(Girard, 1859) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||
Zeer eenvoudig te houden vis die vrij weinig eisen stelt aan
watersamenstelling en temperatuur. In een aantal
gevallen is hij ten opzichte van andere vissen enigszins
agressief. Hij moet dus niet met al te kleine vissen
worden samen gehouden. Het aquarium moet aan de randen
en achtergrond dicht worden beplant terwijl ook een aantal
drijfplanten aan te raden zijn. Het mannetje van deze
soort blijft aanzienlijk kleiner dan het vrouwtje. Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven in de vorm van muggenlarven. Ook plantaardig voer in de vorm van algen en droogvoer wordt graag gegeten. De kweek is niet zo eenvoudig. De soort is levendbarend. Alleen volledig uitgegroeide vrouwtjes kunnen voor de kweek worden ingezet. Iedere 5 tot 8 weken worden 40-60 jongen ter wereld gebracht. Aangezien de jongen door de ouders sterk worden opgejaagd is het noodzakelijk om te zorgen voor voldoende schuilplaatsen in de vorm van drijfplanten. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Gambusia affinis holbrooki, Gambusia patruelis
holbrooki, Heterandria holbrooki, Schizophallus holbrooki,
Gambusia affinis holbrocki, Gambusia holbrocki, Gambusia
holbrookii, Zygonectes atrilatus, Heterandria uninotata
|
||||||||||||||||||||||
|