(Boulenger, 1912) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Vreedzame, schuwe scholenvis die niet geschikt is voor het
gezelschapsaquarium aangezien hij steeds verjaagd wordt.
Hij moet dus gehouden worden in een speciaalaquarium voor
kleine soorten. Een donkere bak met een bodem van
turfmolm wordt zeer op prijs gesteld. De soort is een
beetje gevoelig voor vers water, dus bij water verversen zal
een goed voorbereidingsmiddel moeten worden gebruikt.
Filtering is niet noodzakelijk. Beplanten met fijnbladerige
soorten. Als voer moet klein levend voer worden gegeven. Droogvoer wordt ook geaccepteerd. De kweek is redelijk eenvoudig en verloopt zoals bij een aantal Killivissen. De eieren worden afgezet en vallen in het bodemsubstraat. Ze worden over het algemeen door de ouders met rust gelaten. Na een dag komen de jongen uit en verzamelen zich aan het wateroppervlak. Ze kunnen worden groot gebracht met het fijnste stofvoer. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Neolebias ansorgei, Neolebias landgrafi,
Nannaethiops geisleri
|
||||||||||||||||||||||
|