Apistogramma cacatuoides

De kakadu-dwergcichlide

Artikel beschikbaar gesteld door :

Peter-Jan Taheij
De naam Kakadu-dwergcichlide bij zal weinig aquarianen een belletje doen rinkelen. Het is de Nederlandse naam van het visje dat tegenwoordig Apistogramma cacatuoides heet. De Kakadudwergcichlide is echter jarenlang als Apistogramma borellii door het leven gegaan. Enige jaren geleden is het geslacht Apistogramma door ichtyologen, dit zijn wetenschappers op het gebied van vissen, eens goed onder de loep genomen. Hierdoor hebben enkele Apistogramma's, waaronder dus de Kakadudwergcichlide, een andere soortnaam gekregen. Dit werkt natuurlijk allemaal erg verwarrend, maar in de meeste aquariumwinkels zwemmen de vissen tegenwoordig onder de juiste naam.
Apistogramma cacatuoides komt als alle andere Apistogramma's uit Zuid-Amerika. Het vindgebied strekt zich uit van de Mato Grosso, een plateau in Brazilië, tot het stroomgebied van de Paraguay, die doorloopt tot in Argentinië. Hij komt voor in langzaam stromende beekjes en langs de oevers van de grotere stromen.
De cacatuoides kan al in een aquarium van ongeveer 80 cm lengte gehouden worden. We richten een biotoopaquarium in met fijn donker grind op de bodem, en een stevige beplanting aan de randen.

Omdat het mannetje sterk polygaam is moet zijn gezelschap uit meerdere vrouwtjes bestaan. De vrouwtjes zullen in het aquarium territoria vormen van zo'n 25 cm in doorsnede. In een bak van 80 cm lengte kunnen we 3 vrouwtjes met één mannetje onderbrengen. Het mannetje beschouwt dan de hele bak als zijn eigendom. De territoria van de vrouwtjes kunnen we vooraf enigszins bepalen door obstakels aan te brengen op eenderde van de baklengte; bijvoorbeeld aan de ene zijde een dichte hoge plantengroep en aan de andere zijde een flink stuk hout.
In het midden van ieder territorium moet zich een broedhol bevinden, een stevige steengrot of een op de kant gelegde bloempot voldoen hiervoor uitstekend.
De mannetje verdedigt het territorium tegen aanvallen van buiten, terwijl de vrouwtjes hun broedterritorium verdedigen. Jonge mannetjes beheersen vaak nog geen territorium, maar proberen het wel vrouwtjes te versieren.
De mannetjes van Apistogramma cacatuoides worden ongeveer 9 cm groot, terwijl de vrouwtjes slechts 5 cm blijven. Er zijn verschillende kleurvarieteiten van een blauwe tot een oranje-gele kleur over een lichtgrijze basiskleur. Bij de mannetjes, die intensiever gekleurd zijn, komen in de staart- en aarsvin zwart omrande oranje stippen voor. Over het lichaam loopt een donkere lengtestreep van achter het oog tot op de staartwortel. De bovenste en onderste staartvinstralen zijn bij het mannetje verlengd.
Het vrouwtje is minder opvallend gekleurd en heeft ook kleinere vinnen. Tijdens de verzorging van het broed wordt het vrouwtje echter prachtig geel van kleur, zoals bij veel Apistogramma soorten het geval is.

Normaal kunnen de dieren in water met een temperatuur van ongeveer 24°C gehouden worden. Bij de kweek moet de temperatuur, van het water met een neutrale samenstelling, enkele graden hoger liggen. Voor de kweek wordt zacht tot middelhard water gebruikt met een totale hardheid onder 10°DH.
De Kakadu-dwergcichlide is redelijk gevoelig voor verontreiniging van het water en ook voor medicijnen. Het is dus verstandig om regelmatig water te verversen.
Het grootbrengen van de jongen is niet zo eenvoudig, vaak worden de eerste legsels van jonge kweekstellen door de ouders opgegeten. De legsels zijn niet groot, tot zo'n 80 stuks, dit sluit aan bij de natuurlijke bescherming van het hol waarin het legsel afgezet wordt.
De jongen komen bij 26°C na 3 tot 4 dagen uit het ei, en zwemmen 5 of 6 dagen later vrij. Vanaf dit moment moeten ze gevoerd worden, in het begin kan dit voer niet klein genoeg zijn.
Eerst worden raderdiertjes en infusie gevoerd, later kan worden overgegaan op kleine cyclops, en watervlooien.
Er moet voor gewaakt worden dat het water in de opfokbak of het aquarium niet te sterk vervuild, dus een goede beluchting en regelmatig water verversen kan veel sterfte van jonge vis voorkomen.

Volwassen dieren lusten graag levend voer in de vorm van watervlooien, muggelarven en tubifex. Droogvoer wordt minder graag gegeten.
Vooral zijn natuurlijke territoriumgedrag, maar ook zijn kleur maakt de Apistogramma cacatuoides tot een aanwinst voor een speciaalaquarium.

Peter-Jan Taheij.

Artikel 2

© Copy-right en voorwaarden voor gebruik