(Linnaeus, 1758) |
|||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | |||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
Deze rover mag niet gehouden worden met kleinere vissen, daar die als voedsel gezien worden. Het aquarium moet ruim zijn en er moet voldoende vrije zwemruimte zijn.
Deze vis neemt alleen genoegen met groot levend voer in de vorm van vis of garnalen. De kweek is niet moeilijk. De 1500-3000 eieren worden direct bevrucht en naar het wateroppervlak gebracht. Het mannetje bewaakt het legsel en houdt het bij elkaar. Na 2 dagen komen de jongen uit en na 4 dagen is de dooierzak verteerd en moeten ze gevoerd worden met Artemia-naupliën. Na 1 week kan al groter voer gegeven worden. Er moet voldoende gevoerd worden, anders eten de jongen elkaar op. Na twee maanden moeten de jongen verwijderd worden, aangezien ze dan door de ouders als voer gezien worden. |
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
Synoniemen : Gymnotus asiaticus, Channa ocellata, Channa
sinensis, Channa formosana
|
|||||||||||||||||||||
|