(Scheel, 1968) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Een vis die in gezelschap van niet al te grote en levendige
vissen gehouden kan worden als oppervlaktevis. Als het
aquarium groot genoeg is kan er zelfs een schooltje van
gehouden worden. Het aquarium kan dicht worden
beplant, maar er moeten ook voldoende open plekken zijn.
(ook aan het wateroppervlak) Aangezien het een goede
springer is zijn dekruiten geen overbodige luxe. Die
dekruiten moeten echter niet te dicht boven het water hangen
aangezien de dieren zich dan gemakkelijk verwonden. Als voedsel moet levend voer worden gegeven, het liefst in de vorm van vliegjes en motjes. De kweek is redelijk eenvoudig. In een niet te klein aquarium moeten meerdere afzetmoppen worden aangebracht. Hierin verschuilen de dieren zich en worden de eieren afgezet. Deze eieren kunnen regelmatig worden uitgelezen en in broedschalen worden ondergebracht. Na 10-14 dagen komen de jongen uit. Ze eten onmiddellijk Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Aplocheilus barmoiensis , Epiplatys lokoensis,
Epiplatys bifasciatus, Epiplatys matlocki
|
||||||||||||||||||||||
|