(Boulenger, 1911) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Tamelijk vreedzame soort, waarvan de mannetjes onderling
alleen in een te klein aquarium enigszins agressief kunnen
zijn. Het aquarium moet aan de achtergrond en randen
dicht worden beplant. In het midden moet veel vrije
zwemruimte worden open gelaten. Een regelmatige flinke
waterverversing wordt zeer op prijs gesteld. Als voedsel moet levend voer worden gegeven. Ze zijn bijzonder dol op fruitvliegjes. Droogvoer wordt ook geaccepteerd. De kweek is niet al te moeilijk. Dagelijks worden een 5-tal eieren tussen fijnbladerige planten zoals javamos afgezet en bevrucht. Na 14 dagen komen de jongen uit. Ze kunnen worden groot gebracht met het fijnste infuus en later met Artemia-naupliën. Als men de jongen in het gezelschapsaquarium wil laten opgroeien is het verstandig om gebruik te maken van drijfplanten zodat ze zich daartussen kunnen verschuilen. Het is aan te bevelen om het vrouwtje regelmatig van het mannetje te scheiden om haar weer tot rust te laten komen. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Vasco Gomes |
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Haplochilus ansorgii, Aplocheilus ansorgii,
Panchax ansorgii, Aplocheilus ansorgei, Epiplatys ansorgei,
Haplochilus ansorgei, Aplocheilus berkenkampi, Epiplatys
berkenkampi, Haplochilus sexfasciatus, Aplocheilus
multifasciatus
|
||||||||||||||||||||||
|