel had, werd erop gelet niet dezelfde
fouten te maken. Maar nu had ik een ander
probleem. Het vrouwtje was nu zowat 21 dagen met
muilbroeden bezig; waar bleef nu het biparentale
muilbroeden, zoals dat in de literatuur vermeld staat.
Het mannetje, dat de eerste dagen na de afzetting nog
het territorium verdedigde, zat nu geregeld in de groep
bij de andere Xenotilapia papilio-dieren.
Het wijfje, dat zich zowat 14 dagen tussen de grote
rotsblokken had opgehouden, kwam nu ook meezwemmen in de
groep met haar soortgenoten. Na 3 weken
muilbroeden zag ik dat het vrouwtje heel voorzichtig
Artemia-napliën kwam eten. Ze begon het stilaan
moeilijk te krijgen met de zwaar gevulde keel.
Ondertussen had ik water ververst en in de andere hoek
van het aquarium, waar een grote schuine steen geplaatst
was, ook enkele Anubias-plantjes bijgezet. De
28ste dag na de afzetting, nadat het vrouwtje deze hoek
van het aquarium grondig geïnspekteerd had, gebeurde het
dan toch ...eindelijk. Het koppel zat al geruime
tijd in de ruimte tussen de steen en de planten.
Opeens gaf het vrouwtje haar jongen door aan het
mannetje. Na deze overname zwom het koppel direct
terug naar de groep. Doordat beide een zware tekening in
de vinnen vertoonden, kon je ze onmiddellijk herkennen
in de groep.
31 dagen na de afzetting, liet het mannetje voor het
eerst de jongen vrij onder de schuine steen. Ik
kon 14 jongen van ongeveer 1 cm grootte tellen.
Het mannetje bleef constant bij de jongen, terwijl het
vrouwtje de overige vissen op afstand hield. De
minst verdachte beweging was voor hem een signaal de
jongen terug in de muil te verzamelen.
Al naargelang de dagen vorderden bleven de jongen langer
en langer vrijzwemmen, maar zelfs 49 dagen na het
afleggen bleef het mannetje ze nog steeds in de bek
nemen. Doordat de jongen in de tijd ook gegroeid
waren, konden ze niet meer met zen allen in de muil,
zodat er een drietal onbeschermd bleven. Die
werden dan wel door het vrouwtje in de bek genomen.
De andere dieren lieten de jongen ongemoeid op de bodem
zwemmen. Je moest ook goed zoeken om ze te vinden, want
door hun kleur en tekening waren ze goed gecamoufleerd.
De jongen begonnen zich ook steeds meer en meer te
verspreiden over het aquarium maar bij gevaar zaten ze
ook weer snel bij elkaar.
Ondertussen begon een ander koppel aanstalten te maken
om te paren en kort daarop bemerkte ik weer een vrouwtje
Xenotilapia papilio met eieren in de muil.
Vooraleer mijn dieren gekweekt hadden heb ik
verschillende meningen gehoord van andere fanaten, maar
volgens mij is de inrichting van het aquarium zeker één
der belangrijkste factoren. Mogelijk was dat ook
de reden waarom het vrouwtje zolang wachtte om het broed
aan haar partner door te geven. Onderling zijn de
dieren erg verdraagzaam tegenover mekaar, maar wanneer
meerdere koppels tegelijkertijd broeden is het toch
aangewezen om naar een groter aquarium uit te kijken.
Na een half jaar had ik 56 jonge Xenotilapia
papilio-dieren; met 3 koppels in dezelfde bak. In
februari was mijn eerste kweek begonnen en in oktober
ben ik de jongen eruit gaan scheppen. Zo kregen de
volwassen dieren een rustpauze van 4 maanden. De
eerste kweek heb ik apart in een aquarium gaplaatst van
190 x 60 x 60 met druppelfilter, biofilter en
zandfilter, samen met jonge Paracyprichromis Kisonso.
Dit ging samen prachtig, maar door de grootte van de bak
werden de papilio-dieren onderling toch iets
agressiever. Het territorium is veel groter.
In februari als de dagen terug beginnen te lengen en de
eerste zonnestralen er door komen, beginnen de
paringsdansen weer tevoorschijn te komen. En zo
gaat dat maar door .
Ik hoop met deze ervaringen een aantal liefhebbers te
hebben geholpen bij het houden en het kweken van
Xenotilapia papilio, want het loont zeker de moeite.
|