(Boulenger, 1911) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Levendige, vreedzame vis die ook onderling nauwelijks
agressie vertoont. Hij kan dan ook het beste in
gezelschap van andere vreedzame Aphyosemionsoorten worden
gehouden. Het aquarium moet dicht worden beplant.
Ook enige drijfplanten mogen niet ontbreken. Een
donkere bodem uit turfmolm en een gedempte verlichting doen
de kleuren beter tot hun recht komen. Een te hoge
temperatuur heeft een kortere levensduur tot gevolg. Als voedsel moet gevarieerd levend voer worden gegeven. De kweek is redelijk eenvoudig. De eieren worden tussen de planten afgezet en bevrucht. Na ongeveer 3 weken komen de jongen uit. Ze kunnen worden groot gebracht met infusoriën en wat later met Artemia-naupliën. De jongen groeien langzaam. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|