(Huber, 1980) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Enigszins schuwe vis die kan worden samen gehouden met
andere rustige en niet te grote vissen, maar ze kan toch
beter in een speciaal-aquarium worden gehouden. Het
aquarium moet dicht worden beplant maar op bepaalde plaatsen
moet ook wat zwemruimte worden open gelaten, vooral in de
bovenste helft van het aquarium. Aangezien het zeer
goede springers zijn is een goed sluitende dekruit
noodzakelijk. Aangezien de soort nogal gevoelig is
voor ziektes is een regelmatige waterverversing
noodzakelijk.
Als voedsel kan alle soorten levend voer worden gegeven. De kweek is niet zo eenvoudig omdat het erg gevoelige vissen zijn. Voor de kweek kan gebruik gemaakt worden van een afzetmop die tussen de dekruit geklemd kan worden. De eieren worden daar afgezet en bevrucht. Ze kunnen eenvoudig worden "uitgelezen" en worden onder gebracht in broedschalen. Ook kunnen ze gedurende een drietal weken in vochtige turf in een plastic zakje worden bewaard. Na het opgieten van vers water komen de jongen onmiddellijk uit. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|