Cabindae
Cabomba
Cacatuoides
Caeruleus
Calabaricum
Calabaricus
Caldesia
Callichthys
Callipterus
Callistus
Calliurum
Callochromis
Callolepis
Callopanchax
Calobrense
Calva
Cameronensis
Cametana
Camopiensis
Camptacanthus
Canadensis
Canarensis
Candens
Candidi
Canius
Capensis
Carapo
Carassius
Carbo
Cardinalis
Carlae
Carlhubbsia
Carnegiella
Caroliniana
Carpintis
Carpio
Casuarius
Castaneus
Catamarcensis
Caudalis
Caudimaculata
Caudifasciata
Caudimaculatus
Caudopunctatus
Caudovittatus
Cauveti
Celebensis
Celiae
Cenia
Centrarchus
Cephalotaenia
Ceratophyllum
Ceratopteris
Ceylonensis
Chaetobranchus
Chaetodon
Chaka
Chactodon
Chalceus
Chalcinus
Chalcopyrus
Chalinochromis
Champsochromis
Chanda
Channa
Channoides
Chapalichthys
Chaperi
Chara
Characidium
Characodon
Charax
Chaytori
Cheirodon
Chela
Cheradophilus
Chevalieri
Cheveyi
Chilatherina
Chilodus
Chiloglanis
Chilotilapia
Chinensis
Chini
Chipokae
Chisumulae
Chitala
Chlamydogobius
Chloropharynx
Choirorhynchus
Chola
Choprae
Christyi
Chromidotilapia
Chromis
Chrosomus
Chrysogaster
Chrysotaenia
Chrysotus
Chuna
Chungruruensis
Cichla
Cichlasoma
Ciliata
Cingulatus
Cinnamomeus
Cirrhatus
Cirrhosus
Citrineipinnis
Citrinellus
Cladophorus
Clarias
Clarotes
Clauseni
Cleithracara
Cnesterodon
Cnidoglanis
Cobitis
Coccina
Coccinatus
Cochui
Coeleste
Coeruleopunctatus
Coeruleum
Cognatum
Colisa
Colomesus
Coloratus
Colossoma
Commbrae
Commersoni
Compressiseps
Compressus
Compsopogon
Conchonius
Concolor
Condiscipulus
Congicum
Congoensis
Congonicum
Conjunctus
Copadichromis
Copeina/Copella
Coppenamensis
Coracoideus
Cordata
Cordifolius
Corona
Cortesi
Corydoras
Corynopoma
Coryphaenoides
Cosmops
Costatus
Crabro
Crassa
Crassiceps
Crassilabris
Crassipes
Crassipinnis
Craterocephalus
Creagrutus
Creatochanes
Crenicara
Crenicichla
Crenuchus
Crispus
Cristata
Crossocheilus
Cruzi
Cryptocoryne
Cryptoheros
Cryptopterus
Ctenobrycon
Ctenochromis
Ctenolucius
Ctenopharynx
Ctenopoma
Ctenops
Cubanichthys
Cubensis
Cultratus
Cumingi
Cunningtoni
Cupido
Cupreus
Curviceps
Cyanellus
Cyaneorhabdos
Cyanodorsalis
Cyanoguttatum
Cyanostictum
Cyathopharynx
Cyclocheilichthys
Cylindraceus
Cylindricus
Cynolebias
Cynotilapia
Cyperus
Cyphotilapia
Cyprinodon
Cyprichromis
Cyprinus
Cyrtocara |
uit Cabinda (Gabon)
naar een Indiaanse aanduiding
kakatoeachtig, naar de op een kuif gelijkende stekels in de
rugvin
uit het Latijn blauw (de eerste verzamelde exemplaren waren
blauwachtig)
van de West-Afrikaanse Calabarkust
kwastvinaal
naar de Italiaanse botanicus Caldesi
eeltvis
met fraaie vinnen
met fraai zeil (vin)
met mooie staart
mooie vis
met mooie schubben
mooie
Panchax
afkomstig uit de Rio Calobre, Panama
met kale schedel
afkomstig uit Kameroen
uit Cameta, Brazilië
uit de Camopi-rivier, Frans Guyana
met gekromde rug
Canadees
uit Zuid Canara, India
uit het Latijn : briljant, glanzend
schitterend wit
uit het Latijn : hond
afkomstig van de Kaap (Zuid-Afrika)
uit het Latijn : carptor, hij die zijn voedsel snijdt met
een mes
afgeleid van een oud-Griekse visnaam
uit het Latijn : steenkool, gebrand hout
rood als de hoed van een kardinaal
naar Carla Lindenaar-Sparrius
naar de Amerikaanse ichthyoloog
Carl Leavitt Hubbs
ter ere van miss M. Carnegie
afkomstig uit Carolina
uit de Laguna del Carpinte, Mexico
de vrucht, de oogst
vergelijkbaar met een Casuaris
kastanjekleurig
uit de Argentijnse provincie Catamarca
met betrekking tot de opvallend gevormde staartvin
aan de staart gevlekt
aan de staart gestreept
aan de staart gevlekt
met punten in de staart
met een band op de staart
naar de Franse aquariaan Christian Cauvet
afkomstig van Celebes (het huidige Sulawesi)
naar Celia Epie, dochter van John Epie (Cameroen)
naar de inheemse naam sinia
met betrekking tot de stekelige aarsvin
uit het Grieks : kephale = hoofd, en taini = band, met
banden over het hoofd
geweiblad
hoornvaren
afkomstig van Ceylon (nu Sri Lanka)
uit het Grieks : chaetos = draad, haar, branchia = kieuw
uit het Grieks : chaetos = draad, haar, odous = tand
naar de inlandse naam, vermoedelijk naar het geluid dat hij
maakt
met spitse tanden
koperkleurig
de koperkleurige
chalcos = koper, pyros = vuur
uit het Grieks : chalina = bit, toom, chromis = vis
uit het Grieks : champso = krokodil, chromis = vis, naar de
roofzuchtige aard van de vis
uit het Grieks : chandon = met geopende bek
uit het Grieks : channe = ansjovis
lijkend op de Channa
afkomstig uit de Chapal Lagoon (Mexico) en ichthys = vis
naar de Franse verzamelaar M.E. Chaper
waarschijnlijk naar het Griekse charax (= paal)
afgeleid van de geslachtsnaam Charax
Charax met tand
de puntige paal met betrekking tot de tanden
naar de Afrikaanse ichthyoloog Prof. Dr. Daniel Chaytor
hand(vormige) tand
naar inheemse naam
van het Griekse keratos = bodem, en phylos = vriend,
liefhebber
naar de ichthyoloog Auguste Chevalier
naar Dr. Pierre Chevey
uit het Grieks : cheilos = lip, en het Latijn :
Atherina = spiering
met tanden op de lip
uit het Grieks : cheilos = lip en glanis = katvis
uit het Grieks : cheilos = lip en de inlandse benaming
Tilapia
Chinees
naar Dr. Phui Kong Chin
naar het eiland Chipoka, Malawimeer
naar het eiland Chizumulu in het Malawimeer
naar inheemse naam
uit het Grieks : chlamys = mantel, gobius = grondel
van chloros (groen) en pharynx (keel)
met een varkenssnuit of slurf
naar inheemse aanduiding
naar de Indische zoöloog dr. B.N. Chopra
naar Dr. Cuthbert Christy, directeur van het Congomuseum
schitterende/kleurige baarsachtige vis
uit het Grieks : vis
met een gekleurd lichaam
met gouden buik
met gouden band
verguld
naar de inheemse naam uit India
naar het Chungrurumeer in Tanzania
oude naam van een baarsachtige vis
met een lichaam als van een Cichla (soma = lichaam in
Grieks)
van franje voorzien
met gordelachtige banden
kaneelkleurig
met krullen
van franje voorzien
met gele vinnen
citroengeel
drager van een kleed
van het Griekse chlaros = levendig
uit het Grieks, Klaroten (slaven) , mensen met gebogen
nekken
naar de zoöloog Stenholt Clausen
uit het Grieks kleithron (slot, sleutel) en
Acara
met tanden als schaafmessen
uit het Grieks, knide = netel, glanis = katvis
uit het Grieks , kobitis = sardine
van coccinos = wijnrood, scharlaken
gekleed in scharlaken
naar Fred Cochu, ichthyoloog van het Paramount aquarium
uit het Latijn : bovennatuurlijk, hemels
met blauwe stippen, vlekken
blauw
verwant
naar inheemse benaming
uit het Grieks : kolos = gebrekkig, mesos = midden
gekleurd
uit het Grieks : kolos = kort, gebrekkig en soma = lichaam
verminkte vorm van corumbae naar de plaats Corumba
naar de Franse natuuronderzoeker Commerson
met in elkaar gedrukte kop
samengedrukt, gecomprimeerd
fijne baard
naar inheemse aanduiding
eentonig gekleurd
uit het Latijn : schoolvriend, vanwege de gelijkenis met een
andere soort in dezelfde omgeving
uit Congo
uit Congo
uit Congo
uit het Latijn = zich verenigen, naar de horizontale strepen
die
samenkomen
uit het Grieks : kopas = gekerfd en chromis = vis
naar de Amerikaanse zoöloog Edward D Cope
afkomstig uit de Coppenamerivier (Suriname)
zwart als een raaf
hartvormig
met hartvormig blad
uit het Latijn : rand, grens
naar Dr. Abdon Cortés Lombana
uit het Grieks : cory = helm, en doras = huid, vel
met knotsvormig verlengd kieuwdeksel
uit het Grieks : koryphaina = dolfijnachtige vis
uit het Grieks : met een versierd gezicht
met ribben
Latijn voor horzel, hoornaar
stevig, dik
met dikke kop
met dikke bovenlip
met dikke voet
uit het Latijn crassus (dik, vet) en pinnis (vin)
uit het Grieks : cratero = kom, en kephale = hoofd
vleesafscheurder
met betrekking tot de grote bek
uit het Latijn, crena = kerf en
Acara
uit het Latijn, crena = kerf (ivm de kieuwdeksels) en
Cichla
met kerf in de nek
gekroesd
kuif
uit het Grieks : krossoi = kwast, cheilus = lip
naar de
verzamelaar José Cruz Rodriguez
met verborgen knots (betrekking op de bloeiwijze)
crypto = verborgen, heros = strijder
met verborgen vin
Brycon
met kamschubben
Chromis met kamschubben
uit het Grieks : ktenos = kam, en het Latijn : lucius =
licht
uit het Grieks : ktenos = kam, pharynx = keelholte
met een kam aan de (kieuw)deksel
met betrekking tot de fijne tandjes ven het onderoogbeen
vis uit Cuba
afkomstig van Cuba
mesvormig
naar de vanger Cuming
naar de verzamelaar W.A. Cunnington
naar de Romeinse god van de liefde
uit het Latijn : cuprum = koper
met gebogen kop
blauw
met een blauwe streep
met een blauwe rug
blauw gestippeld
met blauwe vlekken
uit het Grieks : kyathos = kopje, kom, pharyngx = keelholte
uit het Grieks : kyklos = rond, cheilos = lip, ichthys = vis
cylindrisch
cylindervormig
uit het Grieks, kynos = hond, lebias = kleine vis
uit het Grieks, kynos = hond en het inlandse woord
Tilapia
naar het eiland Cyprus
uit het Latijn : Cephalicus = hoofd, en Tilapia, het
Afrikaanse
woord voor vis
tandkarper
uit het Grieks : Cyprinus = karper, en Chromis = vis
uit het Grieks : karper
uit het Grieks : kyrtos = gebogen, cara = kop |