(Steindachner, 1881) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Zeer schuwe vis die een aquarium nodig heeft dat aan de
randen en achtergrond zeer dicht is beplant zodat hij zich
tussen die planten kan verschuilen. In het midden moet
veel vrije zwemruimte worden open gelaten. Aangezien
het een goede springer is, zijn dekruiten een vereiste.
Bij de minste stoornis schrikken de dieren en laten zich
daarna geruime tijd niet meer zien. Als voedsel moet levend voer worden gegeven. Vliegjes en motjes verdienen de voorkeur. De kweek is niet moeilijk. Zelfs in een niet al te dicht bevolkt aquarium met voldoende fijne planten komen regelmatig enkele jongen tevoorschijn. Voor een grotere kweek moet een paar in een kweekaquarium worden onder gebracht. De eieren worden daar in fijnbladerige planten zoals javamos afgezet en bevrucht. Deze eieren kunnen worden "uitgelezen" en onder gebracht worden in een broedschaal met een schimmelwerend middel. Zodra de jongen uitgekomen zijn eten ze Artemia-naupliën. Ze groeien snel. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Haplochilus bifasciatus, Aplocheilus
bifasciatus, Epiplatys bifasciatus bifasciatus, Panchax
bifasciatus, Haplochilus baudoni, Epiplatys baudoni, Panchax
baudoni, Panchax taeniatus, Epiplatys bifasciatus taeniatus,
Panchax steindachneri, Epiplatys steindachneri, Epiplatys
ndelensis, Epiplatys longianalis
|
||||||||||||||||||||||
|