ACHTERWAND
Een "doorkijk bloes" is vaak niet onaardig om te zien, maar een "doorkijk
bak" is maar zelden mooi. In speciale gevallen (b.v. als de bak dwars in
de kamer staat en men er van 2 kanten naar wil kijken) kan het aardig zijn,
maar dan dient de beplanting zeer zorgvuldig uitgekiend te worden en dan
nog is het resultaat vaak
erg matig (bij Planten hier over meer)
Tip; Bepaal eerst de plaats van verwarmingselement (-en) en eventueel
andere snoeren en slangetjes, zodat we die (in dit geval via een uitgespaard
gleufje) aan de achterkant van zo’n achterwand kunnen wegwerken.
Tip; Breng eerst de achterwand aan,' dan de 2 zijwanden ( de verbindingsnaden
worden zo onzichtbaar).
TERRASSEN
Eventuele extra verhogingen (terrassen), met kienhout of stenen gestut, geven de bodem nog een wat speelser aanblik.
BODEMGROND
Nu pas komt de bodemgrond er in.
Vele theorieën en (on)waarheden zijn daar al over verkondigd.
Als u echter de bodem, zoals in het eerste deel genoemd, aanbrengt, zult
u (vrijwel) nooit echt kunnen miskleunen. Wel dient u er zich rekenschap
van te nemen, dat u niet weet waar het door u te gebruiken zand vandaan
komt of wat er mee gebeurd kan zijn, daarom:
GOED WASSEN :
Het is m.i. wel beter om een onderste laag aan te brengen van zand,
dat alleen maar goed schoon gespoeld is - het mag niet meer schuimen als
er water op komt -. Er blijft dan nog wat klei achter, hetgeen de groei
van een groot aantal planten beslist zal bevorderen.
Vooral de eerste maanden als er nog geen "most" in de bodem is gedrongen.
Echte waterplanten halen hun voeding bijna geheel uit het water, maar het
grootste deel der moerasplanten haalt ook voor een belangrijk deel de voeding
uit de bodem.
Neem voor de bodem beslist niet te fijn zand want de kans is groot
dat de bodem vroeg of laat gaat dichtslibben, waardoor met name verstikking
van de plantenwortels kan ontstaan.
Zorg ervoor, dat het zand niet te vlak komt te liggen, een vlakke
bodem is moeilijk en onpraktisch als we de planten willen gaan rangschikken.
Laat de bodemlaag van voor (ong. 5 cm.) tot (vrij)hoog achter oplopen;
kijk niet op een emmertje zand.
Een ander praktisch voordeel is bovendien: onvermijdelijk bodemvuil
zakt vanzelf tot bij de voorruit, zodat schoonhevelen eenvoudig en snel
te doen is.
Een donkere bodemgrond is voor de vissen het beste en een korrelgrootte
van 2 tot 5 mm (of groffer mag ook) raden wij u aan.
WATER
Nu gaan we de bak voor driekwart vullen met handwarm water, 0m het opdwarrelen van zand te voorkomen mag dit niet te snel gebeuren en kan men in het begin beter de slang in een lege melkfles stoppen en de fles op de bodem leggen. Onder de opening van de fles leggen we een bordje (b.v. ontbijtbordje).
PLANTEN
In deze dure tijden kunnen we op het bedrag, dat we eventueel voor de
planten uit zouden geven, best wat besnoeien, als we niet te gehaast en
te impulsief zijn. Geduld blijft noodzaak .'
Koop nooit ineens bij een handelaar de hoeveelheid planten, die nodig
is om een bak ineens -vol te zetten; het zou kapitalen kosten I
Bovendien zult u, als de planten beginnen te groeien, meteen moeten
gaan uitdunnen en dat is dus gekkenwerk, zeker als men bedenkt dat de vissen
er toch niet meteen in komen.
Met wat - krijgertjes - van een mede-aquariaan en verder het nodige
geduld kan men in vrij korte tijd best een aardig plantenbestand opbouwen,
hetgeen in alle opzichten toch meer bevrediging zal geven.
planten vermeerdering
Hoe kunnen we planten (doen) vermeerderen ?
Er zijn een aantal planten, waarbij we niets behoeven te doen als alleen
maar te kijken hoe snel er nieuwe plantjes bijkomen. Deze planten vermeerderen
zich via -uitlopers - (al dan niet via een wortelstok). We hoeven alleen
maar te "leiden", d.w.z. de verkeerde uitgroeirichting even wijzigen in
de door ons gewenste richting.
Sommige planten krijgen uitlopers - in de lucht -(lees water). De kleine
plantjes, vaak al voorzien van kleine wortels, kunnen we van de uit
loop stengels plukken en meteen weer in de bodem zetten.
Sommige planten geven zijscheuten; gewoon deze schuin afsnijden en
in de bodem plaatsen.
En dan zijn er een groot aantal planten, die we kunnen/moeten TOPPEN;
het inkorten (eventueel in meerdere stukken) van een hoog doorgegroeide
plant ( de planten, die in het algemeen groeien als een slinger:
hoofdsteel met daarop de blaadjes) . De afgesneden stukken kunnen in
principe meteen weer in de bodem gezet worden, naast of voor/achter de
onderstukken, die we (ook al zijn ze wat kaal) gewoon laten staan.
Tip; De toppen (de bovenstukken dus) zijn meestal het mooist; probeer
de getopte stokken zo te rangschikken, dat de mooie, volle bovenstukken
de andere wat "camoufleren".
soorten planten
Zorg in een nieuw opgezette bak vooral in het begin voor echte waterplanten
en niet of in bescheiden mate voor de "onechte"(moeras-) planten. Voor
de waterhuishouding, d.w.z. het afbreken van afvalstoffen en het produceren
van bouwstoffen (zuurstof voor de vissen .') zijn n.l. alleen de echte
waterplanten belangrijk.
Bovendien zijn deze soorten vaak snelgroeiend, waardoor alg niet zo'n
kans krijgt de kop op te steken.
Langzamerhand kan men dan, als de eerste partij echte waterplanten
flink aan het groeien is, een gedeelte verwisselen of misschien aanvullen
met de minder snel groeiende en minder functie hebbende soorten der moerasplanten.
beplanten van de bak
Waarom dan niet alleen maar echte waterplanten zal de beginner vragen.
Zeer goed, in feite is daar niets op tegen; maar het oog wil ook wat. Als
we n.l. de nodige variatie willen qua bladkleur en bladvorm, zijn
we echt aangewezen op dat enorme scala van moerasplanten, die het over
het algemeen uitstekend doen in een aquarium, maar, nogmaals, weinig actief
zijn op het gebied van de assimilatie.
Ontzettend veel beginners-bakken zien er op een afstand uit als een
min of meer egaal-groene massa. Ze vinden alleen de vissen maar belangrijk,
de beplanting heeft maar weinig aandacht en komt er vaak bekaaid vanaf.
Soms letterlijk dit laatste: hier en daar een groen stengeltje of een of
ander groen plukje, hetgeen bij goede beschouwing dan een restandje van
een of andere aquariumplant blijkt te zijn.
Veel aandacht is dus niet alleen noodzaak biologisch gezien, maar tevens
een verrijking van het decor, waartussen uw vissen zich veel beter thuis
voelen; en pas dan zult u optimaal van uw bak kunnen genieten.
Enkele praktische tips;
- Zet planten van een soort bij elkaar als groep of straatje (schuin
naar achteren weglopend, langgerekte plantengroep suggereert diepte)
- Zet een soort planten slechts op een plaats bij elkaar.
- In principe: lage planten voor en hoge planten achter, doorbreek
deze regel af en toe voor wat variatie.
- Zorg hier en daar voor een -doorkijk- naar de achterwand. Een totale
achterwandbegroeiing maakt een mooie achterwand overbodig en werkt
nadelig op de suggestieve diepte.
- Plaats een solitair (een opvallende, mooie plant, die geschikt is
om "alleenstaand" gezet te worden) op een uitgekiende plaats. Nooit te
veel solitairs .'
- Op tijd toppen - laat de planten niet doorgroeien tot tegen en zeker
niet boven het wateroppervlak.
- Drijfplanten zijn erg geschikt om minder - licht - behoevende planten
tegen te veel licht te beschermen.
Bij het begin van alg : ALARM .' Minder vissen - goed schoonmaken -
meer, vooral snelgroeiende, planten.
VISSEN
Over smaak valt niet te twisten; doe wat u zelf het mooiste vindt !
Maar..... houdt wel een aantal basisregels aan anders vraagt u om problemen
(onkosten) of teleurstellingen.
Dit laatste gedeelte zou veruit het langste en meest uitgebreide kunnen
worden, maar aangezien er zoveel fraaie, grote en kleine boeken en encyclopedieën
over vissen zijn verschenen, zullen we ons slechts beperken tot wat algemene
opmerkingen en tips, waarmee vooral de beginner zijn voordeel kan doen
( zie ook nog het eerste deel van de cursus)
- Allerbelangrijkste regel NIET TE VEEL VIS .'
vuistregel: I gram vis op 3 ltr. water (en dan dient men uit te gaan
van volwassen vissen ). In een bak van ong. 150 ltr water zouden,
ideaal gezien, slechts 2 volwassen maanvissen mogen of een kleine 40 kardinaal
tetra's.
- Beter minder soorten, maar wat meer exemplaren per soort geldt
voor bijna elke beginner. De meeste vissen zijn schoolvissen - geef ze
dan ook dat idee in uw bak.
- Veel ( niet te veel) en gevarieerd voedsel - vooral levend
voer is erg gezond - binnen ong. 15 minuten moet al het voer op zijn.
Liever meer malen een beetje dan eenmaal te veel (alg)
- Pas de keuze van de vissen aan bij de afmetingen van uw bak.
(alleen grote vissen in grote bakken...)
- Zorg voor variatie in kleur en vorm ( net als bij de planten).
- Breng geen subtropische vissen ( beter gezegd: vissen die bv.
een water temperatuur van 20 - 22 graden Celsius nodig hebben) samen met
soorten die warmwater (26-30' C) behoeven.
- Begin als beginner met wat simpele, goedkopere soorten. Meestal
zijn dit de sterkere soorten en zeker niet zonder meer de lelijkste soorten.
- Koop bij vissterfte niet meteen nieuwe, probeer eerst uit te
vissen, waar de doodsoorzaak aan kan hebben gelegen. Dit om herhaalde teleurstellingen
te voorkomen.
- Mocht u gaan kweken met vissen, doe dit dan bewust. Selecteer
streng, want niet het vele is goed, maar het goede is veel.
enkele visgewichten;
neon tetra
1 gram
Chinese danio
1 gram
guppy (man)
1 gram
guppy (vrouw)
2,5 gram
vuurneon
1,5 gram
kardinaaltje
1,5 gram
minor
1,5 gram
kegelvlek
1,5 gram
marmerbijlzalm
2 gram
zilverbijlzalm
4 gram
bloedvlekzalm
5 gram
dwerglabyrinth (C.lalia) 5 gram
black mollie (man)
5 gram
black mollie (vrouw)
8 gram
sumatraan
5 gram
rouwrio
5 gram
hoogvinkarper
10 gram
congozalm
12 gram
maanvis
20 gram en meer
diskus
25 gram en meer
enkele waterplanten:
s Aponogeton soorten
s Barclaya longifolia
Cabomba toppen
Eikenbladvaren
s Eichinodorus soorten blad op blad
dwerg amazone uitlopers
tenellus uitlopers
Hottonia inflata toppen
Myriophylium soorten toppen
Saggitaria soorten uitlopers
Vallisneria soorten uitlopers
Crypt, affinis uitlopers (enige natuurlijke onderwater
crypto)
s lotus soorten uitlopers (bloei)
s gele plomp uitlopers
s. planten die te groot worden om in groepen te plaatsen
En dan tot besluit nog, volkomen willekeurig, zonder enig verband, een
aantal tips (of noodzakelijkheden om te weten)
- Te weinig licht komt veel voor - te veel licht zeiden.
- De tropenzon schijnt zo'n 10 tot 14 uur per dag, dus ook boven de
bak is al het licht nodig gedurende deze tijd.
- Voer de lichthoeveelheid in het begin langzaam op.
- Hoe minder vis, hoe beter ( bij wijze van spreken )
- Hoe meer planten, hoe beter ( bij wijze van spreken)
- Probeer de temperatuur zoveel mogelijk constant te houden. Temperatuurdaling
(mits niet te gek en geleidelijk) kunnen de meeste vissen beter aan dan
temperatuurstijging ( zeg maar boven de 30 'C.).
- De " bodemzandlijn" achter de onderkant van de lijst houden, dat
is veel mooier.
- Waterpeil gelijk of iets boven de onderkant van de bovenlijst, dat
is veel mooier.
- Apparatuur ( filter, verwarming e.d.) proberen "onzichtbaar" te maken,
dat is ook veel mooier.
- Tl-verlichting is veruit de beste verlichtingswijze. (vraag specialisten
om nadere informatie)
- Een GEZELSCHAPSBAK is een aquarium, waarin men diverse soorten planten
en vissen uit alle delen van de wereld samen kan brengen _- MITS DIT BIOLOGISCH
EN ESTETISCH VERANTWOORD IS.
- Een STREEKAQUARIUM is een bak, waarin vissen en planten uit een bepaalde
streek onder aldaar heersende omstandigheden bij elkaar worden gebracht.
- Een SPECIAALBAK is een bak, waarin een (of enkele) soort (-en) vissen
onder , voor hen, ideale omstandigheden worden samengebracht (bekend is
b.v. de cichlidenbak)
- Kweken is een vak op zich. Gaan vissen in uw gezelschapsbak over
tot ei-afzetting, zonder verder gewenst resultaat, troost u met de gedachte,
dat uw vissen het in ieder geval goed hebben en vrij zeker in prima conditie
zijn.
-VEEL GEDULD, veel lezen, veel kijken en veel luisteren naar mede-aquarianen
(vooral de "aquarioten") leidt vanzelf tot een goed, gezond en mooi aquarium
in uw kamer.
© 2000 AquaVISie