|
Xiphophorus signum
(ROSEN & KALLMAN, 1969)
Synoniemen:
Xiphophorus helleri signum ROSEN & KALLMAN, 1969
Nederlands naam:
kommazwaarddrager
Beschrijving:
D.E. ROSEN & K.D. KALLMAN (1969): A new fish of the genus
Xiphophorus from Guatemala, with remarks on the Taxonomy of
Endemic Forms. American Museum Novitates (2379): 1-29
Naamgeving:
Xiphophorus = zwaarddrager. Uit het Grieks en dit verwijst
naar het gonopodium bij de mannetjes.
signum = afkomstig van het Latijnse woord voor kenmerk,
teken. Dit verwijst naar de voor deze soort specifieke
opvallende zwarte tekening in het onderste deel van de
staartvin.
Verspreiding:
Deze zwaarddrager komt alleen voor in de Río Chajmaic,
onderdeel van het Rio Usumacinta stroomgebied in de staat
Alta Verapaz in Guatemala, en de zijriviertjes hiervan en
dan vooral in de Río Semococh.. Door een bergrug wordt dit
deel van de rivier van de hoofdstroom afgesneden, waardoor
er een geïsoleerd gebied is ontstaan.
KLAUS SCHNEIDER heeft dit gebied de afgelopen jaren vaak
bezocht en op al deze bezoeken gegevens verzameld.
Naast de kommazwaarddrager komt er nog een aantal soorten
endemisch voor. De levendbarende tandkarpers Scolichthys
iota ROSEN, 1967 en Pseudoxiphophorus diremptus (ROSEN,
1979) en een tot de karperzalmen behorende Bramocharax-soort.
Verder nog onder andere: de killi Rivulus tenuis, de
karperzalm Astyanax aeneus, een grondel uit het genus
Leptophylipnus, de meerval Rhamdia guatemalensis en de
cichliden Chuco intermedius en Parachromis friedrichsthalii.
Naast deze vissen ook nog garnalen uit het genus
Macrobrachium en kreeften uit het genus Procambarus.
De waterplanten in deze stroom zijn Ludwigia cf repens,
Pontederia rotundifolia, Foninalis en hoornblad. De
kommazwaarddrager leeft in het open gedeelte van deze
rivier.
Vanaf 2004 zijn er ook Afrikaanse tilapia’s (Oreochromis
spec.) gevangen en sindsdien lijkt het aantal X. signum, S.
iota en P. diremptus te zijn afgenomen. Of hier sprake is
van een oorzakelijk verband moet nog worden vastgesteld.
De watertemperatuur is tussen de 22 en 25ºC. De overige
waarden die zijn gemeten: pH 7,5, de KH 8,5º, de GH 11º en
de elektrische geleidbaarheid rond de 280 μS.
Uiterlijk:
De kommazwaarddrager is een slanke vis met een groenbruine
lichaamskleur. Qua bouw is de soort slanker dan de bekende
groene zwaarddrager. Net als bij deze soort hebben de
mannetjes een zwaard bestaande uit de verlenging van de
onderste vinstralen van de staartvin. De tekening van de
kommazwaarddrager verschilt van alle andere zwaarddrager
soorten. Op het lichaam bevindt zich een duidelijke donkere
lijn en daarnaast bevindt zich in de staartvin een zwarte
vlek die bij mannetjes over gaat in de zwarte band die om
het gele zwaard zit. Zowel de donkere streep als de tekening
in de staart zijn bij de pasgeboren vissen niet zichtbaar.
Binnen de soort is er geen sprake van variatie in deze
tekening, alle vissen zijn identiek. De kommazwaarddrager is
de enige zwaarddrager waarbij de voorste vinstralen van de
rugvin langer zijn dan de achterste. Hierdoor loopt de
rugvin minder in een punt uit dan bij de andere
zwaarddragers het geval is.
De volwassen vrouwtjes hebben een duidelijke
drachtigheidsvlek. De vinnen hebben bij een juiste
belichting een gele glans, maar hebben verder geen tekening.
Grootte:
De lichaamslengte van de mannetjes is 7,5 cm, de vrouwtjes
kunnen een lengte van 10 cm bereiken.
Verzorging en kweek:
De soort is een echte zwemmer en heeft ruimte nodig. Een
aquarium met een lengte van minimaal 100 cm is noodzakelijk
om deze soort goed te kunnen houden. Hoewel een temperatuur
van 25°C in het natuurlijke biotoop van deze soort voorkomt,
komt het de vitaliteit ten goed als de temperatuur op de
lange termijn lager is en af en toe fluctueert. Een daling
naar 18°C is voor deze vis geen enkel probleem. Enige
stroming en een regelmatige verversing van het water zijn
noodzakelijk. Indien aan deze eisen wordt voldaan, is de
soort eenvoudig te houden. Aan het voer worden geen
specifieke eisen gesteld. Variatie is noodzakelijk maar ook
droogvoer wordt graag gegeten en kan prima als basisvoedsel
dienen.
Het beste komt de soort tot zijn recht als ze in een school
wordt gehouden. De soort is prima samen te houden met andere
vissen die globaal dezelfde eisen stellen. Het verdient
aanbeveling om in het aquarium plantengroepen te plaatsen
waar de vissen zich af en toe terug kunnen trekken. Deze
plantengroepen vormen ook de schuilplaats voor de relatief
kleine jongen. De volwassen kommazwaarddragers zullen niet
fanatiek jacht maken op de pasgeboren jongen en meestal
zullen er genoeg overblijven om de groep in stand te houden
en om af en toe een andere aquariaan een plezier te doen met
deze fraaie zwaarddrager. Het apart zetten van enkele
vrouwtjes in een goed beplante bak biedt de mogelijkheid om
een groot aantal jongen over te houden. Ook de drachtige
vrouwtjes blijven redelijk slank en het is niet altijd
makkelijk om te bepalen welke er het eerst jongen zullen
werpen. Het meest eenvoudige is om er enkele te vangen en
apart te zetten.
De jongen zijn eenvoudig groot te brengen. Variatie in
voeding is van belang, maar ook diepvries en droogvoer wordt
goed gegeten, waardoor het niet nodig is om continue levend
voer beschikbaar te hebben. De jongen groeien niet snel en
het duurt wel acht maanden voordat de vissen helemaal
uitgegroeid zijn en de mannen het fraaie zwaard hebben. Bij
de mannetjes kan het erg lang duren voordat de secundaire
geslachtskenmerken zoals gonopodium en zwaard zich volledig
hebben ontwikkeld. Hierdoor lijkt het soms alsof er weinig
mannetjes bij de pasgeboren jongen zijn. Volwassen vrouwtjes
zijn echter te herkennen aan de drachtigheidsvlek en door
goed naar de aarsvin te kijken is aan de ietwat puntiger
vorm te herkennen dat het om een mannetje gaat.
Deze fraaie soort doet het erg goed in een mooi beplante bak
en is dan ook een echte blikvanger. Het uitvangen van de
snelle vissen die ook nog eens de zachte bodem in duiken is
echter bijzonder lastig en zal de inrichting niet ten goede
komen.
Opmerkingen:
ROSEN & KALLMAN (1969) geven aan dat de kommazwaarddrager
qua uiterlijk meer lijkt op de noordelijker voorkomende
zwaarddragers dan de enkele kilometers verderop levende
exemplaren. Ze zien de kommazwaarddrager als een primitieve
vorm van de zwaarddrager die zich in een geïsoleerd gebied
verder heeft ontwikkeld, terwijl in het gebied van de groene
zwaarddrager de ontwikkeling van de zwaarddrager verder is
gegaan en er veel variatie is ontstaan.
Hoewel het uiterlijk van de kommazwaarddrager in veel
opzichten op dat van de groene zwaarddrager lijkt en het
bekend is dat de soorten uit het genus XIPHOPHORUS eenvoudig
met elkaar te kruisen zijn is het nooit gelukt om de
kommazwaarddrager met een andere soort te kruisen. ROSEN
(1979) bericht van vele pogingen hiertoe, waarbij zelfs
gebruik werd gemaakt van kunstmatige inseminatie, maar dat
leidde niet tot nakomelingen. Over het algemeen kan men dan
wel stellen dat het samenhouden van soorten uit het genus
Xiphophorus niet verstandig is, aangezien de kans op
hybriden erg groot is (DE JONG, 1995). De kommazwaarddrager
kan dus wel samen worden gehouden met andere soorten uit het
genus. Mochten er wel hybriden worden geboren, dan is dat
een primeur die zeker een publicatie verdiend.
Literatuur:
K. DE JONG (1995): De kommazwaarddrager Xiphophorus signum.
Het Aquarium (5): 100-102
K. DE JONG (1995): De kommazwaarddrager, Xiphophorus signum
ROSEN & KALLMAN, 1969. Poecilia Nieuws (1): 5-11
K. DE JONG (2004): De zwaarddrager wildvormen voor iedere
aquariaan interessant. Poecilia Nieuws (4): 8-16
D. LAMBERT: Xiphophorus signum ROSEN & KALLMAN, 1969.
Viviparous (42)
D.E. ROSEN (1979): Fishes from the uplands and intermontane
basins of Guatemala: Revisionary Studies and Comparative
Geography. Bulletin American Museum of Natural History
(162): 268-375
D.E. ROSEN & K.D. KALLMAN (1969): A new fish of the genus
Xiphophorus from Guatemala, with remarks on the Taxonomy of
Endemic Forms. American Museum Novitates (2379): 1-29
K. SCHNEIDER & K. DE JONG (2006): Scolichthys iota ROSEN,
1967. Poecilia Nieuws (4): 11-15
Tekst: Kees de Jong
|