Etymologie

O


 
Obesus
Obliqua
Obliquidens
Obscurum
Occidentalis
Ocellaris
Ocellatus
Ocellicauda
Ocellifer
Ochrogenys
Octofacsiatum
Octozona
Oculatus
Odontocharacidium
Oelemariensis
Oeseri
Ogoense
Okefenokee
Oktediensis
Olbrechtsi
Oligacanthus
Oligolepis
Olmecae

Ommata
Ompok
Oncinus
Opercularis
Ophthalmotilapia
Orbicularis
Oreichthys
Oreochromis
Orientalis
Orinocensis
Ornata
Ornaticauda
Ornatipinnis
Orthochromis
Orthonotus
Orthostoma
Ortmanni
Oryzias
Osphromenoides
Osphromenus

Osteochilus
Osteoglossum
Otocinclus
Otopharynx
Otostigma
Ottogartneri
Ovata
Owroewefi
Oxygaster
Oxyrhynchus
dik, lomp
schuin, scheef
obliqua = schuin, dens = tand
donker, onduidelijk
westelijk
met oogvlekken
met oogjes
met een oog op de staart
oog-dragend
uit het Grieks : ochro = geel, bleek, en genys = kin, kaak
met acht banden
met acht banden
uit het Latijn, letterlijk : vangend het oog, opvallend
uit het Grieks : odous = tand, en Characidium
afkomstig uit de Oelemari rivier, Suriname
naar de verzamelaar Dr. Richard Öser
naar de rivier de Ogooué
streek in Georgia, USA
afkomstig uit de Ok Tedi rivier, Papua Nieuw Guinea
naar de verzamelaar Prof. F.M.Olbrechts
met weinig stekels
met weinig schubben
naar de Azteekse benaming voor bewoners van Zuid Mexico : Olmeca : mensen van de rubberlanden
voorzien van een oogvlek
naar een inheemse naam
afkomstig uit het Latijn : Luncea = jaguar
met betrekking tot de met een vlek getooide kieuwdeksels
uit het Grieks : ophthalmos = oog, en Tilapia
cirkelrond
uit het Latijn : aurum = goud, en het Grieks : ichthys = vis
uit het Latijn : aurum = goud, en het Grieks : chromis = vis
oostelijk
uit de Rio Orinoco, Venezulea
versierd, getooid
met versierde staart
met versierde vinnen
uit het Grieks : orthos = recht, en Chromis
met rechte rug
met grote bek
naar de ichthyoloog Ortmann
rijst, bij de sawah horend
gelijkend op het geslacht Osphromenus
de ruikende, vanwege de onjuiste verklaring van het labyrint
als reukorgaan
uit het Grieks : ostheos = been, en cheilos = lip
uit het Grieks : ostheos = been, en glossa = tong
oorgaas, in verband met aanwezigheid van een soort trommelvlies
uit het Grieks : ous = horen, en pharynx = keelholte
met een vlek bij het oor
naar de Oostenrijkse verzamelaar Otto Gartner
eirond
uit het inheems, letterlijk "oud wijf" , naar de manier van bewegen
met spitse buik
van het Griekse oxys (scherp) en rhynchos (snuit)




© Copy-right en voorwaarden voor gebruik