(Radda, 1980) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Vreedzame, enigszins schuwe vis, die niet in een te groot
aquarium gehouden moet worden, aangezien hij dan vrijwel
nooit te zien is. Niet samen houden met drukke vissen.
Het aquarium moet aan de randen en achtergrond dicht worden
beplant. Een niet te felle belichting door gebruik van
bv drijfplanten en een donkere bodem doen de kleuren beter
tot hun recht komen. Als voedsel moet klein, levend voer worden gegeven. De kweek is redelijk eenvoudig. Dagelijks worden een aantal eieren in een afzetmop afgezet en bevrucht. Deze eieren moeten regelmatig uitgelezen worden en ondergebracht in een broedschaal met een schimmelwerend middel. De jongen komen na 18-20 dagen uit. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|