(Kottelat & Ng, 1994) |
|||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | |||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
Een vreedzame vis behalve ten opzichte van soortgenoten (mannetjes) en tijdens de voortplanting. Het aquarium moet dicht worden beplant zodat voor de vrouwtjes voldoende schuilgelegenheden ontstaan. Ook drijfplanten worden op prijs gesteld. Het aquarium moet met dekruiten worden afgedicht, aangezien de dieren anders eruit springen.
Het zijn alleseters, dus er moet voor voldoende variatie gezorgd worden. De kweek is niet zo eenvoudig. De Ph moet onder 6 gebracht worden. Bij een iets hogere temperatuur en een lage waterstand worden de eieren in een schuimnest afgezet. Na 5 dagen zwemmen de jongen vrij en kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. De ouderdieren hoeven niet verwijderd te worden, mits er voor het vrouwtje voldoende schuilgelegenheid is. |
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|