Xiphophorus pygmaeus

 

Artikel beschikbaar gesteld door :

Latsy Nyari

Mijn ervaring met Xiphophorus pygmaeus

In november 2000 ben ik in het bezit gekomen van een koppeltje Xiphophorus pygmaeus goud, die ik via Dave Mc Allister op de veiling in Maarn kon kopen. Het waren nog jonge visjes en je kon nog niet zien of het de gewone vorm of de goudvorm was. Door verschillende mensen werd mij ( gelukkig) verteld dat ze vrij koud gehouden moesten worden, tussen de 18 en 22 graden Celsius. Thuis gekomen deed ik ze in een bak samen met wildvang guppen uit Venezuela. Ik merkte meteen al dat het een gigantische snelle zwemmer was, die de guppen de stuipen op het lijf joegen. Door plaatsgebrek moesten ze toch tussen de guppen blijven zwemmen. Ondertussen begon ik ook de literatuur erop na te slaan, en tot mijn stomme verbazing werden in de meeste artikelen temperaturen tussen de 24 en 28 graden Celsius aanbevolen. Ik weet nu uit eigen ervaring dat ze dan niet lang leven. Na een aantal weken werd het vrouwtje dikker en je kon duidelijk de zwangerschapsvlekken op de buik zien. Op een middag zag ik dat ze geworpen had, maar ik kon geen enkel jong in de bak ontdekken, dit was zeer vreemd want als de guppen die erbij zaten jongen wierpen lieten zowel de guppen als de zwaarddragers ze met rust. Na ongeveer een maand precies hetzelfde verhaal, weer had ze geworpen, weer geen jongen te ontdekken. Nu was de maat vol, na een aantal weken richten ik een klein bakje van ongeveer vijf liter in en deed hem vol met javamos. Nu was het wachten tot het vrouwtje op knappen stond om haar over te zetten in het kleine bakje. Toen het zover was kon ik haar eigenlijk vrij gemakkelijk vangen, wat ik niet gedacht had. De volgende dag was ik de trotse bezitter van negen jongen, eindelijk was het gelukt.
De jongen werden voorzichtig bij de moeder vandaan geschept en in een ander klein aquarium van vijf liter gedaan. Iedere dag ververste ik 60% water en voerden ik twee keer levende artemia en drie a vier keer droogvoer. Iedere week kregen ze tevens drie keer microaaltjes en drie a vier keer diepvries cyclops. De inspanning werd beloond, na een maand waren ze ruim een centimeter groot. Het volwassen vrouwtje had weer gejongd en ditmaal waren het er negentien, wat volgens de literatuur aan de hoge kant is, het gemiddelde ligt rond de twaalf. Ditmaal liet ik de jongen bij de moeder zitten en dat ging verder goed. Nu moest ik een nieuwe bak inrichten want het mannetje zat nog altijd tussen de wildvang guppen en schoot tijdens het voeren als een torpedo door de bak, wat de guppen niet ten goede kwam. Nu kregen de zwaarddragers een bak die onder op de stelling stond en rond de twintig graden lag. Hierin deed ik het koppeltje en vier van de negen jongen van het eerste nestje. Na een maand deed ik ook de negentien jongen van de tweede worp erbij, de vijf van de eerste worp hield ik nog apart om te kijken na hoeveel tijd ze geslachtsrijp waren. Dat was voor een Xiphophorus zeer snel namelijk met drie maanden. Op dit moment zitten ze nog steeds in die bak onder op de stelling, en heb ik constant jongen, die ik gewoon bij de ouder dieren laat zitten. Al met al is het een zeer gemakkelijk te houden soort als je ze maar een eigen aquarium geeft en ze maar niet te warm houd. Je moet er ook voor zorgen dat er altijd maar één volwassen mannetje tussen zwemt omdat ze anders elkaar de hele tijd najagen en lopen te stressen. Iedere week ververs ik 50% water en ik voer heel afwisselend, droogvoer diepvries rode muggenlarven, zwarte muggenlarven, volwassen artemia, cyclops en minimaal een keer per dag levende artemia.
 

© Copy-right en voorwaarden voor gebruik