Etymologie

L


 
Labarrei
Labeo
Labeotropheus
Labiatus
Labidochromis


Labiosa
Labridens
Lacortei
Lacustris
Ladigesi(a)
Laeta
Laevis
Laetacara
Lakamora
Lala
Lalia
Lamberti
Lamottei
Lampetra
Lamprichthys
Lampris
Lamprologus

Lanceolatum
Lancifolia
Lapidifer
Lateralis
Lateristriata
Lateristriga
Latifolia
Latifrons
Latipes
Latipinna
Lebias
Lebiasina
Lebistes
Lebretonis
Leeri
Lefiniense
Leggetti
Leiocassis
Leiurus
Leleupi
Leloupi
Lentiginosus
Leopoldi
Leopardus
Lepidarchus
Lepidiadaptes
Lepidiolamprologus
Lepidota
Lepidura
Lepisosteus
Lepomis
Leporellus
Leptolebias
Leptolucania
Leporinus
Leptobarbus
Leptodoras
Leptos
Leptosoma
Leptostachyus
Lepturus
Lermichthys
Lethrinops
Leucaspius
Leuciscus
Leucocephala
Leucomelas
Leucosticta
Levis
Liberiense
Liemi
Likomae
Lima
Limi
Limia
Limnobium
Limnocharis
Limnochromis
Limnophila
Limnotilapia
Lineata
Linkei
Liosomadoras

Lithochromis
Littorale
Livida
Livingstoni
Loati
Lobochilotes
Loennbergii
Lohachata
Loiselli
Lombardoi
Longianalis
Longibarbus
Longicauda
Longidorsalis
Longifolia
Longiloba
Longimanus
Longipinnis
Longirostra
Longistylus
Longiventralis

Lönnbergi
Loretoensis
Loricaria
Loricatus
Louessense
Lourensi
Loxozonus

Lucania
Lucens
Lucidus
Luciocephalus
Luekei
Lugens
Luluae
Licioperca
Luciosoma
Lujae
Luna
Lutea
Lyonsi
Lyrata
naar de verzamelaar Clement Labarre
met grote lippen
Tropheus net grote lippen
met lip
uit het Grieks : labis = tang, chromis = vis, naar de
 tanden
diklippig
uit het Latijn : labrun = bovenlip, dens = tand
naar de Amerikaanse kweker Rosario Lacorte
in meren levend
naar de Duitse ichthyoloog Werner Ladiges
helder van kleur
glad, licht, teer
uit het Latijn : laetus = gelukkig, en Acara
afkomstig uit het Lakamora-meer, Irian Jaya
naar een inheemse, wat minachtende benaming
zie lala
naar Jaques Lambert (België) & André Lambert (Frankrijk)
naar de verzamelaar M. Lamotte
rotslikker
uit het Grieks : lampros = briljant, licht, en ichthys = vis
uit het Grieks : lampros = briljant, licht
uit het Latijn : lampas = toorts, helderheid en het Grieks :
lagas = haas.  Naar de heldere kleuren en snelheid.
lansvormig, lancetvormig
met lancetvormig blad
tussen de stenen
uit het Latijn : zijde, naar de streep op de zij
met gestreepte zijde
met zijdestreep
breedbladig
met breed voorhoofd
breedvoetig (met betrekking tot de brede aarsvin)
met brede vin
uit het Grieks : soort vis
levervis
kleine Lebias
naar de Franse arts Lebreton
naar de Nederlandse arts J.M. van Leer
afkomstig uit de Lefinirivier (Congo)
naar de Australische ichthyoloog Ray Leggett
met een gladde kop
met een gladde staart
naar de bioloog Narcisse LeLeup
naar de Belgische zoöloog E. Leloup
wrattig, met wratten
naar de Belgische koning Leopold III
luipaardachtig (van kleur)
uit het Grieks : lepi = schub + Archos = anus
uit het Grieks : lepi = schub, daptes = eter
uit het Grieks : lepi = schub + Lamprologus (zie boven)
met beschubde oren (kieuwdeksels)
met beschubde staart
beenschubbig
met beschubde kieuwdeksels
uit het Latijn : leporus = konijn
dunne Lebias (zie boven)
dunne Lucania
hazebek
dunne barbeel
met dunne huid
uit het Grieks, dun, smal
met een teer lichaam
dunne aar
met dunne staart
vis uit de Rio Lerma
uit het Grieks : lethros = lang, ops = gezicht, verschijning
wit glanzend
wit stralend
met wit hoofd(je)
wit met zwart
wit gevlekt
de zich (uit het water) verheffende
uit Liberia
naar de ichthyoloog Karel Frederik Liem
naar het eiland Likoma in het Malawimeer
vijl
uit de modder
naar een Portugese stad, tegenwoordig Ponte de Lima
in het moeras groeiend
moerasschoonheid
Chromis uit het moeras
moerasminnend
Tilapia uit het moeras
gestreept
naar de ichthyoloog Horst Linke
uit het Grieks : leios = glad, somas = lichaam, doras = een vissoort, een verwijzing naar het gebrek aan pantserplaten.
Uit het Grieks Lithos = steen, en Chromis = vis
oeverbewoner
van lividus, jaloezie, naar de groen oplichtende ogen
naar de ontdekkingsreiziger David Livingstone
naar de verzamelaar L Loat
uit het Latijn : lobus = gelobt, en uit het Grieks : cheilos = lip
naar de Zweedse ichthyoloog Einar Lönnberg
naar een inheemse naam
naar de Amerikaanse aquariaan Paul V. Loiselle
naar de importeur John Lombardo
met lange aarsvin
met lange baarddraden
met lange staartvin
met lange rugvin
langbladig
met lange slippen (aan de bladeren)
met lange handen (vinnen)
met lange vinnen
met lange snavel
met lange stijl (stamper)
met iets langs aan de buik (een verwijzing naar de lange buikvin)

naar de Zweedse ichthyoloog Lönnberg
naar de plaats Loreto aan de Amazone
pantserdragend
gepantserd
uit de rivier de Louessé (Congo)
naar de Nederlandse bioloog Jan Lourens
uit het Grieks : loxos = schuin, zona = gordel.  Naar de donkere zone over het lichaam
naar de Italiaanse provincie Lucania
lichtend, glanzend
licht
snoekkop
naar de Duitse kweker Karl Heinz Lüke
naar de sombere kleur, lugens = rouw
uit de Lulua-rivier, Zaďre
snoekbaars
met snoekachtig lichaam
naar de verzamelaar E.Luja
uit het Latijn : maan
goudgeel
naar de bioloog John Lyons
liervormig




© Copy-right en voorwaarden voor gebruik