 |
(Ladiges, 1975) |
|
||||||||||||||||||||
 |
 |
 |
 |
|||||||||||||||||||
| Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
 |
 |
|||||||||||||||||||||
 |
||||||||||||||||||||||
 |
|
|||||||||||||||||||||
| Deze vis is alleen in grotere aquaria met meerdere exemplaren te houden. In een klein aquarium is het aan te raden slechts een paartje te houden. Zoals de meeste Betta-soorten vechten mannetjes tot de dood. Een enkele uitzondering daar gelaten is hij redelijk vreedzaam ten opzichte van andere vissen. Het aquarium moet dicht worden beplant om voldoende schuilgelegenheid aan het vrouwtje te bieden.
Als voedsel moet levend voer worden gegeven. Droog- en diepvriesvoer wordt ook geaccepteerd. De kweek is niet zo eenvoudig. Het water moet extreem zacht en zuur zijn. De eieren worden in een schuimnest ondergebracht en door het mannetje bewaakt. Het vrouwtje wordt na het afzetten verjaagd. Na 24 uur komen de jongen uit en 2-3 dagen later zwemmen ze vrij. Ze kunnen worden groot gebracht met het allerfijnste levend voer. Na 3 dagen eten ze Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||
|
|
 |
|||||||||||||||||||||
 |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||
