 |
(Wildekamp & Berkenkamp, 1979) |
|
||||||||||||||||||||
 |
 |
 |
 |
|||||||||||||||||||
| Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
 |
 |
|||||||||||||||||||||
 |
||||||||||||||||||||||
 |
|
|||||||||||||||||||||
|
Ten opzichte van andere vissen is het een vreedzame vis maar
onderling zijn vooral de mannetjes zeer agressief. Ook
vrouwtjes die niet bereid zijn om te paren worden niet
bepaald zachtaardig behandeld. Ze kunnen het beste in
een rustig speciaalaquarium worden gehouden. In een
levendig gezelschapsaquarium verkommeren ze snel. Een
donkere bodem (bv turfmolm) en gedempt licht doen de kleuren
beter tot hun recht komen. Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven. Al te vetrijk voedsel moet vermeden worden. De kweek is redelijk eenvoudig. Een mannetje met 2-3 vrouwtjes kunnen in een klein aquarium met een turfbodem worden ondergebracht. Daar worden de eitjes in afgezet en bevrucht. Na een week kan de turf verwijderd worden en zachtjes uitgeknepen. De turf in een plastic zakje gedurende 6 weken bewaren op een koele plaats. Als er dan vers water wordt opgegoten komen de jongen onmiddellijk uit. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||
|
Diskusmann |
 |
|||||||||||||||||||||
 |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||
