(Schreitmüller, 1936) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Tamelijk vreedzame soort waarvan het mannetje alleen
in de paartijd enige agressiviteit toont. Hij is dus
redelijk geschikt voor het gezelschapsaquarium. Het is
alleen aan te bevelen het dier in gezelschap van niet al te
agressieve vissen te houden. Het aquarium moet verder
dicht worden beplant zodat voldoende schuilplaatsen
ontstaan. Wat drijfplanten worden zeer op prijs gesteld. Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven. Droogvoer wordt ook geaccepteerd. De kweek is in zeer zacht water en bij wat hogere temperaturen (26-30 graden) vrij eenvoudig. In een schuimnest worden tot 1000 eieren onder gebracht. Na het afzetten wordt het vrouwtje verjaagd en neemt het mannetje de broedzorg op zich. De eieren komen 1-2 dagen later uit en nog eens 3-5 dagen later zwemmen de jongen vrij. Het mannetje moet nu verwijderd worden. De jongen kunnen worden groot gebracht met het fijnste infuus en later met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Macropodus opercularis spechti, Macropodus
opercularis concolor, Macropodus concolor
|
||||||||||||||||||||||
|